‘Zorgen over integraal werken Omgevingswet terecht’
Ambtenaren en bestuurders maken zich terecht zorgen over het integrale werken waar gemeenten met de Omgevingswet toe worden gedwongen. Dat zal voor iedereen moeilijk zijn, voorspelt Ineke van der Hee, directeur van het implementatieprogramma Aan de slag met de Omgevingswet. Zij zullen nu al moeten gaan oefenen bij visies en plannen rond de leefomgeving alle belangen in samenhang af te wegen.
Ambtenaren en bestuurders maken zich terecht zorgen over het integrale werken waar gemeenten met de Omgevingswet toe worden gedwongen. Dat zal voor iedereen moeilijk zijn, voorspelt Ineke van der Hee, directeur van het implementatieprogramma Aan de slag met de Omgevingswet. Zij zullen nu al moeten gaan oefenen bij visies en plannen rond de leefomgeving alle belangen in samenhang af te wegen.
Nog veel gebeuren
Van der Hee reageert op de enquête van Binnenlands Bestuur onder driehonderd publieke professionals (hoofdzakelijk uit gemeenten en omgevingsdiensten) die zich bezighouden met de komst van de Omgevingswet. Zij signaleren dat in hun eigen organisatie nog veel moet gebeuren aan werkcultuur, organisatiestructuur, kennisniveau en integraal werken om de invoering van de Omgevingswet medio 2019 soepel te laten verlopen.
Integraal werken bij veertig procent onvoldoende
Respondenten is gevraagd om aan te geven hoe hun organisatie nu scoort op integraal werken. Het rapportcijfer 5 wordt het vaakst gegeven. In totaal geeft 40 procent een onvoldoende (5 of lager). Daar staat tegenover dat 46 procent nu al een 6 of 7 geeft en dat 15 procent de eigen organisatie een 8 of hoger geeft. Het gemiddelde komt daarmee op een zesje. Uit toegevoegde reacties blijkt dat de invullers vooral de gebrekkige samenwerking tussen de verschillende beleidsafdelingen of tussen overheden als een lastige hindernis zien. “Veel collega's hebben toch wel moeite om buiten hun eigen domein te kijken” vat de toon van veel reacties aardig samen.
Gescheiden werelden
“Een ieder moet los komen van zijn professionele achtergrond en de opgave centraal stellen”, zegt een respondent. Dat is niet eenvoudig, stellen anderen: “Bestemmingplanmakers en behandelaars van vergunningaanvragen leven in twee, haast strikt gescheiden werelden, waarbij nauwelijks sprake is van samenwerking, laat staan wederzijds respect.” Een andere respondent constateert dat een ingezette organisatieverandering, ook vanwege de nieuwe Omgevingswet, geen voordelen of duidelijkheid heeft opgeleverd. Een positief geluid over cultuurverandering klinkt uit kleine gemeenten, “waar de lijntjes ultrakort zijn. We weten elkaar nu ook al goed te vinden.”
Ga oefenen
De in de enquête gesignaleerde zorgen over integraal werken zijn terecht, zegt Van der Hee. ‘Integraal werken leren we niet uit een boekje, dat moeten we gaan doen. Het huiswerk voor elke organisatie in Nederland is nu: Ga oefenen.’ Het programma ondersteunt dat met onder andere pilots voor omgevingsvisies. Het onderwerp Anders Werken is een van de drie “sporen” van het implementatieprogramma. Daarin is aandacht voor de – voor veel gemeenten nog ongrijpbare – bestuurlijke afwegingsruimte, maar ook voor participatie, regionale samenwerking en vakmanschap.
Kennisniveau geen reden tot zorg
Vanuit gemeentekoepel VNG reageert Kristel Lammers, programmamanager voor de invoering van de Omgevingswet. Over het kennisniveau – invullers geven hun organisatie daarvoor gemiddeld een rapportcijfer 5,6 – maakt zij zich in deze fase geen zorgen. ‘Dat het kennisniveau richting een zes gaat, is niet verrassend. De bewustwording komt nu op gang, ik merk dat er honger naar kennis is. Nu de uitvoeringswetten bekend zijn, kunnen we kennis gaan verbreden en verdiepen.’ In de ‘honger naar kennis’ probeert het implementatieprogramma onder andere te voorzien met de deze week uitgebrachte basisgids met informatie over de Omgevingswet vult Van der Hee nog aan. ‘We sluiten aan bij wat gevraagd wordt en voor dit jaar is verdieping gevraagd op onder meer het projectbesluit en het omgevingsplan.’
Zorgen over digitalisering
Belangrijk zorgpunt van de ondervraagden is de digitalisering die nodig is om bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet te kunnen werken met de nieuwe juridische instrumenten, zoals het omgevingsplan en de omgevingsvisie. Spannend is vooral of de systemen van gemeenten klaar zijn voor het nieuwe Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO). Bijna de helft denkt dat de digitalisering in hun organisatie niet op tijd klaar is voor het DSO en nog eens 34 procent is daar “enigszins bezorgd” over.
Eind dit jaar zicht op voortgang
Volgens Kristel Lammers is het nog te vroeg om te beoordelen hoe het ervoor staat met de digitalisering bij gemeenten. Volgens haar is er bij de beleidsmakers in het ruimtelijke domein – de voornaamste doelgroep van de enquête – nog weinig bekend over het DSO en over hoe dat wordt opgepakt. ‘Vanaf april gaan we met het programma Aan de slag met de Omgevingswet in demonstraties laten zien hoe het DSO gaat werken. Vervolgens gaan we met de input van gebruikers de werkwijzen verder verbeteren. Eind dit jaar hebben we aardig zicht op hoe ver we zijn met de digitalisering en of het gaat lukken voor juli 2019.’
Lees meer over dit onderzoek in Binnenlands Bestuur deze week (inlog)
Afgelopen periode in de weer geweest met het verkrijgen van een bouwvergunning van de Gemeente Zaanstad. Mijn ervaring is dat de behandelend ambtenaar prima de regels van de bouwverordening en het bestemmingsplan integraal wist toe te passen.. Binnen korte tijd was de gemeente eruit. De beschikbare applicaties om een bouwvergunning aan te vragen vragen inderdaad een tijdsinvestering van de burger. Burgers die al digid gebruiken, is het aanvragen van een bouwvergunning zeker niet ingewikkelder dan een belastingaangifte.
mvrgr
Rob Kos