Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Veilig lint tussen huis en school

Minstens net zo belangrijk als speelplekken of parkjes, zijn de verbindingen daartussen. Her en der in het land worden kindlinten of kindvriendelijke routes aangelegd. Nuttig uithangbord of is een veilige oversteekplaats voldoende?

11 december 2009

Middelburg is ermee bezig, en ook in Heerhugowaard, in Delft, in Rotterdam en in Eemnes zie je ze: kindvriendelijke routes of kindlinten. Ze staan op het verlanglijstje van menig gemeente. Al helemaal uitgevoerde kindlinten zijn voorlopig schaars: in Delft, in de Amsterdamse Spaarndammerbuurt en sinds vorige maand de Rotterdamse wijk Pendrecht. In Rotterdam Alexander zijn enkele met figuurtjes (Blokkies) aangegeven routes naar scholen, die ook wel kindvriendelijke routes worden genoemd. W

 

at is een kindlint? Het oorspronkelijke idee komt van Ineke Spapé van adviesbureau SOAB. Zij wilde ‘een verbinding maken die leuk, goed en veilig is, en waar kinderen zich zelfstandig kunnen bewegen en zich al spelend kunnen ontplooien’. Een route door de stad, niet per se de snelste, die kinderen bewegingsvrijheid in de openbare ruimte teruggeeft. Een idee dus met wat meer ambitie dan puur en alleen het bieden van een veilige route van school naar huis.

 

Het eerste officiële kindlint (inmiddels is het een door SOAB beschermde naam) in de Amsterdamse Spaarndammerbuurt werd in 2007 geopend. Het is een route die langs een aantal scholen en speelplekken loopt, en die gelardeerd is met ‘speelaanleidingen’ zoals een evenwichtsbalk, aangegeven door blauwe tegels met dierenfiguren. De kosten van deze route bedragen zo’n 140.000 euro. Uit de vorig jaar verschenen evaluatie door onderzoeksinstituut OTB bleek dat iets meer dan de helft van de kinderen uit de buurt de route gebruikte om naar school te gaan, de rest koos een andere, snellere, route. In hun vrije tijd gebruikten kinderen het kindlint veel minder. Dankzij de route gingen kinderen niet opvallend eerder zelfstandig naar school. En bij veel kinderen en ouders was de betekenis van de tegels onbekend.

 

Verkeersles

 

Kun je dan nog wel van een succes spreken? In Westerpark vinden ze van wel. Stadsdeelwethouder Dirk de Jager gaat een voorstel doen voor een tweede kindlint in de Staatsliedenbuurt, maar wel anders vormgegeven. Geen tegels meer, waar in Westerpark veel over te doen was (critici vonden het niet passend in de monumentale wijk, en glad bij regen). De Jager: ‘De nieuwe route willen we zo maken dat kinderen die route kiezen omdat hij prettig, veilig en interessant is. Met veilige oversteekplaatsen en speelaanleidingen hopen we kinderen te verleiden die route te kiezen.’

 

De route in de Delftse wijk Voordijkhoorn is wel bekend bij alle kinderen van de aan het lint gelegen basisschool. De route (kosten 70.000 euro), gekenmerkt door veel zebra’s zelfs over rustige dertigkilometerwegen, wordt hier namelijk gebruikt in de verkeerslessen. Ook in Delft wordt de route niet door alle kinderen gebruikt, vertelt beleidsmedewerker Maaike Konijn: ‘Je kunt nu eenmaal niet voor elke herkomst en bestemming een kindlint maken.’

 

Voor haar heeft het kindlint ook waarde als ‘uithangbord’. ‘We laten hiermee zien dat we deze doelgroep hoog hebben zitten.’ Delft bereidt nu twee fietslinten voor. Veilige routes voor fietsende kinderen zijn nog een slag moeilijker en duurder.

 

Kinderparticipatie

 

Het realiseren van een kindvriendelijke route kost tijd, zo’n 2 tot 4 jaar. Kinderparticipatie (kinderen zijn immers de experts als het gaat om het aanwijzen van belangrijke bestemmingen en knelpunten) vergt de nodige tijd. Daarnaast is de aanleg toch een flinke ingreep in de openbare ruimte, ook dat kost tijd. Zeker als er iets ingrijpends moet gebeuren als het aanleggen van een rotonde of een gecompliceerde oversteekvoorziening.

 

En dan zijn er de bezwaren van de stedenbouwkundigen, die vaak niet blij zijn met kleurige tegels, paaltjes of dierenfiguren. Zo werd er lang gepraat over de tegels met de Blokkieafbeelding in de ‘huisstijl’ voor de Rotterdamse buitenruimte. Inmiddels is afgesproken dat de Blokkie-afbeelding op een van de standaardtegels van de Rotterdamse stijl mag. Achtergrond van al die aandacht voor kindvriendelijke routes is onder meer de wens om gezinnen voor de stad te behouden. De kindvriendelijke routes in Rotterdam maken onderdeel uit van het programma Rotterdam Kindvriendelijk, dat met een miljoenenbudget poogt de stad aantrekkelijker te maken voor mensen met kinderen.

 

De Delftse wethouder Anne Koning: ‘De komende tijd zullen steden doorgroeien, je moet dus zorgen dat het daar prettig verblijven is voor gezinnen. Dus moet je wel investeren in speelplekken en veilige verbindingen.’

 

Janneke Zomervrucht, beleidsmedewerker van Veilig Verkeer Nederland, heeft gemengde gevoelens bij alle aandacht voor kindvriendelijke routes. ‘Een kindlint levert een route op die het kinderen mogelijk maakt zich zelfstandig in het verkeer te begeven. Dat is natuurlijk alleen maar te prijzen. Maar ik zou liever willen dat er structureel iets in de infrastructuur wordt veranderd. Er gaat nu heel veel tijd en geld zitten in een kindlint, en dan gaat het nog maar om één route. Voor hetzelfde geld kun je veel meer doen met reguliere verkeersmaatregelen, door te investeren in oversteekplaatsen, brede stoepen, fietspaden langs vijftigkilometerwegen. Ik ben soms bang dat een kindlint een beetje een afkoopding is. Zo van: zie je, wij doen tenminste iets voor kinderen.’

 

Dat ontkennen uiteraard alle gemeenten met een kindvriendelijke route. De Jager van Westerpark: ‘Het is niet óf óf. Natuurlijk maak je ook op andere plekken oversteekpunten veiliger, los je knelpunten op of maak je een plateau zodat er door automobilisten rustiger wordt gereden.’

 

Koning van Delft: ‘Een kindlint is een minimale variant. We moeten veel meer beseffen hoe het verkeer eruitziet voor een kind. Voor kinderen zijn woonerven en doodlopende straten veel makkelijker over te steken dan doorgaande wegen. Dat soort noties moeten mensen die zich met openbare ruimte bezighouden hebben. En dat gaat gelukkig steeds beter.’

 

Extraatje

 

Jan-Albert de Leur, verkeerskundige van de gemeente Heerhugowaard waar in nieuwbouwwijk Stad van de Zon een kindvriendelijke route komt, ziet die route als ‘het toefje op de taart, een soort extraatje naast alle gebruikelijke verkeersmaatregelen.’

 

Als verkeerskundige probeert De Leur de openbare ruimte vaker te bekijken met de ogen van een kind. ‘Een kind kijkt bijvoorbeeld niet over geparkeerde auto’s heen. We proberen na te denken: waar maak je parkeerplaatsen in zo’n nieuwe wijk, met in je achterhoofd kinderen van 7 of 8 jaar. Kinderen blijken een heel ander belang te hebben dan ouders.’

 

Het belang van een speciale kindvriendelijke route vindt De Leur uiteindelijk beperkt. ‘Als verkeerskundige zou ik liever alles inzetten op het inrichten van goede oversteekplaatsen. Dat vind ik belangrijker dan een kindvriendelijke route, maar ik kan mij voorstellen dat in sommige wijken zo’n route wel een grote toegevoegde waarde heeft.’

 

Dat de infrastructuur van groot belang is voor kinderen, werd onlangs bevestigd in het promotieonderzoek van Sanne de Vries, onderzoekster bij TNO. Daaruit blijkt dat in stadswijken met meer oversteekplaatsen, fietspaden en rotondes kinderen meer bewegen. Het aantal speelplaatsen en de hoeveelheid groen is van minder belang voor de beweging van kinderen.

 

Later alleen naar school

 

De gemiddelde leeftijd waarop kinderen zelfstandig naar school gaan, ligt op 8 ½ jaar. Elk jaar neemt dat nog een beetje toe, aldus Veilig Verkeer Nederland. 30 jaar geleden lag die grens op ongeveer 7 jaar. In een gemeente als Houten, met relatief veel kleinschalige scholen in de wijken en een gescheiden infrastructuur voor fietsers, ligt de gemiddelde leeftijd zo’n anderhalf jaar lager dan het landelijke moyenne. In de grote steden worden autochtone kinderen soms begeleid tot 11 jaar, allochtone kinderen worden juist al als ze 6 of 7 zijn zelfstandig de weg opgestuurd.

 

Gevaren in het verkeer

 

  • Tot 8 à 9 jaar kunnen kinderen gevaren niet zien aankomen.

     

  • Tot ongeveer 10 jaar overschatten kinderen de snelheid vanvoertuigen. Daardoor wachten ze ook op auto’s die nog erg ver weg zijn.

     

  • Tussen 10 en 14 jaar onderschatten kinderen (vooral jongens) de snelheid van voertuigen. Daardoor kunnen ze plotseling, vlak voor een naderende auto oversteken.

     

  • Tot 11 jaar hebben kinderen moeite om zich op slechts één ding te concentreren, een vriendje aan de overkant van de straat krijgt meer aandacht dan een naderende auto.

     

Bron: Veilig Verkeer Nederland

 

Veilige schoolomgeving

 

Klachten over verkeerschaos in de schoolspits komen bij bijna alle gemeenten binnen. Ouders die hun kinderen halen en brengen met de auto zorgen op veel plekken voor een onoverzichtelijke onveilige situaties. In Groningen werd bij alle scholen voor de schoolingang een stopverbod afgekondigd. Dat werkt prima volgens de gemeente. Ook omringende buurten merken niet veel van uitwijkgedrag. Een helemaal autovrije schoolomgeving is een van de idealen van Veilig Verkeer Nederland.

 

Beleidsmedewerker Janneke Zomervrucht van VVN ziet juist bij scholen kansen voor een kindvriendelijke route. ‘Door parkeren op afstand te zetten en kinderen dan via een kindvriendelijke route naar school te laten lopen. Zo doen ze nog een beetje verkeerservaring op.’ In Delft in de wijk Tanthof is dat bij OBS De Bonte Pael geprobeerd. Van het verderop gelegen parkeerterreintje (de ‘dropzone’) loopt een snoeproute (tegels met plaatjes van snoepjes) naar school.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie