Vage voorschriften

Metaalhandel De Voeght gaat in 1971 van de dorpskern van Honselersdijk, gemeente Westland, naar een terrein aan de verderop gelegen Stationsweg. Het bedrijf verwerkt bouw- en sloopafval van met name kassen. De laatste vijf jaar is het bedrijf meer dan verdubbeld na de aankoop van twee belendende percelen, onder meer van tuinbouwbenodigdhedenleverancier Sosef.

Voor de omwonenden betekent de groei meer lawaai, meer trillingen en aluminiumdeeltjes die neerdwarrelen in hun tuinen. De werkzaamheden van het bedrijf vallen in de categorie vier of vijf, terwijl het bestemmingsplan hooguit categorie drie toestaat. Sosef en 53 bewoners voeren verschillende procedures om de gemeente te dwingen het bestemmingsplan te handhaven. Nu gaat het echter over de milieuvergunning. Door de overname van andere bedrijfsterreinen heeft De Voeght een revisievergunning nodig. Het bedrijf krijgt deze vergunning in 2005. Maar omdat Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland bij de verlening de grenswaarden voor luchtkwaliteit genegeerd hebben en onvoldoende onderzoek hebben gedaan moeten zij een hernieuwde revisievergunning afgeven. Ook tegen de nieuwe vergunning komen de bewoners en Sosef met succes in het geweer bij de Raad van State.

De Stichting Advisering Bestuursrechtspraak heeft voor de Raad van State onderzoek laten verrichten naar de trillingen bij een woning vlakbij het terrein van De Voeght. Daaruit blijkt dat de grenswaarden uit de vergunning worden overschreden. GS hebben de praktijk niet onderzocht en mogen er van de Raad van State niet van uitgaan dat de voorgeschreven trillingssnormen worden nageleefd.

De Raad betwijfelt verder of De Voeght de voorgeschreven grenswaarden voor geluid kan naleven. Onder meer omdat in het akoestisch rapport geen rekening is gehouden met het lawaai van drie rijdende kranen, die wekelijks langer in bedrijf zijn dan in het rapport staat. Het rapport negeert bovendien de gevolgen van de sloop van twee loodsen en een woning.

Het college gaat op nóg een punt onderuit. ‘Vergunningvoorschrift 13.3’ staat toe dat er op zaterdag ‘op beperkte schaal onderhoud en kleinschalige bewerkingen worden uitgevoerd’, terwijl doordeweeks onder meer ‘grootschalige overslag- en bewerkingsactiviteiten’ zijn toegestaan. GS en De Voeght verschillen van mening over wat nu wel en niet geoorloofd is op zaterdag.

De Raad van State vindt het onduidelijke voorschrift in strijd met de rechtszekerheid. Gedeputeerde Staten moeten zich nu opnieuw buigen over de vergunning. Volgens woordvoerder André Lammerse gaan GS uit van doelvoorschriften en is het terughoudend met middelvoorschriften ‘omdat dit veelal niet nodig is’. Voor de activiteiten op zaterdag hebben GS wel middelvoorschriften opgesteld, maar die vindt de Raad van State niet concreet genoeg. Het blijft moeilijk om een vergunning te verlenen aan een afvalverwijderende inrichting, die zich bevindt in de nabijheid van een woonomgeving, vinden GS.

Alle partijen zijn het erover eens dat het bedrijf het best elders zijn heil kan zoeken. Maar een nieuwe plek vinden, blijkt net zo lastig als goed vergunnen. Hangende de procedures blijft De Voeght zitten waar het zit.