Strop dreigt door bouwstop Etten-Leur

De gemeente Etten-Leur heeft een grote hoeveelheid landbouwgrond gekocht waarop voorlopig niets mag worden gebouwd. Als de Noord-Brabantse gemeente te veel huizen realiseert, zou het woningbouwprogramma in buurgemeente Breda in gevaar komen. Over 800 woningen heeft de provincie nu een veto uitgesproken. Verantwoordelijk wethouder Jean-Pierre Schouw (Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting, Algemeen Plaatselijk Belang) wil vooralsnog niet weten van een financiële strop voor zijn gemeente.

‘Die grond’, zegt Schouw desgevraagd, ‘verliest zijn waarde niet. Goede agrarische grond wordt ook steeds schaarser, dus desnoods gaan we verpachten aan agrariërs. En in het uiterste geval verkopen we de grond weer. Hij zal echt niet braak blijven liggen.’ Volgens de wethouder zijn de problemen veroorzaakt doordat Etten-Leur haar woningbouwplannen heeft aangepast. ‘We hebben besloten om meer goedkope woningen te gaan bouwen. Daardoor krijg je automatisch kleinere kavels. Met die goedkope woningen hopen we te kunnen voldoen aan de toenemende vraag van starters en senioren’, zo luidt de uitleg van Schouw.

In 2002 is volgens de wethouder in regionaal verband afgesproken dat Etten-Leur tot 2018 in totaal 3300 woningen zou bouwen. De grond die de gemeente inmiddels in bezit heeft en waarvoor ook nieuwe bestemmingsplannen zijn gemaakt, biedt echter ruimte aan veel meer huizen. Hierop zou Etten-Leur 4100 woningen kunnen bouwen; 800 meer dus, dan regionaal overeengekomen.

Marktverstorend

CDA-gedeputeerde Paul Rüpp (Ruimtelijke Ordening) heeft inmiddels duidelijk gemaakt dat de provincie Noord-Brabant de plannen zal blokkeren. ‘Het werkt marktverstorend als Etten-Leur veel meer woningen gaat bouwen dan eerder is afgesproken’, meent Rüpp. ‘Andere projecten komen daardoor niet van de grond. Breda is bijvoorbeeld bezig met grote herstructureringsprogramma’s, zoals in de spoorzone. Daar moet je voldoende afzet voor hebben.’ Rüpp zegt een herhaling van de jaren zeventig te willen voorkomen. ‘Toen zag je een trek vanuit de steden naar het platteland, met als gevolg dat de armoede achterbleef in de stad.’

De gedeputeerde beaamt dat Etten-Leur verlies zal lijden op de aangekochte grond (‘De rentetikker gaat natuurlijk lopen’), maar op de lange duur hoeft er volgens hem geen probleem te zijn. ‘Die grond loopt toch niet weg? Tezijnertijd kan er alsnog worden gebouwd.’

Dat ‘tezijnertijd’ zal op zijn vroegst over tien jaar zijn. Wethouder Schouw wil graag extra plancapaciteit voorhanden hebben om alle afgesproken woningen te kunnen bouwen. Dit kan volgens hem ook andere gemeenten goed van pas komen. Als plannen in buurgemeenten om wat voor reden dan ook niet van de grond komen, kan Etten-Leur in zijn visie te hulp schieten door bouwgrond beschikbaar te stellen. De regio, noch de provincie ondersteunt deze gedachte.

Volgens Schouw zijn de gronden verworven op basis van de gemeentelijke structuurvisie. ‘En onze plannen corresponderen ook met het streekplan. Het credo van de provincie luidt: bouwen, bouwen, bouwen. Als gemeente voeren wij een actief grondbeleid. Wij hebben gewerkt volgens het provinciaal credo’, zegt de teleurgestelde wethouder. In Etten-Leur zijn de meningen intussen verdeeld. Volgens D66-raadslid Dujardin is het college te hard van stapel gelopen. Dujardin: ‘Een vervelende erfenis voor het nieuwe college dat na de verkiezingen van 2010 zal aantreden.’

‘Regionaal overleg serieus nemen’

Breda verwijt Etten-Leur het regionaal planningsoverleg over de woningbouw niet serieus te nemen. ‘Etten-Leur kwam totaal onverwacht met die 800 extra woningen op de proppen’, zegt wethouder Oomen (Ruimtelijke Ontwikkeling, CDA) van Breda. Volgens Oomen is het gebruikelijk om snel zaken te doen in het regionaal overleg van de wethouders van zeven betrokken gemeenten.

‘Een kwestie van aftikken van hamerstukken.’ Onderwerpen die meer discussie nodig hebben, komen volgens Oomen aan de orde in vooroverleg. ‘Maar Etten-Leur heeft in dat vooroverleg niets gemeld. Tijdens het algemeen overleg onder voorzitterschap van gedeputeerde Rüpp kwamen opeens die 800 woningen op tafel.’ Breda meent dat instemming met de plannen van Etten-Leur betekent dat andere gemeenten niet kan worden ontzegd om eveneens extra huizen te bouwen. ‘Wat heeft regionale afstemming dan nog voor een zin?’

Volgens Oomen staat Breda juist op het punt om een inhaalslag te maken met haar woningbouw: ‘Eindelijk zijn we zover. Door juridische procedures hebben we de afgelopen jaren veel oponthoud gehad. Breda moet ongeveer duizend woningen per jaar bouwen, maar er waren jaren dat we niet verder kwamen dan drie-, vierhonderd. Dat is veel te weinig voor een stad met ruim 170.000 inwoners.’ Nieuwbouw in Etten-Leur Foto > Cor Aafjes/ANP