Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Stad versus dorp

Maastricht en Den Bosch willen groter worden. De burgemeesters van beide steden mengen zich in het herindelingsdebat. Verzet en weerstand uit de dorpen is hun oogst. Staat herindeling weer in het teken van klein tegen groot? 

06 februari 2009

Gerd Leers, de geplaagde burgemeester van Maastricht, ontvangt in zijn fraaie, ruime werkkamer in het oude stadhuis. Het zonlicht valt door de glas-in-lood-ramen. Leers heeft de tongen van burgers en bestuurders in het bronsgroene eikenhout in beweging gebracht door de suggestie dat negentien Zuid-Limburgse gemeenten het best zouden fuseren tot één grote gemeente. De arrogantie van de stad Maastricht is daarmee voor velen in weer bewezen.

 

Dat zelfs collega-burgemeesters als Sjraar Cox van Sittard-Geleen en Thom de Graaf van Nijmegen hem niet eerst hebben gebeld voordat zij in hun nieuwjaarstoespraken zich uitspraken tegen een Zuid-Limburgse supergemeente of een Groot-Maastricht betreurt Leers: ‘Ik had ze graag verteld wat ik precies bedoel.’

 

Hij geeft Arno Korsten, de bestuurskundige en bewonderaar van zijn presidentiële burgemeestersstijl, groot gelijk dat het niet slim was om over een gevoelig onderwerp als herindeling zulke nadrukkelijke ideeën te ontvouwen. ‘Ik ben het volstrekt met hem eens dat het pleiten voor een supergemeente contraproductief is. Ik wil ook geen supergemeente, maar ik wil wel een bestuurlijke structuur waarin heldere keuzes worden gemaakt.’

 

Dat de herindelingsdiscussie door Leers wordt opgepakt om, na zijn mislukte poging burgemeester te worden in Rotterdam, van Maastricht een grotere stad te maken ten behoeve van zijn eigen ambities doet hij af als ‘kletspraat’. ‘Voordat een dergelijke herindeling werkelijkheid zou worden, ben ik al twee keer weg, zo lang duurt dat. En als zo’n herindeling morgen gerealiseerd zou worden, ben ik weg. Ik wil er maar mee zeggen dat het niet om mij gaat.’

 

De aanleiding voor CDA’er Leers én Maastricht (118.000 inwoners) om zich in het herindelingsdebat te mengen, is de voorgenomen fusie van de buurgemeenten Eijsden (11.500 inwoners) en Margraten (13.500 inwoners). Leers vindt dat daarmee de problemen van Zuid-Limburg niet worden opgelost. ‘Ik vraag mij af of dat een voor Limburg duurzame richting is. De bedrijven trekken weg uit Zuid-Limburg, een groot aantal vacatures wordt niet vervuld. Kerkrade en Heerlen maar ook de rest van Zuid-Limburg heeft te maken met vergrijzing en een enorme krimp van de bevolking. De jonge mensen trekken hier weg en bedrijven willen hier niet meer investeren.'

 

'De problematiek is groter dan na de mijnsluitingen, dat hebben we niet in de gaten. We moeten dus de krachten bundelen. We moeten niet allemaal een Ikea willen, mensen uit Heerlen komen hier de elfde van de elfde vieren. Maastricht kan dit ook niet alleen.’ Het tempo stokt even voor een adempauze. ‘Het gaat allemaal zó langzaam. Er moet een schepje bovenop, maar ik ben bang dat we weer in mooie woorden blijven steken.’

 

Het steekt Leers dat zijn suggesties worden vertaald in een poging van de grote stad om de kleinere dorpen op te slokken. ‘Itteren, Borgharen en Heer hebben hun identiteit kunnen behouden als onderdeel van de grote stad Maastricht. Misschien krijgt de basisschool in Klimmen wel meer leerlingen als we de krachten bundelen en kan het gemengd koor St. Jozef in Vaals het vijftigjarig jubileum vieren als we de handen ineenslaan. Je kunt dankzij de grote stad kleinschalige activiteiten ondersteunen.’

 

Landjepik

 

Het is het klassieke dilemma voor grote steden die meer armslag en ruimte zoeken. Op het moment dat de centrumgemeente zich in het herindelingsdebat mengt, keren de dorpen zich met de rug naar de grote stad. Ton Rombouts, burgemeester van Den Bosch (135.000 inwoners), gebruikte het Brabants Dagblad om stad en ommelanden te laten weten dat de Brabantse hoofdstad graag delen van de plattelandsdorpen Maasdonk (11.300 inwoners) en Bernheze (29.700 inwoners) wenst in te lijven. De politieke partijen in het bedreigde Maasdonk, waarop ook door Oss (76.600 inwoners) wordt geaasd, zaten binnen de kortste keren op één lijn in hun verzet tegen het landjepik van de grote stad.

 

D66-burgemeester Jos Heijmans van Bernheze is de aanstichter van de herindelingsdiscussie in de Bossche regio. Hij opperde eind vorig jaar de fusie van de drie plattelandsgemeenten Bernheze, Maasdonk en Landerd tot één nieuwe plattelandsgemeente. Vanwege het politieke en bestuurlijke overleg dat er wordt gevoerd, houdt Heijmans zijn commentaar beperkt. ‘Ik wil de expansiedrift van Oss en Den Bosch tegengaan.’ Daarnaast wilde Heijmans het zogeheten freerider-gedrag van de buurgemeenten aan de orde stellen. Het is het fenomeen dat kleinere gemeenten wel samenwerken met grotere, maar evenzo goed op momenten dat het zo uitkomt zich niets aantrekken van samenwerking om doodleuk weer even hun eigen koers te varen.

 

Maasdonk heeft een commissie aan het werk gezet die de bestuurlijke toekomst onderzoekt. Waarnemend burgemeester Roel Augusteijn (CDA) is voorzichtig. Hij ziet wel iets in een grote plattelandsgemeente tussen de steden Den Bosch aan de ene kant en Oss-Uden-Veghel aan de andere kant, maar de voormalige Brabantse gedeputeerde waakt voor overhaaste stappen. ‘Onze ambities kunnen we nooit op eigen kracht waarmaken. Daarom moeten wij kijken of we gaan samenwerken of samengaan. Dat heeft betekenis voor anderen. Je kunt moeilijk zeggen dat onze verantwoordelijkheid bij de gemeentegrens ophoudt. Stad en platteland moeten juist niet tegenover elkaar moeten staan. We hebben elkaar nodig en moeten niet de ogen voor de omgeving sluiten. Van belang is ook wat onze inwoners vinden.’

 

In Den Bosch snapt Rombouts (CDA) alle commotie niet zo goed. ‘Twaalf jaar en vier maanden lang hebben we geen vinger uitgestoken naar enige buur, ook niet toen Lith zichzelf ophief, ook niet toen Maasdonk zich op de toekomst ging beraden. Niks annexatiedrift, we komen op voor de belangen van Den Bosch nu er kansen liggen’, liet de Bossche burgemeester in de regionale krant optekenen. Den Bosch zoekt nieuwe woningbouwlocaties én ruimte voor bedrijven die op een kengetal van de stad, 073, willen zitten. Een toelichting wil Rombouts nog niet geven. Hij wil eerst het overleg afronden met de burgemeesters van de buurgemeenten en commissaris van de koningin Maij-Weggen (CDA).

 

Mooiste route

 

In Haaren, aan de andere, zuidwestelijke kant van Den Bosch, wordt met enige interesse gekeken naar het gekrakeel. Haaren, dat de jongeren uit de gemeente ziet vertrekken en in de afgelopen vier jaar het inwonertal van 14.150 naar 13.880 zag teruglopen, denkt na over alle bestuurlijke vormen, die variëren van verschillende vormen van samenwerking met andere gemeenten tot herindeling. Burgemeester Frans Ronnes (CDA): ‘Je moet lokaal bepalen wat je zwakke punten zijn. Iedereen zou dat moeten doen en dan zouden wij bij elkaar moeten gaan zitten. Dat zou de mooiste route zijn en beter dan dat we nu om de tafel zitten en naar elkaar kijken wie mijn landje wil inpikken.

 

‘Ik heb het laatst in Friesland nog gehoord waar ze ook over herindeling praten: sociaal-economische problemen kun je niet lokaal oplossen. Dat kunnen wij niet, dat kan Boxtel niet en Den Bosch kan dat ook niet. Je hebt elkaar nodig, maar we vergeten te vaak wat het probleem is.’ De oplossing moet volgens Ronnes, voormalig wethouder in Bernheze, worden gezocht in ambtelijke samenwerking. ‘Het blijft belangrijk dat de inwoners hun bestuurders kunnen aanraken. Hoe je je ambtelijke zaken regelt in de achtervang, daar moeten de mensen niets van merken.’

 

Onttrekken

 

Terug naar Zuid-Limburg. De twee dorpen Margraten en Eijsden kiezen voor gezamenlijke fusie en beloven samenwerking met Maastricht. Burgemeester Henk van Beers (CDA) van Margraten: ‘Wij willen investeren in een goede samenwerkingsrelatie.’ Burgemeester Manon Pelzer (CDA) van Eijsden: ‘Wij onttrekken ons niet aan onze regionale verplichtingen. Wij zijn en blijven een landelijke gemeente én we houden het gezicht naar Maastricht waarvan we de rol als centrumgemeente met een stedelijke functie van harte onderschrijven.’

 

In zijn burgemeesterskamer beseft Leers hoe de vlag er voor staat. Er komt nog bij dat 2010 en 2011 verkiezingsjaren zijn voor gemeente, provincie en Tweede Kamer. ‘Er gebeurt niets en dus moet je een andere weg kiezen.’ De financiële crisis maakt dat ook noodzakelijk. ‘Het is het goed recht van Eijsden om de twintig miljoen die het krijgt uit de verkoop van aandelen Essent aan eigen noden uit te geven, maar het is belangrijker of het wordt uitgegeven aan zaken die voor de toekomst van Zuid-Limburg bestendig zijn.’

 

Ook al is Leers geen fan van het eindeloze overleg- en praattraject van bestuurlijke en ambtelijke samenwerkingsmodellen, hij beseft dat de enige oplossing is om de handen ineen te slaan met zijn collega’s in Sittard-Geleen en Heerlen. ‘We moeten als leiders van de regio samen met de provincie laten zien dat de urgentie hoog is.’

 

In Heerlen onderschrijft Toine Gresel (CDA) het belang om knelpunten samen aan te pakken en niet te verzanden in bestuurlijke structuurdiscussies. ‘Met de zeven gemeenten in Parkstad Limburg hebben we te maken met twee grote schoolgemeenschappen met zestig tot zeventig scholen. Gezien de te verwachten krimp van de bevolking kun je niet alle schoolgebouwen overeind houden. Dat vraagt dus meer regie en sturing van bovenaf.’

 

Sjaar Cox, sinds 2006 burgemeester in Sittard-Geleen (98.000 inwoners), fusiegemeente sinds 2001 van twee grote steden met enkele kleine dorpen, maakt graag gebruik van zijn ervaringen als burgemeester in Veldhoven en de samenwerking in de regio Eindhoven. ‘Een discussie over gemeentelijke herindeling is volstrekt improductief. Ik merk in Sittard-Geleen nog steeds hoe moeilijk het is om er één gemeente van te maken. Je moet daadkrachtig de problemen durven te benoemen. We zijn op elkaar aangewezen. Als DSM zou omvallen, merkt iedereen dat. Je moet de bereidheid hebben om bevoegdheden op economisch terrein weg te geven aan een hoger niveau.

 

‘Als in het Heuvelland, ons groengebied, een puist van een industrieterrein door een gemeente wordt ingericht, moeten we die kunnen kapittelen omdat het afbreuk doet aan ons buitengebied en aan ons stedelijke beleid voor herstructurering van bedrijfsterreinen. Bij veiligheid gaat het onder leiding van Leers prima. Iedereen is zich daar bewust dat de problemen gemeenschappelijk zijn. Als we de wet Bibob niet allemaal hetzelfde regelen, gaan alle problemen naar het laagste putje. Ik heb bij de ontwikkeling van Brainport in de regio Eindhoven gezien dat je samen afspraken kunt maken en uitvoeren. Als bestuurders daaraan geen gevolg kunnen geven, zijn zij ongeschikt voor het openbaar bestuur.’

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie