Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Sociale huurmarkt loopt vast

Nieuwbouw door woningcorporaties gaat te langzaam, mede omdat gemeenten onvoldoende hun best doen.

02 maart 2022
corporatiewoningen

Huurders die in een sociale-huurwoning wonen, stromen steeds langzamer door naar andere woningen. 'Daardoor loopt de sociale huurwoningmarkt vast', constateert de Autoriteit woningcorporaties (Aw) in haar laatste Staat van de corporatiesector. Het aantal huurders dat kon intrekken in een sociale-huurwoning daalde van ruim 210.000 in 2015 naar krap 180.000 in 2020.

Strategisch Interim Manager S13

JS Consultancy
Strategisch Interim Manager S13

Incidentmanager Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem (DBBS)

JS Consultancy
Incidentmanager Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem (DBBS)

Meer gegadigden

Voor de doelgroep van de corporaties is dat extra lastig, omdat zij tegelijkertijd moeilijker elders een woning kunnen vinden. Ten eerste omdat het aantal goedkopere huurwoningen (tot 752,33 euro in 2021) in de particuliere sector tussen 2015 en 2020 met ongeveer 20 procent daalde. Ten tweede door de sterk gestegen prijzen van koopwoningen. Bovendien geldt sinds dit jaar voor meerpersoonshuishoudens een hogere inkomensgrens, waardoor er meer gegadigden zijn voor sociale-huurwoningen.

Krachtenspel

Met de nieuwbouw van woningcorporaties wil het intussen niet vlotten en een nieuwbouwsprintje trekken, zit er volgens de Aw niet in. Corporaties wíllen wel nieuwe woningen bouwen, maar het lukt onvoldoende. 'Hun concurrentiepositie binnen het krachtenspel van de vrije markt rond nieuwbouw is zwak', constateert de Aw. Gemeenten kunnen de corporaties helpen, suggereert de autoriteit, 'met actief gemeentelijk grondbeleid of een effectieve inzet van het publiek- en privaatrechtelijk instrumentarium waarmee ze spelregels kunnen geven voor de nieuwbouw binnen hun grondgebied.'

Bouwkavels

Maar een panacee is dat niet. De voorraad grondposities van corporaties 'lijkt', zo schrijft de Aw, afgelopen jaren sterk teruggelopen en de corporaties hebben 'onvoldoende toegang tot betaalbare bouwkavels.' En als de grond in private handen is, kan de gemeente een ontwikkelaar niet verplichten om een woningcorporatie huizen te laten bouwen of exploiteren.

Nieuwbouwdoel

Minister De Jonge schreef vorige week nog in een brief aan de Tweede Kamer te verwachten dat het aantal sociale-huurwoningen komende jaren groeit. De Aw geeft nu aan dat ze verwacht dat het de corporaties de komende twee jaar in elk geval niet lukt de beoogde 25.000 nieuwe woningen per jaar te bouwen. Het is een geluid dat de Taskforce Nieuwbouw Woningcorporaties eind vorig jaar ook al liet horen. De Taskforce schrijft in haar Najaarsrapportage 2021 over het doel om voor 1 juli 2025 150.000 woningen te bouwen: 'In dit tempo wordt slechts een derde van de beoogde 150.000 nieuwe sociale huurwoningen op tijd gerealiseerd.' Ook in de rapportage van vorig jaar constateerde de Aw dat het nieuwbouwdoel van de woningcorporaties niet gehaald werd.

Weinig transparant

Dat corporaties de gestelde nieuwbouwdoelen niet halen ligt niet aan een te krappe beurs. De financiële ruimte is gegroeid en de meerjarenbegrotingen geven aan dat die komende jaren verder zal groeien. De corporaties geven volgens de Aw onvoldoende aan wat er komende jaren haalbaar is aan nieuwbouw. Over toekomstige investeringsplannen en het tempo waarin de corporaties bouwen ontbreekt op nationaal niveau informatie, constateert de Aw. 'De gezamenlijke meerjarenbegroting toont vooral ambities in plaats van prestaties die redelijkerwijs haalbaar zijn binnen het begrotingstijdpad. Dat is voor de samenleving en stakeholders weinig transparant.'

 

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Hielco Wiersma
De Rijksoverheid heeft via een omslag in het woningbouwbeleid van de laatste 10-15 jaar de woningbouwcorporaties vrijwel vleugellam gemaakt. Eerst dit jaar komt daarin via aanpassing van de verhuurdersheffing een eerste verbetering. Het verzamelen en opbouwen van voldoende handvatten om de woningbouw weer aan te zwengelen duurt evenwel jaren, nog afgezien van het huidige vergunningenstelsel en de personele capaciteit van de bouwbedrijven. De rol van Gemeenten is ook al jaren beperkt geweest omdat zij vanwege de daaraan verbonden risico's nauwelijks meer bouwgrond in eigendom hebben. Bovendien wijzen Provincies jaarlijks slechts beperkte contigenten voor woningbouw aan. Last but not least zijn tegenwoordig de stroperige goedkeuringsprocedures via de Raad van State. In dit wespennest wacht de nieuwe minister voor woningbouw een wel haast onmogelijke taak om woningbouw op alle fronten weer urgentie te verlenen en weer op topsnelheid te krijgen.
Toine Goossens
Deze cijfers van het CBS laten zien hoe gruwelijk het in Nederland mis is met sociale huurwoningen. Natuurlijk niet alleen de schuld van gemeenten, maar ook van Rutte met de zware belastingheffing op het corporatiebezit. Onderaan meer daar over.

In tien jaar tijd is het bezit van huurwoningen van corporaties met zegge en schrijve een schamele 1,13% toegenomen. Tegelijk nam het aantal huurwoningen van private verhuurders toe met 29,8%.

2012 Nederland 2.269.883 852.097
2013 Nederland 2.277.246 893.811
2014 Nederland 2.275.389 941.767
2015 Nederland 2.304.505 939.733
2016 Nederland 2.281.742 975.188
2017 Nederland 2.273.731 1.010.226
2018 Nederland 2.268.383 1.007.582
2019 Nederland 2.295.414 1.004.225
2020 Nederland 2.294.219 1.047.799
2021 Nederland 2.295.522 1.106.257

Het geld was gratis in deze periode, ook corporaties hadden volop kunnen bouwen. Maar dat werd onmogelijk gemaakt. Niet alleen met de verhuurdersheffing, maar ook door de kapitalen die gemoeid waren met de fraude bij Vestia. Dat geld is, als straf, opgebracht door de hele corporatieve sector.

Vergelijk dat eens met de redding van de banken in 2008. Die werden niet aan hun lot overgelaten. Ook al gingen daar alle geld- en goederenhandelaren, en niet te vergeten hun leidinggevenden, met absurde bonussen naar huis, wij en niet de banken, betaalden de rekening.

Natuurlijk de corporaties hadden het aan zichzelf te danken. Na de wetswijziging sloeg in de bestuurskamers het droomdenken toe. Niet geremd door, politiek benoemde toezichthouders, ging het op alle fronten mis. Maar hoe kwam dat?

Dat is simpel. De nieuwe wet gaf zeer vergaande nieuwe bevoegdheden aan de corporatiebestuurders, en kwam met een nieuwe verantwoordingsstructuur. Die een lege huls bleek te zijn. De toezichthouders van Vestia produceerden 4 jaar lang een identieke tekst in het jaarverslag waarmee zij inzicht gaven in het uitvoeren van hun werk en het dragen van hun verantwoordelijkheid. De tekst kwam uit de tekstverwerker. Nagedacht werd er door de politieke vriendjes niet. De accountant liet het begaan, en is afgestraft, maar de politiek, die is niet ter verantwoording geroepen.

Het idee dat zij verantwoordelijk zijn voor adequate verantwoording, kwam niet bij ministers, de 2e Kamer en de topambtenaren op.
Advertentie