ruimte en milieu / Partnerbijdrage

Parkeren op eigen terrein: daar is toch geen bewonersparkeervergunning voor nodig?

Parkeren op eigen terrein: daar is toch geen bewonersparkeervergunning voor nodig?

19 oktober 2021
Parkeren.jpg

Het kunnen genieten en gebruiken van je eigendom zoals je zelf wilt, lijkt vanzelfsprekend. Ook als het gaat om een stuk grond. Maar wat als het niet direct duidelijk is of die grond nu eigen terrein is van een privépersoon of dat sprake is van openbare ruimte? Dan kan het tot bijzondere rechtszaken leiden.

Lees de opinie van Alphons van den Bergh, waarin hij:

- vertelt wat een weg is in de zin van de Wegenwet

- aantoont wanneer een weg openbaar is en wanneer niet

- een tip geeft over de herinrichting van een openbare weg en het invoeren van parkeervergunningen


Parkeervak openbaar of privé?
Eén van die bijzondere rechtszaken over een stuk grond leidde uiteindelijk tot een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak (30 juni 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1375). Een inwoner van een binnenstad heeft twee percelen in eigendom. Op het ene perceel heeft hij zijn woning. Het andere perceel ligt voor de woning en grenst aan het water. De twee percelen worden gescheiden door een openbare weg. Het perceel aan de walkant is bestraat en wordt door de inwoner (eigenaar) gebruikt als parkeerplaats. Daarachter ligt een kleine groenstrook en een aanlegsteiger. Bij de parkeerplaats heeft de eigenaar een bord geplaatst waarop staat “EIGEN TERREIN” en “NIET PARKEREN”.

 

In deze zaak staat de vraag centraal of de parkeerplaats op het perceel met parkeervak aan de walkant een openbare weg is in de zin van de Wegenwet. Als die vraag met ja wordt beantwoord, dan mag hij daar alleen parkeren met een bewonersparkeervergunning.

 

De beantwoording van de vraag valt uiteen in twee deelvragen:

  1. Is de parkeerplaats een weg in de zin van de Wegenwet? En
  2. Is die weg dan openbaar?


Weg in de zin van de Wegenwet
Onder wegen in de zin van de Wegenwet worden mede verstaan (artikel 1 lid 2 Wegenwet):

  1. voetpaden, rijwielpaden, jaagpaden, dreven, molenwegen, kerkwegen en andere verkeersbanen voor beperkt gebruik;
  2. bruggen.

 

Omdat een definitie ontbreekt heeft de Afdeling in eerdere uitspraken (onder andere ABRvS 16-12-2015, ECLI:NL:RVS:2015:3836) bepaald dat de Wegenwet gaat over:

  • verkeersbanen die een functie vervullen ten behoeve van het afwikkelen van het openbare verkeer; en
  • die derhalve naar hun aard of functie een grote, onbepaalde publieksgroep dienen.

 

Of een parkeerplaats, of wat dat betreft elk ander willekeurig stukje grond een weg is, is afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval. De feitelijke inrichting van het gebied is bepalend. Niet alle parkeerplaatsen zijn wegen in de zin van de Wegenwet.

 

Afbeelding 

 

In de uitspraak van 30 juni 2021 oordeelde de Afdeling dat de parkeerplaats geen weg in de zin van de Wegenwet was omdat de parkeerplaats in dit geval niet dient voor afwikkeling van het verkeer. De parkeerplaats is gelegen aan de walkant naast het water en er bevindt zich zowel links als rechts van het parkeervak een boom. Daarmee is het perceel uitsluitend te gebruiken voor langsparkeren, maar niet (tevens) als verkeersbaan naast, of in aanvulling op de naastgelegen openbare weg.

 

Omdat de parkeerplaats geen weg in de zin van de Wegenwet is, beschikte de inwoner/eigenaar dus over een parkeerplaats op eigen terrein en had hij geen bewonersparkeervergunning nodig.

 

Het zou anders zijn geweest als de parkeerplaats als parkeervak op de weg zou zijn aangegeven. In dat geval kan de parkeerplaats wel als verkeersbaan naast, of in aanvulling op de naastgelegen openbare weg worden aangemerkt.  In dat geval had vervolgens moeten worden bepaald of de parkeerplaats dan openbaar is.

 

Is de weg openbaar?
Een weg is openbaar als de weg (artikel 4 Wegenwet):

  • 30 jaar aan één stuk (zonder onderbreking) voor iedereen toegankelijk is geweest; of
  • 10 jaar aan één stuk (zonder onderbreking) voor iedereen toegankelijk is geweest EN een overheid die weg onderhoud (beheert); of
  • door de rechthebbende (eigenaar) openbaar (met instemming van de overheid die het beheer moet overnemen) is bestemd.

 

In de aangehaalde uitspraak van 30 juni 2021 had de eigenaar van de parkeerplaats een bordje geplaatst met de tekst “EIGEN TERREIN” en “NIET PARKEREN”. Uit die tekst blijkt dat de rechthebbende niet de bedoeling heeft gehad de parkeerplaats openbaar te maken. Een voorzichtige conclusie zou dan zijn dat de parkeerplaats niet openbaar is. Toch kan die conclusie niet zonder meer worden getrokken.


Eenmaal openbaar, blijft openbaar
Als een weg namelijk eenmaal openbaar is, dan moet de eigenaar het verkeer op zijn weg dulden. Als
de gemeenteraad dan een bewonersparkeervergunningsysteem heeft vastgesteld dan kan dat dus leiden tot de situatie dat iedereen met een geldige bewonersparkeervergunning mag parkeren op de parkeerplaats die eigendom is van de eigenaar (ongeacht zijn instemming). Omgekeerd betekent het ook dat de betreffende eigenaar niet gebruik kan maken van zijn parkeerplaats als hij niet ook een bewonersparkeervergunning heeft.

 

Hou bij herinrichting van een openbare weg en het invoeren van parkeervergunningen dus rekening met de manier waarop je de herinrichting uitvoert en de eigendomssituatie ter plaatse.


Vond u deze opinie verhelderend? Neemt uw organisatie een abonnement op Schulinck Omgevingsrecht, dan kunt u dagelijks contact opnemen met Schulinck’s juridische helpdesk voor vraagstukken zoals deze.


Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.