Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Scherpe aanval Heerlen op bouwbedrijf Janssen de Jong

Als de huidige verdenking van omkoping gegrond blijkt, is volgens Heerlen sprake van ‘recidive’. Personeel wegenbouwer wordt actieve rol verweten in vorige affaire. 

20 februari 2009

Als werknemers van het bouwbedrijf Janssen de Jong in het nu lopende corruptieonderzoek schuldig worden bevonden, is volgens de gemeente Heerlen sprake van ‘recidive’. Het college van B en W noemt het ‘ongepast’ en ‘in volstrekte strijd met de waarheid’ dat het bedrijf ontkent dat zijn personeel in 2006 een actieve rol heeft gespeeld bij toen vastgestelde ‘malversaties’. Janssen de Jong en Heerlen raakten drie jaar geleden verwikkeld in een affaire, waarbij voor ongeveer 10.000 euro aan ‘onregelmatigheden’ zouden zijn gepleegd. Een ambtenaar, twee werknemers van Janssen de Jong en een personeelslid van een toezichthoudend adviesbureau waren hierbij betrokken.

 

Blijkens een persbericht dat Heerlen destijds in samenspraak met de directies van beide bedrijven uitgaf, was de gemeente voor ‘enige duizenden euro’s’ benadeeld door ‘onrechtmatige leveringen van gunsten, diensten en goederen’. Aan de ambtenaar en diens familie waren zand, stenen, balken, tegels en andere bouwmaterialen verstrekt zonder dat hiervoor was betaald. De kosten waren afgeschreven op het zogeheten Pleinenplan, een miljoenenoperatie voor herinrichting van de Heerlense binnenstad.

 

De verdenking dat er met het Pleinenplan was gesjoemeld, was door Janssen de Jong zelf gemeld bij burgemeester Toine Gresel (CDA). Hierop had de gemeente het bureau Hoffmann Bedrijfsrecherche in de arm genomen.

 

Omkoping

 

Naar aanleiding van dit (nog altijd geheime) rechercheonderzoek deed de gemeente uiteindelijk aangifte tegen de vier betrokkenen. De ambtenaar werd uit zijn functie gezet. Janssen de Jong en het adviesbureau haalden hun mensen van het Pleinenplan af en beloofden dat dit trio de eerstkomende vijf jaar niet zou worden ingezet bij projecten van de gemeente Heerlen. De zaak werd onderzocht door de Rijksrecherche, maar volgens een woordvoerster van het Openbaar Ministerie in Maastricht ‘zijn hieruit toen geen verdachten naar voren gekomen’.

 

De affaire kwam recent weer in de publiciteit doordat leidinggevenden van Janssen de Jong sinds kort worden verdacht van omkoping van onder anderen twee Heerlense ambtenaren. In een artikel over de nieuwe Limburgse corruptiezaak in Binnenlands Bestuur 6 riep burgemeester Gresel het gerommel rond het Pleinenplan in herinnering. In reactie hierop, zei bestuursvoorzitter Eric Krul van de Janssen de Jong Groep dat volgens zijn informatie de ambtenaar indertijd om de materialen had gevraagd: ‘Wij waren niet de initiërende, verleidende partij.’

 

Heerlen is woedend over deze uitspraak. Janssen de Jong moet zich in de media onthouden van ‘onjuiste, want ten enenmalige eenzijdige’ uitlatingen die ‘het imago van onze gemeente en dat van onze medewerkers beschadigen’, schrijft het Heerlens college in een brief aan Krul.

 

Rechercherapport

 

B en W schrijven ‘met verbazing en verontwaardiging’ te hebben kennisgenomen van Kruls uitlatingen: ‘U doet het, in volstrekte strijd met de waarheid, voorkomen dat uw bedrijf, althans uw medewerkers, slechts een volgende of re-actieve rol terzake hebben gespeeld. Niets is minder waar, zo blijkt uit de uw bedrijf bekende resultaten van het bedrijfsrechercheonderzoek dat wij destijds hebben laten verrichten.’ Als bij het lopende onderzoek mensen van Janssen de Jong schuldig worden bevonden aan omkoping, vindt Heerlen de term ‘recidive’ een ‘adequate kwalificatie’, staat in de brief.

 

Krul houdt desgevraagd staande dat er ook een andere kant aan het verhaal zit: ‘Wij hebben destijds zelf intern onderzoek gepleegd. De betrokken mensen zijn gehoord, en daar heb ik een schriftelijk rapport van. Blijkbaar corresponderen de meningen niet. Toen betrokkenen door ons werden gehoord, hebben zij een visie gegeven die duidelijk afwijkt van de bevindingen van het recherchebureau.’ Op de vraag hoe dit zich verhoudt tot het feit dat Janssen de Jong destijds wel twee betrokken werknemers van het Pleinenplan heeft gehaald, antwoordt Krul: ‘Misschien is dat om tactische redenen geweest. Maar dat moet ik raden, dat weet ik niet meer.’

 

De bestuursvoorzitter zegt niet over het rechercherapport te beschikken, ‘en ik kan het binnen ons bedrijf ook nergens vinden’. De topman van het bouwconcern laat het daarbij. ‘Ik heb geen behoefte aan een wellesnietes- spelletje met de gemeente via de media, en voel er ook niets voor om de verhoudingen verder onder spanning te zetten. Misschien is het beter als de gemeente en wij gezamenlijk aan fact-finding doen.’ Heerlen wijst de oproep van Krul van de hand. Paul Vanderheyden, hoofd van de afdeling juridische zaken: ‘Wij hebben er in dit stadium geen behoefte aan om samen aan fact-finding te doen. Dat laten we liever over aan de Rijksrecherche.’

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie