ruimte en milieu / Partnerbijdrage

Warmtetransitie: juist nu stappen zetten

Warmtetransitie is een complexe opgave. Maak nu keuzes om dit ingewikkelde probleem doelgericht aan te pakken.

10 maart 2023
Warmtetransitie

In oktober 2022 gooide minister Jetten van Klimaat en Energie met een ferme zwaai de knuppel in het hoenderhok. Zijn boodschap in het wetsvoorstel Wet collectieve warmtevoorziening (Wcw): warmtenetten moeten vanaf 2025 in ieder geval voor meer dan de helft in publieke handen komen. Het gevolg was dat woedende energiebedrijven hun investeringen staakten. En gemeenten vragen zich af hoe ze die nog grotere regierol kunnen pakken. Resultaat: algehele stagnatie! Of toch niet, want ook in het oog van de storm zetten gemeenten al waardevolle stappen.

De gedachte is dat een warmtenet voor iedereen een betaalbaar, betrouwbaar en duurzaam alternatief biedt en daarmee de ruggengraat kan zijn voor de warmtetransitie richting een aardgasvrije gebouwde omgeving. En de ambitie om van het gas af te komen is dan ook bepaald niet bescheiden. Op dit moment zijn 500.000 huishoudens aangesloten op zo’n collectieve voorziening, zo’n 90 procent gebruikt nog gas. Het kabinet wil dat het aantal aansluitingen in 2030 is verdubbeld en in 2050 oploopt tot 2,6 miljoen. Een snelle rekensom leert dat er ruim twee miljoen aansluitingen bij moeten komen in ruim 25 jaar; tot 2030 een jaarlijkse groei met zo’n 70.000. En hoe langer het huidige vacuüm blijft bestaan, hoe moeilijker het wordt om het doel voor 2030 te halen.

Optelsom van complicaties binnen de warmtetransitie

Er komen verschillende complicaties bij elkaar. Ten eerste: gemeenten kunnen vaak niet genoeg uitvoeringskracht genereren, omdat het ze ontbreekt aan kennis, middelen en mensen. Ten tweede: het integraal oppakken van de warmtetransitie is voor de meeste gemeenten een te grote opgave door de complexiteit, door de financieringslast en door de risico’s die ze lopen. Daarom komen zulke gemeenten de relatief veilige fase van de haalbaarheidsstudies niet voorbij. Ten derde: Het vooralsnog ontbreken van heldere wettelijke kaders maakt het moeilijk om concreet aan de slag te gaan. Ten vierde: de door het kabinet aangekondigde ont-privatisering van warmtenetten zorgt voor onzekerheid, voor grote verdeeldheid en dus ook weer voor vertraging.

Ingewikkelde paradox

De optelsom leidt tot een ingewikkelde paradox. Aan de ene kant houden de partijen die met elkaar de warmtetransitie tot stand moeten brengen en versnellen hun kruit droog. En aan de andere kant weet iedereen dat de warmtetransitie absolute noodzaak is, we kunnen op een gegeven moment niet verder met gas en daarom moeten we nu écht meters gaan maken.

Het is in dit verband opvallend dat minister Jetten in zijn brief van vorig najaar zelf de bui al zag hangen toen hij schreef: ‘Het is belangrijk om op te merken dat de keuze voor infrastructuur in publieke handen mogelijk vertraging zal opleveren in het behalen van de klimaatdoelen in de gebouwde omgeving voor 2030.’

Wat kunnen gemeenten doen om te versnellen?

De gemeenten zijn de regisseur van de warmtetransitie in hun steden, dorpen en wijken. Zij moeten de route uitstippelen. Maar ze vragen zich af wat hen te doen staat, wat ze überhaupt kunnen doen. Ze hebben doorgaans een warmtevisie (ingekocht), ze hebben vaak een beeld over waar ze mee wíllen beginnen, maar daarna wordt het al lastiger. We zien dat een deel van de gemeentebesturen even niets doet en afwacht hoe het straks wettelijk geregeld is, ze willen eerst vaste grond onder de voeten. En andere gemeenten zijn druk aan het rekenen en aan het onderzoeken, wat vooral ook flink veel keuzestress oplevert. Is een warmtenet in onze gemeente wel of geen goed idee? En als ik dat dan wil, is het dan verstandig om zelf een warmtebedrijf op te richten, of juist helemaal niet?

Klaar staan als het verder gaat

Het is hoe dan ook zinvol om de maatregelen te nemen die sowieso de moeite waard zijn. Denk aan isolatieprogramma’s, die woningen meer geschikt maken voor de warmtetransitie. Denk aan het reserveren van ruimte in de krappe openbare ruimte boven én onder de grond. Denk ook aan het investeren in relaties met bedrijven die restwarmte kunnen leveren, energiebedrijven en natuurlijk de inwoners. Die investering loont voor later, zeker als het moment nadert dat gemeenten gebruik gaan maken van hun aanwijsbevoegdheid Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw). En denk bijvoorbeeld aan het leren van wat er in Nederland al aan praktijkervaring is opgedaan, bijvoorbeeld met het opzetten van eigen (semi-)publieke warmtenetten of andere grootschalige voorzieningen van nationaal belang. Zo wordt je beeld duidelijker en realistischer, voorkom je missers en hoef je zelf niet opnieuw het wiel uit te vinden.

En in het algemeen kunnen gemeenten de relatieve rust die door de stagnatie ontstaat benutten om het hele proces goed in te richten en alles klaar te hebben staan voor het moment dat de zaak politiek-bestuurlijk is vlot getrokken. Zodat gemeenten daadwerkelijk hun warmtemarkt kunnen gaan ordenen, vanuit hun regierol.

De beste warmtetransitie bestaat niet

Onze boodschap is ook dat je niet moet blíjven rekenen; het is meestal een illusie om te denken dat je een keuze kunt maken die in alle opzichten het beste en het goedkoopst is. Er is niet één oplossing die overal het beste werkt. Bovendien is het rekenwerk maar een deel van het verhaal. Het helpt dus niet om technisch en economisch voor de troepen uit te blijven lopen, en alle besluiten te baseren op rekenwerk om er dan later alsnog achter te komen dat het toch niet de juiste ontwerpen, keuzes en aannames waren. Want de warmtetransitie is een complexe opgave. Van begin tot eind hangen financiële, technische, juridische, maatschappelijke en politieke aspecten met elkaar samen.

Het gaat erom dat je wegingsfactoren en criteria voor de besluitvorming kunt opstellen, aan de hand waarvan je de verschillende aspecten op waarde kunt schatten om te bepalen wat voor een specifieke gemeente, in haar situatie de voorkeur verdient. En door ook keuzes te maken op maatschappelijke, sociale of zelfs ecologische grond, kom je soms tot andere oplossingen die juist het publieke belang beter dienen. Ook in de huidige patstelling. Gemeenten weten nog niet op welke stenen in de rivier ze moeten stappen om aan de overkant te komen, maar we kunnen wel alvast beginnen met de voorste stenen, op een zodanige manier dat je nog kunt bijsturen, bijvoorbeeld door te werken met scenario’s.

Helpen keuzes te maken, als vertrouwde partner

Dat is precies wat we lokale overheden aanbieden.  We helpen bij het maken van keuzes om dit ingewikkelde probleem op een doelgerichte manier aan te pakken. We kennen de dilemma’s waarmee gemeenten worstelen en we weten dat er veel op hun bordje ligt. We houden rekening met de beperkte mogelijkheden, de (soms) bescheiden mankracht en de krappe ruimte die ze hebben.

We analyseren de uitdaging, we scheiden zin en onzin, feiten en fabels. We brengen het geheel objectief en nuchter in kaart, vanuit een integrale benadering en komen met de gemeenten tot transparante en herleidbare keuzes en besluiten. En we begeleiden het hele proces om te zorgen dat het op koers en op snelheid blijft, we trechteren en zorgen voor de randvoorwaarden. Daarvoor zetten we onze multidisciplinaire kennis en ervaring in, van visievorming tot realisatie en asset management van warmtesystemen. Juist die breedte is noodzakelijk voor zo’n complexe opgave. Vanuit die kennis en ervaring weten we ook hoe een organisatie kan omgaan met onzekerheid en toch de vaart erin weet te houden – of zelfs naar een hogere versnelling kan opschakelen. Daarbij gaan we náást de mensen van de gemeente staan en onze insteek is altijd dat we samen de juiste stappen op het juiste moment zetten. Onze rol is die van de vertrouwde partner. We komen dus doorgaans niet langs om ‘even’ een probleem op te lossen, we willen samen zorgen voor duurzame resultaten.

Want er is geen tijd te verliezen, de doelen zijn té belangrijk om te lang te weinig te doen of te lang te blijven hangen in polderen. Want polderen is een mooie Nederlandse verworvenheid, maar wel een verworvenheid met beperkingen. Op een gegeven moment moet je keuzes maken. En daar helpen we bij.

Neem contact op:

Samantha van der Drift - LinkedIn
Consultant energietransitie
samantha.van.der.drift@rhdhv.com

Sander Fransen - LinkedIn
Energy & Heat consultant
sander.fransen@rhdhv.com

Al 140 jaar geeft Royal HaskoningDHV advies in complexe projecten. Door deze ervaring weten wij wat er komt kijken bij realisatie en exploitatie van projecten. We staan klaar om deze kennis te gebruiken om de warmtetransitie verder te brengen. Wij doen dit in ervaren en multidisciplinaire teams die dagelijks aan de warmtetransitie werken voor zowel lokale, regionale en de nationale overheid als voor commerciële partijen.

Interesse? Lees meer.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.