'Rekenkamers moeten taal spreken van vastgoeddienst'
Distantie is voor een elk controlerend orgaan van belang. Maar rekenkamers die het gemeentelijke vastgoed onderzoeken, kunnen ook teveel afstand nemen. Ze moeten wel dezelfde taal spreken.
Gemeentelijke rekenkamers die de vastgoedportefeuille binnen hun gemeente onderzoeken, doen er goed aan om de vastgoedafdeling op niet al te grote afstand te zetten. ‘Distantie is een groot goed, maar definities en toon moeten wel aansluiten bij de praktijk binnen het veld’.
Recente rapporten
Dat stelt Ingrid de Moel, directeur van ‘Bouwstenen voor Sociaal’ een platform voor bestuurders, managers en professionals in maatschappelijk vastgoed. Zij stelt dit naar aanleiding van recente rapporten van gemeentelijke rekenkamers, die kritisch waren over de uitvoering van het beleid.
Rekenkamers Leiden, Enschede en Eindhoven kritisch
Zo bracht de rekenkamer van Leiden vorige week een rapport uit waaruit blijkt dat de gemeente haar vastgoed te goedkoop van de hand doet. Mede doordat er geen adequate waardebepalingen van de panden zijn, loopt Leiden volgens de rekenkamer miljoenen mis.
Eerder kwamen de kamers in Eindhoven en Enschede met kritische bevindingen over het beheer van de gemeentelijke vastgoedportefeuilles. Ook hier kwam vooral de uitvoering onder vuur te liggen. Over de doelmatigheid van het beleid werd daarentegen niets gezegd.
Heldere keuze noodzakelijk
De Moel: ‘Belangrijk is dat een rekenkamer voor het begin van het onderzoek een paar heldere keuzes heeft gemaakt. Richten we ons inderdaad op de uitvoering, of gaan we ook werkelijk het achterliggende beleid onder de loep nemen. Wat wil de gemeente met het vastgoed, welke maatschappelijke visie zit erachter en is het beleid doelmatig?' Die vragen zijn volgens Bouwstenen voor Sociaal minstens zo interessant om te onderzoeken.
Complex
Wel is het gemeentelijke vastgoed een zeer complex dossier, waarin je als rekenkamer makkelijk de weg kwijt kunt raken: ‘De omvang en breedte van de vastgoedportefeuille maakt het lastig om behapbaar onderzoek te doen. Kiezen voor specifieke deelportefeuilles, zoals sport, cultuur of onderwijs bevordert de diepgang van het rekenkameronderzoek, zeker als casussen worden gekozen. Want de verschillen tussen een schouwburg en een leegstaand kantoor zullen qua beleidsdoelen, subsidieafspraken en aspecten als vastgoedwaarde onvergelijkbaar zijn.’
Geen cijfers, snel klaar
Feitelijk kan een rekenkamer die geen cijfers vindt in de optiek van De Moel snel klaar zijn. ‘Dat kun je melden en je kunt de diensten aansporen om het op orde te brengen. Daarmee is op dat moment de kous af, over het beleid of de uitvoering ervan is dan verder weinig meer te zeggen’. Volgende vraag die zij opwerpt is of de rekenkamers dan niet zelf de gegevens boven water moeten zien te halen. Het opstellen van lijsten met gemeentelijk vastgoed en bijbehorende waardebepalingen zijn arbeidsintensief en behoren niet automatisch tot de taak van een rekenkamer. ‘Voor je het weet zitten ze het werk van de afdeling te doen’.
Niet teveel distantie
Hoe dan ook noemt Bouwstenen voor Sociaal het verstandig als de rekenkamer niet teveel afstand neemt van de uitvoerende afdeling. ‘Distantie is voor elk controlerend orgaan een groot goed, maar definities en toon moeten wel aansluiten bij de praktijk binnen het veld’. Wordt de afstand te groot, dan kan het zijn dat een begrip als kostendekkende huur verschillend wordt uitgelegd. Neem je daarin de boekhoudkundige waarde als uitgangspunt, of verreken je ook de risico’s en beleidskosten? Dat moet per gemeente wel eenduidig zijn, uitvoerders en controleurs moeten wel dezelfde taal spreken’.
Open voor kritiek
Bouwstenen voor Sociaal belegde naar aanleiding van de recente rapporten een gesprek met de rekenkamers van Eindhoven en Enschede. Daaruit bleek dat de sector zelf open staat voor kritische beschouwingen en adviezen. Wel blijkt de toon van de rapportages daarbij een rol te spelen. ‘Rekenkamers zoeken vanzelfsprekend naar prikkelende titels voor hun rapporten. Maar hoe uitdagend ook, met een kop als ‘Veronderstelde werkelijkheid’ kom je samen niet veel verder.’
Het onderzoek is uitgevoerd door verschillende analyses van verschillende (deel)portefeuilles te maken waarmee wel degelijk vergelijkingen te maken zijn tussen kantoren voor eigen gebruik, theater e.d. Naast de harde conclusies die door ons zijn getrokken zijn ook aanbevelingen gegeven die allemaal zijn overgenomen door het gemeentebestuur, gemeenteraad en het Vastgoedbedrijf Enschede. Dus je komt zeker wel verder dan alleen met de titel van ons rapport Veronderstelde Werkelijkheid. Dus eerst lezen Ingrid voordat je commentaar geeft!.