Metropoolregio blijft investeren in openbaar vervoer

Het reizigersaantal van regionale vervoerssystemen neemt ieder jaar fors toe. De recente investering van bijna  500 miljoen euro is slechts een deel van de maatregelen die de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag (MRDH) wil nemen om de capaciteit van het vervoer verder uit te breiden. ‘We willen geen slachtoffer worden van ons eigen succes.’

Vervanging

Marc Rosier, wethouder in Zoetermeer en portefeuillehouder OV van de MRDH zegt: een deel van de investeringen in het Haagse tramnet zijn bedoeld als vervanging van de huidige tramstellen. ‘Dat was ook wel nodig, want sommigen zijn 60 jaar oud. Maar daarnaast wordt een groot deel van het geld geïnvesteerd in betere toegankelijkheid van het ov en verbeteringen aan de infrastructuur.’

Het grootste deel van het geld, meer dan 400 miljoen, komt van de metropoolregio, dus naast de gemeenten Den Haag ook van de 22 andere gemeenten die deel uitmaken van de MRDH. Volgens Rosier is dat ook precies waarvoor de samenwerking is bedoeld. ‘Dit soort investeringen vraagt een regionale aanpak. Dat geldt niet alleen voor de HTM, maar we doen hetzelfde voor de Rotterdamse vervoerders en het OV elders in de regio.’

Resultaten

De samenwerking in de metropoolregio heeft al veel nieuwe investeringen in het regionale vervoersnet opgeleverd, en volgens Rosier zijn de resultaten daarvan duidelijk zichtbaar. ‘Het gebruik van het openbaar vervoer in Den Haag en Rotterdam laat de laatste jaren een groei van 3 procent per jaar zien. En op sommige trajecten zelfs 10%. Dat is een daverend succes. Je ziet dat investeringen in nieuwe lijnen, maar ook in projecten als de Haagse tramtunnel, uiteindelijk gewoon heel veel opleveren. En de groei op bepaalde trajecten komt niet van mensen die een andere tram of metro niet meer nemen. Het zijn vooral nieuwe reizigers.’

Groei

Maar die groei moet wel worden opgevangen. De nieuwe Haagse trams hebben een grotere capaciteit. Er kunnen zo’n 27 % meer mensen in deze tram, maar uiteindelijk is er meer nodig: een hogere frequentie en het aanpassen van de infrastructuur daarvoor, en de aanleg van nieuwe verbindingen. ‘De nieuwe trams zullen vanaf 2026 gaan rijden, dus dat geeft dan even lucht. Maar we willen niet het slachtoffer worden van ons eigen succes. Uiteindelijk moeten we blijven investeren om die reizigers vast te houden.’

Plannen

En plannen voor nieuwe investeringen op de langere zijn er genoeg. In Den Haag moet de nieuwe Binckhorst nog worden ontsloten door een tramlijn, en in Rotterdam wordt gehoopt op een nieuwe oeververbinding voor de metro. Daarnaast wil de MRDH het liefst dat de spoorlijn door Delft, de ‘oude lijn’ tussen Leiden en Dordrecht , viersporig wordt.

Corona

De coronacrisis heeft wel een flinke teruggang in de OV-reizigers laten zien. En ook al is nog niet duidelijk hoe lang de crisis zal aanhouden, volgens Rosier blijft de investering in het Haagse tramnet nodig. ‘We hebben het er natuurlijk wel over gehad of de aanbesteding moet worden uitgesteld. Maar als je dit een jaar uitstelt, dan stapelt het zich alleen maar verder op. Het reizigersaantal zal blijven groeien, ook omdat het aantal inwoners van de regio alleen maar toeneemt. Hier moeten nog 240.000 nieuwe woningen worden gebouwd, en de regio kan meer drukte op de weg nu al niet meer aan. Maar voordat al die nieuwe huizen worden gebouwd, moet er eerst goed openbaar vervoer zijn. Gemeenten wachten daar niet op, dus we moeten blijven aansluiten bij bouwinitiatieven.’

Files

En de gemeenten willen ook dat de files rondom de grote steden worden teruggedrongen. ‘Bij ons staat het stimuleren van het ov-gebruik door automobilisten nog steeds hoog op de agenda. We willen eigenlijk dat iedere hoek van de metropoolregio vanuit iedere andere hoek in drie kwartier te bereizen valt.’

Investeren

Maar om deze investeringen te doen, kijkt Rosier ook naar het rijk. ‘In de huidige economische situatie wordt de investeringsruimte  steeds beperkter. Maar anticyclisch investeren is wel heel hard nodig. We kunnen niet zeggen: We gaan het nu niet doen. We zouden de mensen die hier nu en in de toekomst wonen en werken tekort doen.’