Provincies willen betere treinverbindingen met Duitsland

De treinverbindingen tussen Nederland en Duitsland moeten sneller en beter op elkaar aansluiten. Alleen op die manier zijn reizigers te verleiden om in plaats van het vliegtuig de trein te nemen. Dat schrijven vijf Nederlandse provincies en de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen in een brief aan staatssecretaris Van Veldhoven (Infrastructuur en Waterstaat) en haar Duitse ambtsgenoot Ferlemann. 

Visies
Volgens Gelderland, Overijssel,Noord-Brabant, Limburg, Zuid-Holland en Noordrijn-Westfalen wordt zowel in Nederland als Duitsland op dit moment gewerkt aan nationale toekomstvisies voor het spoor, maar worden de plannen onderling niet of nauwelijks afgestemd. En dat is wel nodig, omdat de treinverbindingen tussen Nederland en Duitsland langzaam zijn en de dienstregelingen geen rekening met elkaar houden, met lange overstaptijden tot gevolg.

Regionaal
De provincies zien dat het grensoverschrijdende treinverbindingen nog niet dezelfde kwaliteit heeft als de nationale treindiensten. ‘Het aantal verbindingen is beperkt, de frequenties zijn over het algemeen laag, en de grensoverschrijdende reiziger ziet zich nog steeds geconfronteerd met talloze drempels ten aanzien van informatie, ticketing en tarifering.’ Als opdrachtgevers van regionale OV-verbindingen proberen provincies dat zelf te verbeteren, maar ze willen daarbij meer steun van de nationale overheden, onder andere voor de verbindingen tussen Zwolle en Münster, Enschede en Dortmund, Eindhoven/Arnhem en Düsseldorf en Maastricht en Aken.

HSL
Het gaat de provincies niet alleen om het regionale grensverkeer, maar ook over de treinverbindingen tussen de Randstad en Duitse steden. Zo pleiten ze voor een verbetering van hogesnelheids-treinverbindingen, onder andere op de trajecten tussen de Randstad, Utrecht, Arnhem en Heerlen met steden als Keulen, Frankfurt en Berlijn.