Bouw tijdelijke woningen hapert
De schaarste aan sociale huurwoningen heeft als pijnlijk gevolg dat mensen die door uitzonderlijke situaties dringend op zoek zijn naar een woning nergens terechtkunnen. De bouw van tijdelijke woningen kan soelaas bieden. Maar het doel om aan het einde van dit jaar 10.000 van dit soort woningen te realiseren blijkt niet haalbaar. Waar hapert het?
De schaarste aan sociale huurwoningen heeft als pijnlijk gevolg dat mensen die door uitzonderlijke situaties dringend op zoek zijn naar een woning nergens terechtkunnen. De bouw van tijdelijke woningen kan soelaas bieden. Maar het doel om aan het einde van dit jaar 10.000 van dit soort woningen te realiseren blijkt niet haalbaar. Waar hapert het?
Goede intentie
Nederlandse woningcorporaties ambiëren voor 2026 150.000 sociale huurwoningen te bouwen en nog eens 10.000 tijdelijke woningen voor 2023. Het Rijk maakt de bouw financieel mogelijk dankzij de Regeling Vermindering Verhuurderverheffing, de RVV-regeling. Twee jaar geleden is de Taskforce Nieuwbouw Woningcorporaties in het leven geroepen met de taak het bouwproces te begeleiden en versnellen.
Politieke daadkracht
Van de 10.000 tijdelijke woningen is slechts een kwart gepland of gebouwd. Volgens Rob Haans, bestuursvoorzitter van woningcorporatie de Alliantie en lid van de Taskforce, schort het onder andere aan politieke daadkracht. De aanwijzing van geschikte locaties en het verkrijgen van vergunningen verloopt stroef. ‘Gemeenten moeten soms door weerstand. Want niet iedereen zit te wachten op de invulling van een open gebied om daar tijdelijk woningen te maken. Je moet in gesprek met de gemeenschap om te zeggen wij vinden die woningnood zo urgent dat we dit gaan toevoegen voor die en die groep. En dat vergt moed.’ Daarnaast moet volgens Haans op gemeentelijk niveau meer capaciteit komen. ‘Dat zijn soms handjes en soms is het een voorbeeld van een collegagemeente volgen.’
Financiële obstakels
Een ander punt dat de bouw in de weg zit is van financiële aard. ‘Doordat de exploitatietermijn van een tijdelijke woning tien jaar is, is er een relatief korte investeringstijd. Dan zijn de kosten per jaar heel hoog’, zegt Haans. Opties om investeringen makkelijker te maken zijn woningen vijf jaar langer laten staan of herplaatsen. Na tien jaar kan een woning nog eens tien jaar op een andere plek staan, een verdubbeling van de exploitatietermijn. ‘Maar je houdt hetzelfde probleem met locaties en vergunningen’, verzucht Haans.
Geen geschikte locaties
De VNG noemt als knelpunt dat te weinig locaties geschikt zijn voor tijdelijke bouw. Zo kunnen locaties bestemd zijn voor permanente woningbouw, zijn ruimtelijke ordeningsprocedures niet rond, of zijn er bezwaren van omwonenden. Daarnaast zouden ‘corporaties er geen brood in zien omdat een tijdelijk project doorgaans niet rendabel is.’ De corporaties, evenals de gemeenten, zetten volgens VNG liever in op permanente huisvesting en niet op tijdelijke woningen.’
Urgentie
Het kabinet ziet de urgentie van tijdelijke woningen echter wel in. In het regeerakkoord staat dat er jaarlijks 15.000 nieuwe tijdelijke woningen bij moeten komen. Dan moet er wel wat veranderen volgens Haans. ‘We zitten nu op ongeveer 3000 van die 10.000 die we in twee jaar zouden bouwen. Dat is dus een forse stap meer. Er moet echt in de urgentie en locaties veel gaan gebeuren.’
als D66 die een groot voorstander is van immigratie en dus van bevolkingsgroei, mag ook verwacht worden dat ze de huisvesting erbij regelen. Datzelfde mag worden verwacht van partijen die de bevolkingsgroei op hun beloop laten, zoals VVD en CDA. Mijn voorstel is dat de kamerleden van deze partijen hun eigen woningen ter beschikking stellen aan mensen die met spoed een woning zoeken. Eigen schuld.