Kraamkamer voor waterbeheer
Belangrijker voor de ontwikkeling van de polder – en de omgeving – is dat het gebied fungeert als proeftuin voor nieuwe vormen van ruimtelijke inrichting en waterbeheer. Al twintig jaar wordt hier mede op initiatief van omwonenden nagedacht over plannen om de natuur in de polder te versterken.
De Koopmanspolder bij Wervershoof is proefgebied voor ruimtelijke inrichting op basis van wisselend waterpeilbeheer. Natuur, recreatie, waterbeheer, cultuurlandschap en uiteindelijk zelfs de boeren profiteren van de proef. En dat ‘op een koopje’.
Gelegen aan de buitenkant van de Westfriese Omringdijk trekt de 16 hectare grote Koopmanspolder als vanzelf de aandacht van langsfietsende omwonenden of recreanten: het is een merkwaardig driehoekig stuk land tussen het IJsselmeer en de eerste bebouwing van het plaatsje Wervershoof (gemeente Andijk), met afwisselend water, zand, gras en veel vogels.
Meest in het oog springend zijn de ronde plassen en ringvormige sloten die als een draaikolk het gebied in draaien: landschapskunst op de grens van water, lucht en land om de band met het achterliggende oude cultuurgoed te benadrukken.
‘De polder ligt niet voor niets aan de Omringdijk, een cultuurhistorisch icoon van West-Friesland’, zegt Jaap Bond, gedeputeerde landbouw en landelijk gebied in Noord-Holland. Je ziet hier bij wijze van spreken Dik Trom en veldwachter Flipsen nog door het land rennen.
Belangrijker voor de ontwikkeling van de polder – en de omgeving – is dat het gebied fungeert als proeftuin voor nieuwe vormen van ruimtelijke inrichting en waterbeheer. Al twintig jaar wordt hier mede op initiatief van omwonenden nagedacht over plannen om de natuur in de polder te versterken. Deze plannen kwamen eind vorig decennium in een stroomversnelling toen Rijkswaterstaat met het idee van de zogenoemde achteroevers kwam. Onder dit concept, waarbij gebieden buitendijks en binnendijks elkaars functie versterken, staken de provincie Noord-Holland, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en Rijkswaterstaat de koppen bij elkaar en kreeg de polder zijn nieuwe bestemming als kraamkamer voor nieuw waterbeheer.
Natuur en recreatie
Kern van project Achteroevers is de ontwikkeling van natuur en recreatie, gestoeld op een experiment met wisselend waterpeil, stelt Karel Bruin-Baerts, adviseur bij Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Dit jaar volgt de waterstand het natuurlijke seizoenspeil, volgend jaar raakt het buitendijkse gebied verdroogd, begin 2016 wordt het als calamiteitenoverloop juist onder water gezet.
De effecten op de natuur aan beide zijden van de dijk worden gedurende het experiment in kaart gebracht. Behalve naar de voordelen wordt ook gekeken naar eventuele schade door verdroging en vervuiling. Mede op basis hiervan worden de grenzen van het meervoudige gebruik van de polder verkend, zegt Bruin-Baerts.
En hoewel de werkelijke proef pas een maand loopt, zijn de gevolgen al duidelijk zichtbaar. Sterker: binnen een dag na de eerste waterinlaat ‘zag het al zwart van de vogels’, aldus Bruin-Baerts. ‘Vorig jaar hebben we een nulmeting gedaan. Afgelopen maand werd water ingelaten om het natuurlijke lentepeil te bereiken. Nog geen 24 uur later veranderde het landschap al zichtbaar, terwijl ook de vogelstand direct reageerde.’
Op de ondergelopen weilanden kwamen duizenden vogels af. Zeg je waterbeheer en natuurontwikkeling, dan zeg je hoogheemraadschap en provincie. Rond de Koopmanspolder vonden Hollands Noorderkwartier en Noord-Holland zich volgens gedeputeerde Bond dan ook precies in deze gedeelde belangen. ‘De polder grenst aan het Natura 2000-gebied IJsselmeer, wij hebben daar de verplichting tot natuurontwikkeling. Het hoogheemraadschap heeft een watertaak, dus dat konden we prima combineren. Zeker toen Rijkswaterstaat ook nog aanschoof met het idee van de achteroevers, kwam het bestuurlijk overleg in een stroomversnelling.’
Ideaal proefgebied
De polder bleek voor alle partijen een ideaal proefgebied. Doordat het een gesloten watersysteem achter de dijk heeft, kan er met het peil worden geëxperimenteerd zonder risico voor de omgeving. Verder levert het multifunctionele gebruik van water(opslag), natuur en recreatie voor de provincie en Rijkswaterstaat kansen om hun taken te optimaliseren. Op verzoek van Rijkswaterstaat werd bijvoorbeeld een visvriendelijke vijzelpomp geplaatst waarmee het IJsselmeerwater in en uit het gebied wordt gepompt. Vissen kunnen hierdoor zonder schade tussen het meer en de polder migreren. ‘Zo ontstaat een prachtige paaikamer’, aldus Bruin-Baerts.
Voor de provincie biedt de polder ook nog eens recreatieve mogelijkheden: het accent ligt op natuurontwikkeling, maar een deel van het gebied wordt van 15 juli tot 15 oktober opengesteld voor publiek – dus buiten het broedseizoen en de periode van winterrust.
Het publiek heeft ook over de ontwikkeling van de polder meegepraat. Bruin-Baerts: ‘We hebben zo veel mogelijk partijen bij het project betrokken. Natuurbeheerders, omwonenden en uiteraard de agrariërs in de buurt. Het is onze taak als provincie om draagvlak te creëren en de belanghebbenden bij elkaar te brengen’.
Het overtuigen van de boeren lijkt een lastige klus. Immers: agrarisch land teruggeven aan de natuur ligt meestal nogal gevoelig. Maar volgens Bond viel dat erg mee: ‘Grootste angst die LTO-West-Friesland uitsprak, was dat het water te veel ganzen zou aantrekken, met alle overlast van dien. We hebben het gebied nu zo ingericht dat er niet meer ganzen op af komen dan eerst. Daarmee was LTO tevreden’.
Bruin-Baerts zegt dat een flink aantal jonge boeren zich sowieso realiseert dat het roer van de bedrijfsvoering om zal moeten. ‘Zij zien juist kansen in dit soort initiatieven, door bijvoorbeeld te gaan telen op drijvende matten. Anderen richten zich op zilte teelt.’
Provincie en Hoogheemraadschap zeggen dat ze van deze voorhoede van boeren gebruik hebben gemaakt. ‘We hebben de boeren meegenomen en de voordelen van dit soort proeven voor de omgeving duidelijk gemaakt.’ En met succes: het jaarverslag van LTO-West Friesland doet het experiment in een korte alinea af. Blijkbaar leidt het niet tot enige opschudding.
Dit zou nog op onverschilligheid kunnen duiden, ware het niet dat natuurbeheerders, omwonenden én boeren in de omgeving actief betrokken zijn bij de proef. ‘Deze mensen zijn onze ogen in het gebied. Zij brengen de veranderingen die ze dagelijks zien in beeld. Alles zelf monitoren is onmogelijk, dat zou ook veel te duur worden’, verklaart Bruin-Baerts.
Daarmee komt hij bij een ander sterk punt van de proef in de Koopmanspolder: het gebeurt ‘op een koopje’, aldus de bestuurders. De totale kosten bedragen rond 700.000 euro, maar door de combinatie van functies kan dat geld elders vrijvallen. Zo moest het hoogheemraadschap kosten maken om een bestaand gronddepot in de polder te ontmantelen. Rijkswaterstaat brengt Europees geld in voor het verrijken van visstand en waterkwaliteit. En de provincie spreekt het potje voor natuurbudgetten aan. Voeg daarbij de inzet van de vrijwilligers en de bestuurders spreken van ‘effectief gebruik van gemeenschapsmiddelen.’
Jaap Bond is er trots op, maar de inzet van bestuurders en vrijwilligers verwondert hem niet. ‘We hebben als provincie hard gewerkt om iedereen aan tafel te krijgen, faciliteren van gesprekken en draagvlak zoeken voor projecten die we echt willen, is nu eenmaal een belangrijk deel van mijn werk als provinciaal bestuurder. Maar eigenlijk verkoopt de polder zichzelf. Als je over die oude dijk rijdt, zie je gewoon dat het gebied mooier wordt. Hier kan eigenlijk niemand tegen zijn.’
Achteroevers
Het idee van de achteroever deed Rijkswaterstaat op tijdens een studiereis naar een merengebied op de grens van de Baltische Staten en Rusland. Medewerker Roel Doef zag dat de grote niveauverschillen en de vlakke oeverovergangen hier leidden tot een dynamiek tussen land en water die rond het statische IJsselmeer node werd gemist.
De oplossing lag volgens Doef in het slim combineren van waterbeheer en andere ruimtelijke opgaven. Hij bepleitte de aanleg van (buitendijkse) reservoirs rond het IJsselmeer, om die vervolgens in te richten als waterberging – waarbij het waterpeil fors kan veranderen. Hierdoor komt de verbinding tussen het grootste zoetwaterreservoir van Nederland en het omliggende land terug. Functiecombinaties met waterberging zijn mogelijk, zoals wonen en werken bij én op het water, natuurontwikkeling, recreatie en duurzame landbouw en -visserij. Visstand, vogels en fauna profiteren hiervan, terwijl wateroverlast en droogte beter kunnen worden bestreden. Er ontstaan recreatiemogelijkheden, de regionale economie wordt versterkt en wonen en werken op of aan het water verbetert de woonomgeving.
De Koopmanspolder is het eerste project dat als achteroever wordt uitgevoerd. Het plan kreeg in 2011 de ‘Water ontmoet Water’-prijs voor meest innovatieve project. Er zijn concrete plannen om in de Wieringermeerpolder een tweede gebied in te richten.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.