Overheden gaan wildzwemmen reguleren

Overheden willen zwemmen in open water strenger reguleren. Zeker met de hoge temperaturen wordt er steeds vaker gezwommen op plekken waar dat niet veilig is, zoals bij rivieren, kanalen en grachten. Provincies en gemeenten zagen dat lang door de vingers, maar gaan de ‘wildzwemlocaties’ nu veiliger maken of actief ontmoedigen, schrijft Trouw.

Gevaar

Op deze niet-officiële zwemplekken kan zowel de veiligheid als de waterkwaliteit niet worden gegarandeerd. Zwemmers kunnen in aanraking komen met schepen of ze kunnen ziek worden van het water, bijvoorbeeld vanwege de in de zomer veelvoorkomende blauwalg. Daarnaast is er vaak sprake van overlast voor omwonenden. Gemeenten handhaven zelden op deze plaatsen en het zwemmen wordt er niet alleen gedoogd, maar dikwijls zelfs gefaciliteerd. Dat mag niet volgens de Europese zwemwaterrichtlijn.

Verboden

Nederland telt ruim 800 officiële zwemlocaties, waar tijdens de zomermaanden wordt gecontroleerd op de waterkwaliteit. Deze zwemzones zijn meestal duidelijk herkenbaar aan informatieborden en een ballenlijn. Zwemmen op niet-aangewezen plekken wordt afgeraden en in de buurt van bruggen, sluizen en vaarwater is het verboden.

Spagaat

Gemeenten zitten in een spagaat. Inwoners, vooral van steden, hebben vaak behoefte aan meer zwemwater, stelt het Nederlands Instituut Veiligheid Zwemlocaties (NIVZ). ‘Het warmere weer speelt daarin een rol, maar ook de populariteit van zwemmen in open water zit in de lift’, reageert directeur Bernard Korte in Trouw. Een wildzwemlocatie omzetten naar een officiële zwemplek is lastig. Vaak is onduidelijk hoe het gesteld is met de veiligheid en de verantwoordelijkheid. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft nu een Werkgroep Wildzwemmen geformeerd. Daarin zitten onder meer het RIVM, Rijkswaterstaat, gemeenten en de waterschappen.