Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Grijs te honkvast

Lars Brugman, onderzoeker bij het Kadaster, zette de cijfers over vergrijsd woningbezit voor Binnenlands Bestuur op een rij. Hij ziet dat het onderwerp vergrijzing op de woningmarkt bij veel partijen op de agenda staat, maar dat er nog weinig harde cijfers over bekend zijn.

02 december 2016

‘Vergrijzing van de woningmarkt’ was vooral een beleidsvraag voor grote steden en krimpgebieden met veel sociale woningbouw. Maar de grijze golf van huizenbezitters vormt een nieuwe uitdaging, vooral in problematische krimpgebieden. Zoals in Berkelland.

Het is een bijzondere top vijf. De woonplaatsen van welgesteld Nederland scoren dit keer niet met woongenot, rijkste mensen of outdoorlaarzendichtheid. Nee, het is de leeftijd van de woningbezitters waarmee zij aan kop gaan. Onder de tien gemeenten met het grootste aandeel koopwoningen in bezit van 70-plussers, zijn opvallend veel rijkeluisgemeenten langs de Noord-Hollandse kust en in het Gooi (zie graphic).

Schiermonnikoog staat bovenaan: een op de drie particuliere woningen is daar in handen van inwoners die voor 1946 zijn geboren. De gemeenten op de lijst zijn vooral typische welvarende gemeenten waar de woningen te duur zijn voor jongeren of waar ouderen gemiddeld zo lang wonen dat er weinig woningen op de markt komen, licht Lars Brugman toe. Hij is onderzoeker bij het Kadaster, dat de cijfers over vergrijsd woningbezit voor Binnenlands Bestuur op een rij zette. Hij ziet dat het onderwerp vergrijzing op de woningmarkt bij veel partijen op de agenda staat, maar dat er nog weinig harde cijfers over bekend zijn.

Op basis van het landelijke overzicht van leeftijd en woningbezit neemt het Kadaster in elk geval twee algemene trends waar: het woningbezit onder ouderen is het grootst langs de kust en in het Gooi, maar vooral ook in de krimpgebieden: Zeeland, Limburg, de Achterhoek en Noord-Nederland. En: in stedelijk gebied is het woningbezit groter onder jongeren; ouderen wonen vaker dan jongeren in het buitengebied.

Weinig zorgen
De topvijfgemeenten hoeven zich daar weinig zorgen over te maken. Hun woningen krijgen met het verstrijken van de jaren gewoon nieuwe bewoners; leegstand en verpaupering zul je in Blaricum en Bloemendaal niet snel zien. De gesignaleerde trends zijn vooral een uitdaging in de krimp- en anticipeergebieden. Met het verdwijnen van bejaardenhuizen voor de grote groep licht-hulpbehoevende ouderen, is het de vraag wie ervoor zorgt dat voor hen geschikte (aangepaste) woonruimte en bereikbare zorg beschikbaar is. En wat, een fase verder, de bestemming is voor het vrijkomende particuliere woningbezit.

Interessant is dan om de kenmerken van het seniorenbezit te kennen. Wonen de senioren vooral in verouderde vrijstaande woningen, of bezitten ze nog hun vijftig jaar oude gezinswoning of zelfs de oude arbeidershuisjes? Die gegevens verschillen per wijk, zegt Kadasteronderzoeker Brugman. ‘Je kunt bij dit onderwerp moeilijk in algemeenheden spreken. Per locatie verschillen de gegevens over bevolkingsopbouw, woningbezit, woningtype en bouwjaar.’ Nog een stap verder is te onderzoeken of het vergrijsde woningbezit nog gewild en financieel bereikbaar is voor jongeren. Ouderen bezitten relatief veel vrijstaande, grotere woningen, stelt Brugman. ‘Je kunt je afvragen, als dat bezit vrijkomt, of dat aansluit bij de behoefte en mogelijkheden van jongere kopers.’

Droombeeld
Neem Ruurlo (gemeente Berkelland), zo’n uitverkoren dorp in de Achterhoek – mooi kasteel, treinstation, actief verenigingsleven –waar inmiddels een kwart van de inwoners 65-plus is. Mooi en goedkoop wonen in de Achterhoek of Drenthe was jarenlang het droombeeld van senioren uit het westen. Massaal verruilden babyboomers hun afgeloste gezinswoningen in de Randstad voor boerderijtjes en bungalows in het groen. ‘Bij dat kwart 65-plussers zitten behoorlijk wat import-gepensioneerden’, zegt wethouder Patricia Hoytink- Roubos (CDA, wonen/ demografie).

Het eigenwoningbezit in de gemeente is van oudsher hoog: gemiddeld circa 75 procent. In het dorpje Beltrum, in het buitengebied van de gemeente, is dat cijfer nog hoger, zo’n 90 procent. Er wonen veel oude boeren, die zo lang mogelijk op hun eigen boerderij willen wonen, zegt Hoytink. Maar er wonen ook jongeren, die eigenlijk best belangstelling hebben voor de oude boerderijtjes in het buitengebied. En voor een gunstig gelegen straatje met verouderde en dus goedkope gezinswoningen. Alleen: de ouderen die erin wonen maken geen aanstalten om te vertrekken.

Het is interessante en bruikbare informatie, vindt de wethouder, die naar voren komt in bijeenkomsten die de gemeente organiseert in Beltrum. Het dorp is een proeftuin, waarin Berkelland met het project ‘Wonen in de toekomst’ de woonbehoefte van jong en oud in kaart brengt, samen met inwoners. De bedoeling is om een visie op het wonen in Beltrum te ontwikkelen, maar vooral ook samen met inwoners concrete projecten op te zetten om Beltrum klaar te maken voor de toekomst.

Heleen Huiskamp, programmamanager demografie vult aan: ‘Misschien kunnen we wel woningruil faciliteren, als we daarmee jongeren in Beltrum kunnen behouden. Of ruimte bieden voor woongroepen voor ouderen. Alleen als je in gesprek gaat, kom je te weten wat de woonwensen zijn. En deze wensen van jongeren zetten ouderen ook aan het denken over hun mogelijkheden. Als gemeente hebben we dan misschien meer aan zorgwoningen in een verbouwd schoolgebouw dan aan nieuwbouw voor jongeren.’

Mes in bouwplannen
Afgelopen voorjaar was Berkelland een van de eerste gemeenten die de Blijverslening beschikbaar stelde, via het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting. Met de lening kunnen ouderen woningaanpassingen betalen om hun huis levensloopbestendig te maken. Met startersleningen probeert de gemeente jongeren te interesseren voor bestaande woningen in de grote kernen.

Ook zette de gemeente het mes in de bouwplannen, zegt wethouder Hoytink. ‘We hadden nog harde plannen voor 700 woningen, terwijl er slechts ruimte is voor 285. De plannen op eigen gronden hebben we grotendeels geschrapt. Nu maken we voor alle kernen een structuurvisie waarin staat waar we nieuwbouw nog van toegevoegde waarde vinden. Daarmee creëren we voorzienbaarheid: als grondeigenaren niet binnen een jaar beginnen met een project, schrappen we de woningen uit het bestemmingsplan.’

De urgentie is helder in Berkelland. Het aantal huishoudens daalt van 18.800 nu naar 17.800 in 2040. En in dat jaar telt de gemeente 240 procent meer tachtig-plussers dan nu, luidt de prognose volgens wethouder Hoytink. Tegelijkertijd vindt er ontgroening plaats: jongeren verlaten de Achterhoek. Ook dat heeft gevolgen voor het woon- en zorgbeleid. ‘Nu is het aantal mantelzorgers per oudere nog drie op een; veel senioren verrichten mantelzorg. In Beltrum hebben bewoners een soort marktplaats voor hulp en klusjes gemaakt. Er is hier bovengemiddeld veel sociale cohesie en solidariteit. Straks is de verhouding echter één mantelzorger op elke oudere. Wie zorgt er dan voor hen?

Het is goed dat we een beroep doen op de zelfredzaamheid van de samenleving, maar in dat elastiek is de rek wel een keer op.’ De gemeente introduceerde vijf wijkteams waar inwoners terecht kunnen met vragen over gezondheid, opvoeding, financiële problemen, mantelzorg en eenzaamheid. Het zogenoemde Voormekaarteam is ook het aanspreekpunt voor vrijwilligerswerk en inwonersinitiatieven. Met de omschakeling van de verzorgingsstaat naar de participatiesamenleving krijgt de gemeente een belangrijke signaalfunctie, zegt de wethouder. ‘De teams bekijken wat de behoefte is aan welzijn en ondersteuning. Dat is niet altijd een directe zorgvraag, het kan ook gaan om een praatje of wat hulp in de tuin. Net die belangrijke dingen om zelfstandig te kunnen blijven wonen.’


Afbeelding

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie