Onderhoud monument vergunningsvrij
Veel van het onderhoudswerk aan monumenten, wordt toch vergunningsvrij. Dat bepaalde de Tweede Kamer dinsdag na een debat over de monumentenzorg. Een motie voor een meldingsplicht voor onderhoud om zo de eigenaren een ‘servicemoment’ te bieden, redde het niet.
De deregulering schrijdt voort. De afgelopen weken ontstond grote commotie over de modernisering van de monumentenwet, ‘momo’ in jargon. Vooral het besluit van staatssecretaris Zijlstra (VVD) van Cultuur om interne wijzigingen en het vervangen van ‘niet-monumentale onderdelen’ vergunningvrij te maken, baart monumentenorganisaties zorgen. Zandstralen van eeuwenoude gevels, antiek glas vervangen door dubbel glas of het plaatsen van zonnepanelen op een monumentaal dak; het moet allemaal mogelijk worden zonder de bedilzucht van ambtelijke monumentenmensen.
Ook de regelgeving rond het beschermde stads- en dorpsgezicht komt op losse schroeven te staan, aldus de staatssecretaris. Alles wat niet direct vanaf de straatzijde in het zicht staat, mag zonder tussenkomst van vergunningen worden veranderd. Een loods van 30 vierkante meter in een binnentuin in zo’n beschermd stadsgezicht, een serre aan de achterzijde of een ronkende airco op het dak wordt allemaal mogelijk zonder vergunning.
De verontwaardiging over de modernisering van de wet is dan ook groot. ‘Dit beleid treft de vierhonderd beschermde stads- en dorpsgezichten, historische stadcentra, de mooie dorpjes en oude arbeiderswijken waarin de typisch Nederlandse cultuurgeschiedenis nog ongerept wordt bewaard’, zo vindt bijvoorbeeld de Federatie Welstand.
Staatssecretaris Zijlstra trachtte de recente opschudding te sussen door te zeggen dat ‘het slechts gaat om kleine, niet constructieve ingrepen’. Volgens Zijlstra worden bovendien nu al veel ingrepen in monumenten gedoogd zonder vergunning. ‘Jaarlijks geven gemeenten tussen de 2.500 en 3 duizend vergunningen af’, schreef de staatssecretaris in de begeleidende Kamerbrief voorafgaand aan het debat. Tegelijkertijd maken 8.500 eigenaren gebruik van de ‘fiscale aftrek onderhoud monumenten’, aldus Zijlstra. Kennelijk worden jaarlijks 6 duizend ingrepen zonder vergunning gedoogd door de gemeenten.
Polderconcept
Bovendien komen de beleidswijzigingen niet uit de lucht vallen. Al vanaf 2008 is de monumentenzorg onderwerp van discussie en onderzoek. In 2009 zijn twee grote bijeenkomsten gehouden met een dertigtal partijen uit het veld en leek de modernisering zich te voltrekken volgens goed polderconcept.
Dat belette de dertig grote monumentengemeenten echter niet om de laatste weken stevig aan de bel te trekken onder aanvoering van de gemeente Amsterdam. De gemeenten zijn niet zozeer tegen deregulering en het vermijden van onnodige en tijdrovende procedures. Maar ze vrezen dat het contact tussen de monumenteigenaar en de ambtenaar verloren gaat. Volgens de gemeenten zitten monumenteigenaren vaak met de handen in het haar als het gaat om het onderhoud aan hun pand, ze ontberen de kennis.
‘Creëer een meldingsplicht waardoor een contactmoment ontstaat tussen monumenteigenaar en ambtenaar’, aldus de gemeenten. Veel ingrepen en onderhoudszaken ogen op het eerste gezicht weliswaar onschuldig, maar zijn dat in de praktijk niet. Van duizenden panden is domweg onbekend welke antieke stucplafonds en wandschilderingen er verborgen zitten. Wie een wandje uit de jaren 70 van de vorige eeuw wil verwijderen, kan zomaar op een equivalent uit de 18e eeuw stuiten.
En wat dan? Tweede Kamerlid Jetta Klijnsma (PvdA) vond het daarom een bijzonder goede suggestie een dergelijk ‘contactmoment’ in het leven te roepen. ‘Niet om de burger dwingend voor te schrijven hoe het allemaal moet, maar om met hem mee te tobben’, lichtte ze toe. ‘We houden daardoor zicht op onze mooie monumenten.’ Niettemin haalde de motie het niet.
Volgens de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) is dat zicht gewaarborgd. Ingrepen in de structuur van het pand zoals het doorbreken van muren en de onvermijdelijke dakkapel blijven vergunningplichtig, meldt de RCE. Dat geldt eveneens voor gebouwen uit het zicht aan de achterzijde van Rijksof gemeentemonumenten. Binnen een beschermd stads- en dorpsgezicht kunnen gemeenten strikte bepalingen in het bestemmingsplan opnemen, aldus RCE.
Als de stofwolken rond het debat over de monumentenzorg zijn neergedwarreld, moet de komende weken een begin worden gemaakt om een werkbare invulling te geven aan de modernisering.
Geen van de voorbeelden is juist. De algemene maatregel van bestuur waarmee het vergunningvrij wijzigen van monumenten wordt ingevoerd, laat het vergunningvereiste voor deze en verreweg de meeste andere wijzigingen aan monumenten gewoon intact. De maatregel zal ingaan op 1 januari 2012. Tot die tijd kunnen rijksoverheid en gemeenten voorlichting geven aan de eigenaren over de precieze aard van de maatregel. Dat moet lukken, want anders wordt het beeld dat nu wordt opgeroepen pas echt schadelijk voor de monumentenzorg.