Duur van bouwdip blijft onzeker

De 'bouwdip' zal in 2024 en 2025 doorwerken, schrijft demissionair minister Hugo de Jonge (Binnenlandse Zaken) aan de Tweede Kamer. Door onder meer stijgende rente en gestegen bouwkosten daalde het aantal verleende bouwvergunningen en de verkoop van nieuwbouwwoningen sinds 2021 ’significant’.

Onzeker

Hoewel de economische omstandigheden de afgelopen maanden zijn verbeterd, is het volgens De Jonge ‘onzeker hoe diep deze bouwdip wordt en hoe lang deze duurt’. Positief is dat de inkomens en daarmee de leencapaciteit zijn gestegen, schrijft de minister. Daarnaast is het rentetarief van de Europese Centrale Bank (ECB) al een tijdje stabiel en is er een einde gekomen aan de stijging van de bouwkosten. Dit alles zorgt voor stijgende prijzen van bestaande woningen, wat verkopers ervan ‘minder huiverig’ zal maken om een nieuwbouwwoning te kopen, denkt de minister. De verkoop van nieuwbouwwoningen stijgt al drie kwartalen op rij.

Te vroeg

Ondanks deze positieve ontwikkelingen is het volgens De Jonge nog te vroeg om van ‘een echte omslag’ te spreken. Het aantal verleende bouwvergunningen blijft achter. Hier is nog geen trendbreuk te zien en die is volgens de minister ’echt nodig om de pijplijn van bouwprojecten weer voldoende te vullen’. Ook moet de verkoop van nieuwbouwwoningen verder omhoog.

Versneld

Het is daarom nodig om het ingezette beleid vast te houden en voortvarend uit te voeren, benadrukt De Jonge. ‘Processen en procedures moeten worden versneld en belemmeringen worden aangepakt.’ Daarnaast moeten de problemen rond het overbelaste elektriciteitsnetwerk worden opgelost. Samen met onder meer het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK), marktpartijen en regionale netbeheerders zet hij ‘alles op alles’ om ervoor te zorgen dat de geplande woningbouw op het elektriciteitsnetwerk kan worden aangesloten.

Op peil

Volgens De Jonge was de woningproductie in 2022 en 2023 nog op peil. In beide jaren werden 90.208 nieuwbouwwoningen opgeleverd. Afgesproken is dat er tussen 2022 en 2031 in totaal 981.000 nieuwe woningen worden gebouwd. Dat zijn er 45.000 meer dan eerder in de zogeheten woondeals is afgesproken. Hierover gaat de minister opnieuw in overleg met provincies en regio's om extra woningbouwplannen te maken. De plancapaciteit voor Nederland is met 1.075.000 woningen tot en met 2030 voldoende om de benodigde woningen te bouwen. Een aantal provincies blijft achter, zoals Zuid-Holland, Zeeland en Groningen. (ANP)