Nieuwbouw zucht onder bezwaarmakende burgers
De stapels bezwaren tegen bouwplannen leiden tot wanhoop bij gemeenten. Projecten met duizenden woningen liggen een jaar of zelfs twee stil.
Het is demissionair minister Hugo de Jonge een doorn in het oog: buurtbewoners die de bouw van nieuwe woningen willen tegenhouden. Maar hoeveel woningen worden door bezwaren vertraagd, en wat zit er achter? Binnenlands Bestuur en het Nederlands Dagblad zochten het uit.
Frustraties
Ambtenaren met frustraties over woningbouw hoef je niet met een lantaarntje te zoeken. ‘Vaak zegt men ‘we zijn niet gehoord’, maar lees: we hebben onze zin niet gekregen’, schrijft een boze Brabantse ambtenaar over inwoners die bouwplannen proberen te dwarsbomen. Ook de politiek moet het ontgelden. ‘Het ontbreekt het college aan daadkracht. We verzanden in ideeën en plannen, maar daar kunnen we niet in wonen!’, schrijft een Zeeuwse collega.
Deze sentimenten worden breed gedeeld. Uit onderzoek van het Nederlands Dagblad en Binnenlands Bestuur onder gemeenten blijkt dat de bouw van één op de drie nieuwbouwwoningen vertraging oploopt, omdat er bezwaar wordt ingediend. Vrijwel geen enkele gemeente ontspringt de dans als het gaat om bezwaarprocedures. Meer dan vier op de vijf gemeenten geven aan dat hun woningbouwprojecten er mee te maken krijgen. Soms betreft dat slechts een klein deel van een bouwproject, maar er zijn projecten van duizenden woningen die er door stilliggen.
‘Bezwaar maken tegen nieuwbouw is volkssport nummer één aan het worden’
Minister De Jonge (Volkshuisvesting) is niet verbaasd over de uitkomst. ‘Bezwaar maken tegen nieuwbouw is volkssport nummer één aan het worden’, zegt hij in een reactie op het onderzoek. De stem van woningzoekenden wordt te weinig gehoord, terwijl die van de ‘boze buurman’ overal luid en duidelijk klinkt, betoogt hij. ‘Het recht op uitzicht wordt zo belangrijker dan het recht op wonen. In deze tijd kunnen we ons dat niet meer veroorloven.’
Bomenkap
Hoewel het voorkomt dat natuurbeschermingsorganisaties bezwaar indienen om bijvoorbeeld bomenkap te voorkomen, heeft slechts een kwart van de gemeenten te maken met procedures vanuit die hoek. Daarentegen geeft vrijwel elke gemeente in de enquête aan dat omwonenden tot de bezwaarmakers behoren. In driekwart van de gemeenten wordt ‘aantasting van het uitzicht’ aangevoerd als reden. Ook verwachte verkeersoverlast, angst voor inkijk en vrees voor een tekort aan parkeerplaatsen zijn belangrijke bezwaargronden.
In de meeste gemeenten levert dit vertragingen op van één tot twee jaar, omdat het bezwaar tot aan de Raad van State wordt uitgevochten. Veel gemeenten proberen – met wisselend succes – bezwaarprocedures te voorkomen door met buurtbewoners in gesprek te gaan. De Jonge wil daarom de mogelijkheden om naar de rechter te gaan beperken. Soms procederen omwonenden volgens hem strategisch, om een project te vertragen – in de hoop dat uitstel leidt tot afstel. ‘Daarom willen wij af van de optie om in hoger beroep te gaan. Er blijven dan nog genoeg mogelijkheden bestaan om je recht te halen.’
Boze buurmannen vragen volgens De Jonge om ‘een rechte rug van gemeenteraden’
Tegengas
De Jonge vindt dat gemeenteraden tegengas moeten geven tegen bezwaarmakers: ‘Het is waar dat in gemeenten soms erg goed wordt geluisterd naar boze buurmannen. Die maken ook veel geluid, terwijl je de mensen die in de knel zitten niet hoort. Dat vraagt dan om een rechte rug van gemeenteraden’. De minister ziet op dat vlak een ‘kentering’ in verschillende gemeenten. ‘Zij zoeken steeds vaker bewust naar mogelijkheden om ook de stem van de woningzoekende te horen.’
Niet bij alle gemeenten is er sprake van frustratie over de bezwaren die bewoners indienen. Er is ook begrip. ‘Het is belangrijk dat gemeenten zich openstellen voor bewoners en participatie niet afdoen met een motje’, vindt een medewerker van een Zuid-Hollandse gemeente. Een ambtenaar uit het midden van het land valt haar bij. ‘De gemeente neemt bezwaren niet serieus genoeg.’
Volgens de minister is het veranderen van de regels niet de enige oplossing. Hij vindt dat omwonenden ook hun verantwoordelijkheid moeten nemen: ‘We leven met heel veel mensen op een heel klein stukje aarde. Dat betekent dat we gewoon een beetje ruimte voor elkaar moeten maken.’
De groene ruimte in de steden, de sportvelden, alles wordt volgebouwd. Weilanden verdwijnen; laagbouwwijkjes maken plaats voor flatwijken. In Zoetermeer zag ik een voorbeeld dat de gemeente het heeft gepresteerd om midden in een historisch lint van hoeves een gedrocht van een torenflat te plannen. Ja, dan krijg je weerstand. Zeker als gemeenten, om de plannen voor de ontwikkelaar goedkoop te houden, ook de parkeernormen terugschroeven. Dan ziet de buurt de bui al hangen natuurlijk. En gemeenten hebben hun mond vol over vergroening, maar als puntje bij paaltje komt, gaat er alleen maar groen af (kost alleen maar geld). In plaats daarvan komt men met surrogaatoplossingen als "groene daken" en "groene gevels", maar het valt niet mee om daar 's avonds lekker een wandelingetje door te maken.
Dus zo gek is het niet dat burgers zich verzetten tegen het verdwijnen van het land zoals zij dat kenden.