Burgerparticipatie: burger en gemeenteraad aan zet.
Kortom: de raad moet weer van de burger worden. Raden en raadsleden moeten verbinding maken met bewoners, ondernemers, kunstenaars, maatschappelijke instellingen in hun lokale samenleving. Verbinding door ruimte te durven geven, door een andere houding in te durven nemen en door hun rol in het veranderende lokale samenspel bewust in te vullen
Dit jaar heb ik veel bijeenkomsten gehouden voor gemeenteraden over de Omgevingswet. Altijd gingen de discussies over burgerparticipatie. Hoe kun je daar nu de raad aan zet laten en ook de burger? Hoe voorkom je dat er verkeerde verwachtingen ontstaan? Wat is de rol van de volksvertegenwoordiging nog als je aan burgerparticipatie doet?
Hele belangrijke vragen, die niet alleen de voor de Omgevingswet een rol spelen, maar ook bij de vernieuwing van de lokale democratie waar het ministerie van BZK mee bezig is en wetsvoorstellen voor in procedure heeft gebracht. En los van deze vorm van ‘moeten’: ook voor de vraag welke gemeente men eigenlijk wil zijn in de toekomst. Dit zijn belangrijke vragen die na de zomer nog belangrijker worden vanwege de aankomende gemeenteraadsverkiezingen.
De gemeenteraad moet het komend jaar aan de slag met het formuleren van participatiebeleid (uitvoering motie-Nooren bij de Invoeringswet Omgevingswet). Ook moet de gemeenteraad vanaf juli 2022 weten en vast hebben liggen hoe hij om wil gaan met de omgevingsvergunningen voor buitenplanse omgevingsplanactiviteiten. Bij dit type omgevingsvergunningen wordt afgeweken van de bestaande bestemmingsplannen die zijn opgegaan in het omgevingsplan van rechtswege.
Daarbij kan de gemeenteraad zichzelf opwerpen als bindend adviseur, maar dat moet vooraf gebeuren. Ook kan de gemeenteraad bij dit soort vergunningen participatie voor de aanvrager verplicht stellen. Dan is het wel handig als je als raad in beeld hebt hoe je in zijn algemeenheid met participatie om wilt gaan.
Wat verder naar de toekomst zal de gemeenteraad ook de verplichting krijgen om een participatieverordening vast te stellen. Een wetsvoorstel daarvoor is in procedure. Daarin moet het uitdaagrecht of ‘right to challenge’ - recht van burgers om taken van de overheid zelf te gaan doen oftewel overheidsparticipatie - een plek krijgen en zal ook aandacht moeten worden besteed aan degenen die participeren. Het is immers niet de bedoeling dat alleen hoog opgeleide mensen de weg van de burgerparticipatie weten te vinden.
Kortom: de raad moet weer van de burger worden. Raden en raadsleden moeten verbinding maken met bewoners, ondernemers, kunstenaars, maatschappelijke instellingen in hun lokale samenleving. Verbinding door ruimte te durven geven, door een andere houding in te durven nemen en door hun rol in het veranderende lokale samenspel bewust in te vullen. Nu is dit vaak niet zozeer onderwerp van discussie. Wel de vraag: hoe doe je dat? Iedere raad waarmee ik te maken had worstelt hiermee.
Wist u dat er een heel duidelijk rapport over is verschenen waar veel bouwstenen, tips en voorbeelden in staan? Dat rapport heet ‘Burgerparticipatie: de burger en de raad aan zet: ieder in zijn rol en in zijn kracht.’ Met als ondertitel ‘Handvatten, theorie en praktijkvoorbeelden voor gemeenteraden en raadsleden.’ Het is een uitgave van het ministerie van Binnenlandse Zaken in de Publicatiereeks over burgerparticipatie. Ik kwam het toevallig al googelende tegen en toen ik het later wilde opzoeken kreeg ik het maar slecht opnieuw gevonden. Daarom hierbij voor u de vindplaats.
Het rapport beschrijft de veranderende context van de verhouding raad – burgers en hoe het ook echt anders kan vanuit de verschillende rollen die een gemeenteraad heeft. Het bevat een samenvatting van theoretische inzichten over het spanningsveld tussen een actieve rol van de raad bij burgerparticipatie en de representatieve democratie. Het bespreekt de mogelijkheden om de rol als volksvertegenwoordiger creatiever te benutten en te versterken.
Verder bevat het praktijkvoorbeelden, leestips, en een verslag van een proeftuin waarbij de participerende raad centraal staat als toegift in de bijlage. Met veel interesse heb ik het gelezen. Toen ik het uithad, keek ik op de achterkant. Gepubliceerd in juni 2010.
Ik kan het u desondanks van harte aanbevelen als u aan de slag moet met het schrijven van participatiebeleid, met het regelen van een participatieverordening, met uw positie als raadslid ten opzichte van participerende burgers na de verkiezingen vorm te geven of met het organiseren van participatieprocessen waarbij u de gemeenteraad ook vroeg wilt betrekken. Kijk vooral naar de tips. Dat scheelt u veel gepieker en geeft u vast inspiratie.
Er is nu eenmaal niet altijd veel nieuws onder de zon. Ook niet bij de Omgevingswet. En waarom zou je iets bedenken, dat al bedacht is?
Trees van der Schoot
Lees hier meer columns van Trees van der Schoot
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.