Gemeenten hanteren verouderde norm voor schoolpleinen
De VNG zegt de modelverordening bewust niet te hebben aangepast om hoge kosten bij gemeenten te voorkomen.
Gemeenten houden geen rekening met de nieuwe norm voor de omvang van schoolpleinen die sinds 2021 geldt. Dat blijkt uit een steekproef van Pointer. Pointer onderzocht de huisvestingsverordeningen voor onderwijs van 50 gemeenten en concludeert dat zij allemaal een verouderde norm hanteren.
Nieuwe norm
Sinds 2021 is in het Kwaliteitskader huisvesting onderwijs opgenomen dat iedere school minimaal 5 vierkante meter per leerling aan buitenspeelruimte zou moeten hebben. Dit om te garanderen dat de kinderen voldoende kunnen bewegen op school. Via de norm zou er sprake moeten zijn van een bepaalde basiskwaliteit.
Oudere norm
Echter blijkt nu dat de onderzochte gemeenten allemaal een andere norm gebruiken, namelijk van 3 vierkante meter per leerling. Deze ondergrens is afkomstig uit de modelverordening van de VNG, merkt Pointer op. Op basis van dat document stelden veel gemeenten hun eigen beleid vast.
Keuze VNG
De VNG laat aan Pointer weten dat zij bewust geen nieuwe modelverordening heeft opgesteld met daarin de nieuwe norm. Dit vanwege financiële redenen. Het zou gemeenten veel geld kosten wanneer ze de grotere schoolpleinen moeten gaan realiseren. Dat is best opmerkelijk, omdat de VNG zelf heeft meegewerkt aan het sinds 2021 geldende kwaliteitskader.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.