Circulair zetje in de rug
Afval bestaat niet, dat weten we nu wel. De voddenboer van weleer is vervangen door geavanceerde inzamelmethoden en bijpassend jargon; de circulaire economie. Voor gemeenten ....
Afval bestaat niet, dat weten we nu wel. De voddenboer van weleer is vervangen door geavanceerde inzamelmethoden en bijpassend jargon; de circulaire economie. Voor gemeenten houdt het werk echter niet op bij een mooie milieustraat voor burgers; er is nog een wereld te winnen bij bedrijven.
Die circulaire economie is momenteel volop in ontwikkeling. De meeste bedrijven die circulair bezig zijn maken winst, net als de meeste recyclingbedrijven, en dat in deze zware tijden. Ook de overheid houdt zich bezig met de circulaire economie. Daar is het een thema op de innovatie estafette op 12 november in de RAI in Amsterdam. De overheid en de koplopers binnen het bedrijfsleven putten weer uit de enorme stuwmeren van kennis van de universiteiten en andere kennisinstellingen.
Begrippen als de circulaire economie en de grondstoffenrotonde laten zien dat afvalbeheer steeds meer vanuit een economisch perspectief wordt beschouwd, naast het gebruikelijke milieutechnische perspectief. Huishoudens en bedrijven worden gezien als “Urban Mines” van secundaire grondstoffen. Afval wordt meer en meer als grondstof beschouwd en niet als brandstof voor Energie-uit-Afval Installaties.
Voor gemeenten geeft de Wet Milieubeheer aanknopingspunten om met die circulaire economie aan de slag te gaan. In de WM is een lijst opgenomen voor een scheidingsplicht van een minimale hoeveelheid herbruikbaar afval per week voor vergunningplichtige bedrijven. Er is rekening gehouden met de kosten voor bedrijven; als het apart houden en afvoeren van recyclebaar afval 45 euro per ton duurder is dan gemengd afval, dan hoeft het bedrijf niet gescheiden in te zamelen. En daar ligt nou de crux. Er wordt geredeneerd vanuit het perspectief dat afval kosten met zich meebrengt, terwijl dat steeds minder vaak het geval is. Daar waar vroeger betaald moest worden voor afvoer, wordt tegenwoordig geld meegebracht. De focus ligt traditioneel nog op de kosten van afval, niet op de opbrengst van afval als secundaire grondstof.
De gedachte die zich opdringt is dat gemeentes het “afval” van bedrijven ook kunnen bekijken vanuit het economisch perspectief, naast het gebruikelijke milieutechnisch perspectief. Gemeenten kunnen “afval” in hun gebied zien als een grondstof of product dat nog niet helemaal zijn weg heeft gevonden. Vanuit het economisch perspectief kunnen de gemeenten ook handelen. Zo zou men initiatieven kunnen opzetten om bedrijven te helpen om het “afval “in klinkende munt om te zetten. Te denken valt bijvoorbeeld aan mini-cursussen afvalmanagement en afvalpreventie, bijvoorbeeld in samenwerking met de lokale Kamer van Koophandel of de lokale bedrijfsvereniging. Binnen de rijksoverheid zijn ze al aan de slag gegaan. Daar hebben ze de “Rijksmarktplaats” opgezet om spullen tussen departementen uit te wisselen en zo op de inkoop te besparen. Los van het voorkomen van afval door hergebruik van spullen, wordt op deze Rijksmarktplaats een flinke duit (al meer dan 2 miljoen euro) bespaard voor de belastingbetaler. Goed voorbeeld doet volgen.
Deze nieuwe inspanningen voor gemeenten hoeven niet veel te kosten. Veel voorbeelden zijn goed te kopiëren. Door samenwerking met andere gemeenten kunnen de kosten beperkt worden gehouden. De geringe kosten zijn een goede investering in het lokale bedrijfsleven, dat het water vaak aan de lippen staat. Laten we deze bedrijven dat circulaire zetje in de rug geven.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.