Nieuwe spelregels voor natuur
Provincies zijn sinds deze maand verantwoordelijk voor ontwikkeling en uitvoering van natuurbeleid. Er ligt een basis voor een andere aanpak, maar het nieuwe beleid komt nog niet echt uit de verf, concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Wel wordt er volop geëxperimenteerd, bijvoorbeeld met de nieuwe rol van de provincies en van partners in het natuurbeleid.
Provincies zijn sinds deze maand verantwoordelijk voor ontwikkeling en uitvoering van natuurbeleid. Er ligt een basis voor een andere aanpak, maar het nieuwe beleid komt nog niet echt uit de verf, concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Wel wordt er volop geëxperimenteerd, bijvoorbeeld met de nieuwe rol van de provincies en van partners in het natuurbeleid.
Aanvankelijk waren de provincies bepaald niet gelukkig met de veranderende spelregels voor natuur. Eerst trok toenmalig staatssecretaris Henk Bleker in 2010 per direct de stekker uit het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) en bezuinigde daarmee in een klap 600 op de ruim 700 miljoen aan natuuruitgaven van provincies. Vervolgens sloot hij een bestuursakkoord, dat door de provincies voelde als “door de strot geduwd”, zegt IPO-bestuurder Jan Jacob van Dijk (Gelderland, CDA), verantwoordelijk voor de portefeuille Vitaal Platteland.
Verlammend
‘De ILG-opgave was niet realistisch en werkte verlammend in de agrarische sector. Dat gaf grote spanning tussen de natuur- en de agrarische sector.’ De abrupte stopzetting daarvan door Bleker verstoorde de relatie tussen rijk en provincies. Pas met de komst van een nieuw kabinet en staatssecretaris Sharon Dijksma zijn de verhoudingen genormaliseerd. Evenals de afspraken. In het nieuwe Natuurpact van 2013 kregen de provincies weer iets terug van het wegbezuinigde natuurgeld: voor 350 miljoen euro per jaar hebben provincies nu de hele zaak overgenomen: ontwikkelen en uitvoeren van het natuurbeleid, inclusief het realiseren van Europese afspraken over behoud en uitbreiding van unieke soorten en natuurgebieden.
Naast het verbeteren van de biodiversiteit zijn aan het natuurbeleid twee nieuwe doelstellingen toegevoegd: meer maatschappelijke betrokkenheid bij natuur en betere verbinding tussen natuur en economie, zodat natuur niet alleen geld kost, maar ook oplevert. Bijvoorbeeld via natuurvriendelijke landbouw en recreatie.
Optimisme en kritiek
Uit de net uitgebrachte tweede voortgangsrapportage Natuur van het IPO klinken optimistische geluiden over deze nieuwe taakverdeling. De maatschappelijke betrokkenheid groeit en dat brengt nieuw geld in beeld, constateren de provincies in hun rapport. Ook liggen de provincies mooi op schema met de inrichting van het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Ze hebben sinds de decentralisatie bijna 5 procent nieuwe natuur toegevoegd aan het Natuurnetwerk, dat nu 616.000 hectare omvat en verwachten de afgesproken 80.000 hectare nieuwe natuur te realiseren in 2027, aldus het IPO.
Flinke stappen zijn echter nog nodig voor het daadwerkelijk vormgeven van het nieuwe natuurbeleid, concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in een positief, maar kritisch rapport. In de vandaag gepubliceerde evaluatie van de natuurdecentralisatie stelt het PBL vast dat de fundamentele vernieuwing van het natuurbeleid nog niet goed uit de verf komt. Zo zijn de bredere ambities voor het natuurbeleid wel mooi verwoord, maar nauwelijks concreet uitgewerkt in doelen en beleidsstrategieën. Hoe kunnen provincies maatschappelijke initiatieven aanjagen en de relatie tussen natuur en economie versterken? En hoe verbinden ze dat met hun eigen ambities met natuur, landschap, landbouw, toerisme en economie?
Weinig tijd en geld voor vernieuwing
Rijk en provincies hebben nog veel vragen over de nieuwe taken en thema’s, constateert het Planbureau. In de praktijk gaat daardoor vooral aandacht uit naar het vertrouwde onderwerp van biodiversiteit. Verklaarbaar, vindt het PBL, omdat juist voor deze verplichtende inspanningen geld beschikbaar is. Provincies voelen zich genoodzaakt zich vooral te richten op de Natura 2000-opgave, de PAS en het agrarisch natuurbeheer. Voor vernieuwing van het natuurbeleid blijft zo weinig tijd en geld over. Het provinciaal beleid blijft grotendeels hetzelfde, concludeert het PBL. Wel wordt er volop geëxperimenteerd.
Lees deze week in Binnenlands Bestuur het hele verhaal, met goede voorbeelden uit enkele provincies.
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.