Neprom wil niet tekenen bij het kruisje van het waterschap
Interview met directeur Jan Fokkema over klimaateisen Hoogheemraadschap Rijnland.
Nog tot eind maart heeft Neprom, de koepelorganisatie van projectontwikkelaars, de tijd om te reageren op de nieuwe waterschapsverordening van Hoogheemraadschap Rijnland. Tot dan loopt de consultatieperiode.
Dat zal Neprom ook doen. Maar directeur Jan Fokkema weet nu al dat, in zijn ogen, het waterschap te hard van stapel loopt.
Het moeilijkste punt in de nieuwe verordening is de verplichting dat nieuwbouwprojecten straks 90 millimeter neerslag binnen 24 uur moeten kunnen bergen. ‘Dat is best een forse eis’, zei dijkgraaf Rogier van der Sande al tegen Binnenlands Bestuur. 'Dit gaat wel iets betekenen voor gemeenten met bouwlocaties en ontwikkelaars.'
In een recenter interview in vakblad Cobouw klonk de dijkgraaf minder verzoenlijk. ‘De reactie van de Neprom zou moeten zijn: rijk, neem deze norm zo snel mogelijk over’, merkte Van der Sande nu op.
Ik vind het flauw dat de dijkgraaf dan zegt: “Je hebt dat convenant getekend, dus neem die maatregel over"
Toon niet goed
‘Ik heb het interview gelezen en vind de toon van de dijkgraaf niet helemaal goed, eerlijk gezegd’, reageert Jan Fokkema. ‘Zo’n interview is altijd een momentopname, dat snap ik wel. Maar wij zitten in Nederland met z’n allen met een enorme opgave. Klimaatadaptatief bouwen is daar één van. Ik vind het goed dat een waterschap een voortrekkersrol wil vervullen, maar het gaat hier wel om een afweging die je met elkaar moet maken. Een waterschap heeft de bevoegdheid om eisen te stellen, maar het gaat hier om een afweging van welke investeringen we nu of op termijn plegen om geen natte voeten te krijgen, of erger nog.
Wij ondersteunen als Neprom het klimaatadaptief bouwen niet alleen met woorden, wij zijn ook initiatiefnemer van KAN Bouwen: een programma met onder meer Bouwend Nederland, WoningBouwersNL en het ministerie van Binnenlandse Zaken. Binnen dit programma doet een groot aantal van onze leden en van andere brancheverenigingen ervaring op met het klimaatadaptief bouwen en de voorzieningen die erbij horen. Vooruitlopend op wet- en regelgeving moeten we wel praktijkervaring opdoen. Wij leren veel van de pilots die we uitvoeren.'
70 of 90 mm?
Jan Fokkema: 'Vanuit dat perspectief hebben we ook het Convenant Klimaatadaptief Bouwen met de provincie Zuid-Holland gesloten, om ervaring op te doen met die 90 mm-maatregel. Ik vind het flauw dat de dijkgraaf dan zegt: “Je hebt dat convenant getekend, dus neem die 90 mm-maatregel over en vraag de minister om er een landelijke norm van te maken.” 90 mm vraagt heel veel. De Metropoolregio Amsterdam heeft 70 mm als eis, en 90 mm voor bijzondere locaties als viaducten en ziekenhuizen. Dat vraagt grote investeringen.
We doen nu pilots, en ik vind dat we op basis daarvan moeten kijken: vinden we dit een verantwoorde regel? En moet dat op het gehele grondgebied van het waterschap, of kan dat beperkt blijven tot locaties waar de risico’s of de potentiële schades het grootst zijn? Ik vind dat je als waterschap daar alle partijen in mee moet nemen, en niet pas in de consultatie van een nieuwe waterschapsverordening: “Teken bij het kruisje, als je niet een enorm bezwaar hebt.”
Duurdere sociale huur
'Partijen die aan de lat staan zijn projectontwikkelaars, maar ook woningcorporaties. Deze maatregel betekent hogere kosten óók voor sociale woningbouw en het middensegment. We kunnen het ons niet veroorloven dat één partij zegt: jongens, we gaan niet in overleg om tot een optimum te komen. We moeten dit met elkaar realiseren. Die 90 mm is in de pilots en in het convenant opgenomen als een streefcijfer. Maar als verplichting voor een heel gebied is deze eis nog niet onderbouwd.’
BB Waarom gebruiken jullie die 90 mm wel al als streven?
Om te kijken of dit haalbaar is, en wat er voor nodig is. Wat betekent die eis voor de bebouwingsdichtheid? En welke eisen stellen we aan bewoners? Wij hebben onder andere pilotprojecten waarin we bewoners betrekken zodat zij niet hun tuin vol tegels leggen. En als je in een wijk waterbuffers aanlegt, hoe doe je dat dan door tegelijkertijd de natuur een plek te geven? En hoe ga je om met onverhard of semi-verhard gebied buiten de erfgrenzen? Veel gemeenten hebben moeite met halfdoorlatende bodembedekking, omdat ze dat vanuit onkruidbeheer niet wenselijk vinden. Natuurlijk moeten we voorbij de vrijblijvendheid. Dat deel ik met de dijkgraaf. Maar je kunt op dit moment niet zeggen: zo is het, zo doen we het.
BB Wanneer hebben jullie wél genoeg ervaring opgedaan?
Dit is een onderwerp dat de laatste twee, drie jaar op de agenda is gekomen. Die cyclus van pilots en grotere proefprojecten moeten we nog doorlopen. Dit soort trajecten kan vijf tot tien jaar duren – ik doe een slag in de lucht. Op dit moment wordt op nationaal niveau de laatste hand gelegd aan een maatlat klimaatadaptief en natuurinclusief bouwen. Ook daarin komen dit soort elementen te staan, op de basis van ervaringen die zijn opgedaan. Dan zou het ook heel snel kunnen gaan; als verschillende waterschappen hiermee aan de slag gaan, evenals grote gebiedsontwikkelingen.
Dertig jaar geleden zat ik bij Stuurgroep Experimentele Volkshuisvesting, dat nu onderdeel is van Platform 31. Toen werkten wij aan een handboek voor duurzame stedenbouw. In dat handboek stonden al allerlei oplossingen. Bekende voorbeelden zijn wadi’s, waar je water laat inzijgen. Of ondergrondse wateropslagen: dat je holtes creëert, vaak met plastic kratten onder de grond waarmee je grote buien kunt bufferen. Daarnaast kun je watertonnen bij woningen zetten en een veel groter gebied niet verharden: tegels weg uit tuinen, maar ook in openbaar gebied minder stenen, zoals met die halfopen bestrating.
BB Wat kan het voornaamste obstakel zijn in de praktijk?
Dat kan in de kosten zitten. Dat kan in de bereidheid van gemeenten zitten, of in de acceptatie van bewoners. Het kan betekenen dat je in een lagere dichtheid moet bouwen, waardoor je je plannen niet meer rond rekent. In het gebied van Rijnland is een woningbouwopgave van meer dan 100.000 woningen. En vergeet niet al die woningen die er al staan. We richten onze blik nu op nieuwbouw, dat is heel goed. Maar er is ook een grote opgave voor de bestaande voorraad. Je moet niet extreme eisen gaan stellen aan de nieuwbouw, terwijl je aan de bestaande bouw de komende twintig jaar niet toekomt. Dat moet in evenwicht zijn.
BB Kan de 90 mm-norm ook invloed hebben op locatiemogelijkheden?
Dat zou kunnen. Sowieso moet je bij locatiekeuze rekening houden met wateroverlast en overstromingsgevaar. Als je in polders bouwt, kun je bijvoorbeeld bouwen op oude zandruggen of in andere hoger gelegen gebieden. Ik kan me voorstellen dat we in de toekomst grotere gebieden aanwijzen om water in op te slaan. Het is fijn als bij grote woningbouwopgaven de geschikte gebieden zijn opengehouden. Vaak zijn dat de lagere gebieden.
Ik vind dit een heel belangrijk onderwerp. Ik wil niet de indruk wekken dat het meevalt. Maar je moet wel serieus met elkaar omgaan, en elkaar niet makkelijk in een hoek duwen. We zullen samen op moeten trekken. Waterschappen zijn dat niet gewend, en wij ook nog niet. Met drie overheden was dat al lastig genoeg, nu met een vierde erbij wordt het nog moeilijker. We zullen dat wel moeten leren. Waterschappen worden ook voor ons belangrijker.
Het is goed dat burgers eerlijk worden voorgelicht. Een publieke discussie is gezond. Dan krijg je betrokkenheid, en vandaaruit een goede beïnvloeding van de besluitvorming. Het is essentieel dat een overheid dan inzichtelijk maakt: dit zijn de overwegingen, dit zijn de voor- en de nadelen.
Daar horen geen angstbeelden bij. Dat heb ik zeker niet bij deze dijkgraaf gehoord, maar in het verleden heb ik wel het beeld voorbij zien komen alsof we geen woningen meer in een polder kunnen neerzetten omdat het westen binnenkort onder water komt te staan en opgegeven moet worden. Dat zijn angstbeelden die niet bij de werkelijkheid horen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.