‘Nederland heeft aanwijzen Natura 2000 verwaarloosd’
Interview met Willemijn Smal en Harry Webers van de Ecologische Autoriteit.
Nederland kent 162 Natura 2000-gebieden, die in veel gevallen al twintig jaar geleden die status kregen toebedeeld. Maar nu de provincies, ter beoordeling, voor 130 van die gebieden natuurdoelanalyses hebben ingeleverd bij de Ecologische Autoriteit valt weer op dat er twintig jaar geleden wat laks is gehandeld.
Dat stelt het recente advies van de Ecologische Autoriteit, met de titel: Doen wat moet én kan. Het probleem is dat er bij de aanwijzing van de Natura 2000-gebieden geen nulpunt is beschreven: hoe goed of slecht lagen ze er toen bij?
De Ecologische Autoriteit heeft nu de beoordeling van zeventig natuurdoelanalyses afgerond. Voorlopige conclusie: in veel gevallen gaat het inderdaad slecht met de stikstofgevoelige natuur. Maar zonder nulpunt is het lastiger te beoordelen of er in de afgelopen decennia sprake was van verdergaande verslechtering.
Die natuurdoelanalyses hebben in dat been bijtrekken een belangrijke functie
Verwaarloosd
‘Wij zeggen in ons advies dat Nederland als lidstaat het aanwijzen van onze eigen strengst beschermde gebieden heeft verwaarloosd door niet goed te kijken naar dat nulpunt’, zegt Willemijn Smal, coördinator van de Ecologische Autoriteit.
‘Je zou zeggen: wanneer je de gebieden aanmeldt bij de Europese Commissie, zorg je dat je goed in de gaten hebt hoe de natuur er op dat moment in die gebieden voorstaat. De minister zegt daarvan: we moeten een been bijtrekken. Die natuurdoelanalyses hebben in dat been bijtrekken een belangrijke functie, door nu een keer goed het net op te halen: hoe staat het ermee? En dan blijkt dus dat veel gegevens er niet zijn. Daar wil ik wel meteen op aanvullen dat je weliswaar idealiter via een nulpunt een beeld krijgt van de trends in een gebied, maar dat dat niet de enige manier is om te zien hoe het gaat.’
Net als een arts
Om haar punt te verduidelijken, zoekt Smal heil in een metafoor. ‘Het is vergelijkbaar met een arts in het ziekenhuis’, begint ze. ‘Een arts heeft kennis van hoe het lichaam werkt. Net zo is er veel wetenschappelijke kennis van hoe bijvoorbeeld een hoogveen werkt, hoe een eikenbos werkt, en al die andere natuursystemen. Als je dan ziet: deze patiënt krijgt te weinig eten en drinken, en hij gaat nooit naar de wc, dan weet je dat het niet goed gaat. Ook al heb je de patiënt nog nooit gezien. Bepaalde dingen weet je op basis van de kennis die je hebt opgedaan vanuit onderzoek en ervaring.’
‘Om er een voorbeeld bij te zetten’, vult Harry Webers aan, vice-voorzitter van de Ecologische Autoriteit: ‘Ik was kortgeleden in Brabant, in het natuurgebied Kampina en Oisterwijkse Vennen. Dat is een prachtig gebied met graslanden, vennen, maar ook heideachtige landschappen. Daar was mede door de droge zomers de grondwaterstand een meter gedaald, waardoor de oude eiken in dat gebied aan het afsterven waren. In dat geval hoef je er niet alle historie bij te nemen om te zien dat het daar achteruit gaat.’
Er ís al verslechtering
Politiek saillant aan de gebrekkigheid van dit beeld van de trends in de Natura 2000-gebieden, is dat in de Europese wetgeving een verslechteringsverbod zit. In diezelfde lijn valt het op dat in de handreiking voor het opstellen van de natuurdoelanalyses, van de hand van het ministerie van LNV en het Interprovinciaal Overleg, ‘verslechtering’ en het ‘risico op verslechtering’ in één categorie zijn gestopt. Daardoor is in de natuurdoelanalyses niet altijd duidelijk van welke van de twee sprake is in het beschreven gebied. De Ecologische Autoriteit maakt dat onderscheid nadrukkelijk wel.
‘Het is heel belangrijk om dat onderscheid wel te maken’, zegt Smal, ‘want als Nederland het verslechteringsverbod overtreedt, moet het volgens de Europese richtlijnen onverwijld handelen. Dan moeten prompt maatregelen genomen worden en mag niks afgewacht worden. Als je helemaal in de gegevens zou duiken, zou je in de natuurdoelanalyse het onderscheid misschien wel kunnen zien. Maar de hoofdconclusie, waar de provinciebestuurder naar kijkt, kan voor diegene dan lijken: het risico op verslechtering is niet uit te sluiten. Dat is iets anders dan: er ís al verslechtering opgetreden.’
Wat we in de gesprekken hebben gemerkt, is dat overheden een beetje op elkaar wachten
De rollen
Een andere markante observatie van de Ecologische Autoriteit is dat er nog altijd onduidelijkheid kan zijn over de rollen van de verschillende overheden. Dit probleem houdt aan, al is het ruim vier jaar geleden dat de Raad van State het stikstofbeleid afschoot en zo de Natura 2000-gebieden weer onder het vergrootglas bracht.
‘Ja, wat we in de gesprekken hebben gemerkt, en ook her en der wel lezen in die natuurdoelanalyses, is dat overheden een beetje op elkaar wachten’, zegt Harry Webers. ‘Het rijk heeft de taken gedelegeerd naar de provincies. Provincies moeten vervolgens aan die wettelijke taak voldoen, maar hebben daar wel gebiedsbeheerders, waterschappen, en noem het maar op, voor nodig. Die partijen moeten bovendien geld krijgen. Belangrijke factoren zijn de communicatie, het elkaar aanspreken op de eigen verantwoordelijkheid, het beschikbaar stellen van middelen, het controleren of de doelen gehaald worden. Daar zit ruis op, hebben we ontdekt. Dat komt doordat we zaken hebben verwaarloosd in die twintig jaar die nu achter ons liggen. Door de stikstofcrisis zijn we bij de oren gepakt en zijn we weer gaan acteren. Dus je ziet een herpositionering van partijen op hun rollen, waarbij al die factoren – geld, communicatie, regie – van belang zijn.’
Lees het volledige interview in Binnenlands Bestuur nummer 3.
Verstandig beleid was natuurlijk geweest om een paar grote stukken aan te wijzen. De Veluwe, de Wadden en de Biesbosch en klaar. Nu zitten we met onzin opgescheept als De Wilck: een plukje "vochtige en natte graslanden" bij Hazerswoude.