Minder plastic moet, ook van Europa nu
Als de strengere Europese plasticwetgeving volgend voorjaar van kracht wordt, blijven aanpak aan de bron en bewustwording bij burgers hard nodig. En zelf kunnen gemeenten ook wat doen, zegt burgemeester André van de Nadort van Weststellingwerf. Hij stelde namens het Comité van de Regio’s het advies op voor de plastic-strategie van de Europese Commissie.
Bewustwording en aanpak aan de bron blijft noodzaak
Het Europees Parlement besloot vorige maand, mede op basis van het advies van Van de Nadort, tot het weren van een groot aantal eenmalige plastics, zoals wattenstaafjes, eenmalig wegwerkbestek, frietbakjes en hamburgerdozen. De Raad (die bestaat uit de lidstaten) heeft onlangs de eigen positie bepaald en wil onder andere geplastificeerde plastic bordjes weren, per 2023. En vochtige doekjes, die alleen in Nederland al voor tientallen miljoenen euro’s aan rioolverstoppingen en milieuschade door overstromende riolen veroorzaken, krijgen als het aan de lidstaten ligt een waarschuwing dat er plastic in zit. Dan worden de producenten bovendien verantwoordelijk voor de kosten van verstoppingen.
Volgens GroenLinks in het Europees Parlement is met name die producentenverantwoordelijkheid een van de voordelen van de voorgenomen wetgeving. Voor sommige producten kunnen gemeenten daardoor straks een tegemoetkoming ontvangen, omdat ze een rol krijgen in het opruimen of de kosten daarvan. Die verantwoordelijkheid geldt in Nederland al voor bijvoorbeeld auto’s, accu’s en batterijen en witgoed en wordt dus uitgebreid naar een serie van plasticproducten.
Over uitgebreide producentenverantwoordelijkheid van sigarettenfilters, die het Europees Parlement graag wil, liet de Raad zich nog niet uit. Raad , Europees Parlement en Europese Commissie onderhandelen nog over de voorstellen. De kans dat er bij de eerste bijeenkomst een akkoord is, wordt overigens als ‘heel klein’ ingeschat. Doorgaans zijn die eerste meetings niet meer dan een uitwisseling van posities, zodat alle zijden precies weten hoe de anderen er in staan. Het is wel de bedoeling dat er dit jaar een compromis is en dat volgend jaar over de definitieve wetgeving gestemd wordt in Raad en parlement.
Vochtige doekjes
Nederland loopt nu al wat harder dan veel andere landen en dat gaat niet alleen over vochtige doekjes. Er komt in 2021 statiegeld op kleine flesjes wanneer in 2020 niet 70 tot 90 procent van de flesjes uit het zwerfafval verdwijnt en 90 procent wordt gerecyceld. De Europese plannen gaan over 90 procent inzamelen, wat dus minder ver gaat dan 90 procent recyclen, wat Nederland zelf al invoert. Bovendien komt staatssecretaris Van Veldhoven (D66) van Infrastructuur en Waterstaat volgend voorjaar met een Plastic Pact, een brede aanpak voor plastic. Haar ministerie kan er nog niets inhoudelijks over zeggen, behalve dat het doel is de plasticberg te verminderen.
Het probleem met plastic is dat het overal in zit en dat er veel soorten plastic bestaan, zegt André van de Nadort. Het gevolg is dat het vervuilt, ook al is maar 7 procent van de plasticsoep in de oceanen afkomstig uit Europa. Maar dat is met de beelden van schildpadden in plasticsoep en zeepaardjes die onder water aan rietjes zitten, geen reden niets te doen, vindt hij. ‘Als niemand iets doet, gebeurt er niets. Wellicht kunnen we hier technologie ontwikkelen die elders op de wereld gebruikt kan worden zodat zij er wat aan hebben en wij er wat aan kunnen verdienen.’
Gemeenten kunnen volgens Van de Nadort meer doen. Zo kunnen ze in hun inkoopbeleid nu al rekening houden met plastic. Zijn eigen gemeente maakt – net als veel andere gemeenten – inmiddels geen gebruik meer van plastic bekertjes. Medewerkers vonden een paar jaar geleden een hervulbare waterfles in het kerstpakket, waardoor bij de water tappunten geen bekertjes meer nodig zijn. ‘En misschien dat we nog wel meer kunnen doen.’
Multinationals
Algemeen directeur John Vernooij van Omrin, het afvalbedrijf voor Friesland, zegt dat dat kan als je door je hele organisatie heen gaat. ‘Nadat wij van de plastic bekertjes af waren, zijn ook de plastic roerstaafjes bij ons houten roerstaafjes geworden. De melk staat in flesjes in de koelkast, zodat we geen koffiemelkcupjes meer gebruiken, want dat is ook plastic.
We zijn van traditioneel geproduceerde vlaggen overgestapt op vlaggen gemaakt van PET-flessen. In iedere vlag zitten 18 PET-flessen. Vervolgens zorgen we voor hergebruik van de vlaggen, zodat ze niet worden verbrand. In onze Omrin Estafette Recycle Boulevard in Leeuwarden maken mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt er straks weer tasjes van, die we verkopen in onze kringloopwinkel. Maar we voeren ook een discussie of we überhaupt wel zoveel vlaggen willen, zolang ze nog niet 100 procent recyclebaar zijn. Zo zou je eigenlijk je hele organisatie – of je huishouden – door moeten gaan wat er van plastic is. De consument schrijft uiteindelijk de wet voor, alhoewel ik ook voorstander ben van duidelijke recycledoelen voor de industrie.’
Vernooij denkt dat circa 85 procent van het Friese plastic dat door Omrin wordt gescheiden van het afval, wordt gerecycled. ‘We hebben zelfs een minicontainer die voor 30 procent uit gerecycled plastic bestaat. De uitdaging voor producenten wordt ook om zo te ontwerpen dat het product recyclebaar is.’
En dat is nu nog een probleem. Van de Nadort: ‘Er zijn veel verschillende soorten plastic. En de plasticjes die tussen de plakken kaas zitten, zijn maar niet zo van gerecycled plastic te maken. Dat moet weer bepaalde standaarden hebben voor de voedselveiligheid.’ Hoopvol daarbij is volgens Vernooij wel, dat elf multinationals, zoals Unilever en Coca Cola, in januari op het World Economic Forum in Davos verklaarden over te willen stappen op recyclebaar plastic.
Maatschappelijke winst
Ook de gemeente Weert ziet een aanpak aan de bron, vooral via preventie en anders produceren, als succesvol. De gemeente staat voor ‘een ontspannen afvalbeleid’ richting de burger. De gemeente wil zich bewust niet conformeren aan inzamelingsdoelstellingen als 100 kilo afval per bewoner waaraan tientallen gemeenten zich hebben verbonden. Uit onderzoek blijkt volgens Weert dat de maatschappelijke winst beperkt is en de gemeente wil geen straf sanctiebeleid voeren dat door buitengewone opsporingsambtenaren wordt afgedwongen.
Er wordt dan te veel verwacht van wat de burger kan doen, vindt Weert: aanpakken van de plasticketen in totaliteit en dus ook vooral van bedrijfsprocessen is effectiever. Bovendien wordt veel afvalbeleid beïnvloed door partijen met eigen belangen en verdienmodellen, vinden ze in Weert. ‘De doelstellingen zijn doelen op zich geworden. Bestrijding van een maatschappelijk probleem komt daardoor steeds vaker op het tweede plan’, zegt een ambtenaar. Dat betekent niet dat Weert niets doet. De gemeente was het eerste lid van de statiegeldalliantie, waarin bijna alle gemeenten, alle provincies en waterschappen pleiten voor statiegeld. Weert ziet statiegeld op klein PET en blikjes graag komen. Reden: het domineert het zwerfafval. Statiegeld betekent een permanente sturing op gedragsverandering, meent Weert.
Van alle plastic dat in de gemeente Weert wordt ingezameld, en net als bij Omrin wordt gescheiden nadat het wordt opgehaald, bestaat 40 procent uit een plasticmix waarmee je niet veel kunt. Van lieverlee wordt dat dan maar ingezet voor bermpaaltjes of bankjes, maar dat plastificeert de wereld alleen maar verder. Van de Weerter plasticmix kun je tweeduizend plastic bankjes per jaar neerzetten.
‘Stel je voor: Weert in vijf jaar tijd vol met tienduizend bankjes. Daarom is het goed dat vervuiling bij de bron, vooral via preventie, wordt aangepakt, onder meer met de nieuwe plasticwetgeving die in de EU in de maak is’, zegt milieuwethouder Martijn van den Heuvel van Weert Lokaal. ‘De nieuwe Europese regelgeving is een belangrijke stap in de goede richting want het gaat om preventie en aanpak aan de bron. Het is goed om te zien dat de politiek zo dapper is om echt iets te doen aan het plasticprobleem. Van mij mogen ze zelfs nog wel een stapje verder gaan.’
Illusies
Niet iedereen maakt zich evenveel illusies over het effect van de plasticstrategie die nu in Europees verband wordt gemaakt. De Vereniging van Afvalbedrijven zegt niet te verwachten dat de aankomende plasticwetgeving een revolutie voor het afval betekent. ‘We verwachten een kleine verschuiving van plastic naar karton en papier omdat dat een goede vervanger is voor bijvoorbeeld plastic bordjes’, laat een woordvoerder weten. John Vernooij van het Friese afvalbedrijf Ormin heeft zo ook zijn twijfels. Per jaar komt er volgens hem meer dan 10 miljoen ton plastic bij in de wereldproductie ‘en dat vermindert niet rigoureus door dit plasticbesluit.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.