Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

'Meer geld uit gemeentefonds'

Gemeenten moeten gezamenlijk de krimp in goede banen leiden, stelt staatssecretaris Ank Bijleveld. Zij denkt aan extra geld voor de krimpgemeenten ten koste van de steden.

04 september 2009

Staatssecretaris Bijleveld (Binnenlandse Zaken) is in het kabinet samen met minister Van der Laan verantwoordelijk voor het in goede banen leiden van de bevolkingsdaling. ‘Gemeentelijke herindeling is niet het juiste antwoord’, meent de CDA’ster.

 

Toen Bijleveld in 2007 staatssecretaris werd, was zij bestuurlijk al langere tijd bezig met vraagstukken in relatie tot krimp. ‘Ik was burgemeester van Hof van Twente en lid van het dagelijks bestuur van de Regio Twente. Wij bogen ons toen het hoofd over het regionaal afstemmen van de woningbehoefte bij dalende bevolkingsprognoses. Verder nam ik deel aan DC NOISE, een Europees kennisnetwerk over bevolkingsdaling. De problematiek was niet nieuw voor mij.’

 

Als staatssecretaris zorgde Bijleveld ervoor dat krimp een van de aandachtsgebieden werd bij Krachtig Bestuur, een programma van Binnenlandse Zaken voor het versterken van de bestuurskracht bij gemeenten. De programmadirectie moet beleid en instrumenten ontwikkelen waarmee gemeenten kunnen worden ondersteund.

 

Geen herindeling

 

Van bovenaf opgelegde herindelingen zijn op voorhand uitgesloten, benadrukt Bijleveld. ‘Het kabinet houdt onverminderd vast aan het uitgangspunt dat initiatieven voor gemeentefusies van onderop moeten komen. Pas als gemeenten er zelf behoefte aan hebben, wordt het een onderwerp. Herindeling is niet het juiste antwoord op het probleem, want dan raken gemeenten in zichzelf gekeerd. De inhoud moet voorop staan.’ Aan de schaal van gemeenten zit volgens Bijleveld bovendien een bovengrens. ‘En in sommige gevallen is die al bereikt.’ Juist in krimpgebieden kan het volgens haar onwenselijk zijn om gemeenten verder te vergroten. In reactie op een adviesrapport van de Raad voor het Openbaar Bestuur en de Raad voor de Financiële Verhoudingen schreef het kabinet eerder al ‘dat juist in de relatief dunbevolkte delen van het land (Noord-Nederland, Zeeland) vaak nu al relatief uitgestrekte gemeenten met veel (kleine) kernen bestaan’.

 

Verdere schaalvergroting zou leiden tot ‘qua oppervlakte nog grotere gemeenten met nog meer in inwonertal dalende kernen’. Bestuurlijke samenwerking is daarom het devies, als het aan Bijleveld ligt. ‘Daarvan zijn ook al geslaagde voorbeelden te zien in onder meer Zeeland, en in het Noorden, waar Delfzijl intensief samenwerkt met Appingedam, Loppersum en Eemsmond.’ In het dit najaar te verschijnen ‘actieplan bevolkingsdaling’ hoopt Bijleveld concrete punten te benoemen. Van belang is daarbij dat zoveel mogelijk departementen bij de problematiek worden betrokken. Naast Vrom en Binnenlandse Zaken gaat het dan in elk geval ook om de ministeries van LNV (natuurontwikkeling) en Onderwijs.

 

Krachtig

 

Als het gaat om de taakverdeling tussen verschillende overheden, moet het werk in eerste instantie gebeuren in de regio. Provincies moeten volgens Bijleveld hun rol als regisseur bij ‘de ruimtelijke en economisch-fysieke planning’ krachtig invullen. Het Rijk volstaat met ‘begeleiding en coördinatie’, zoals de staatssecretaris het samenvat. Verder rekent Bijleveld het ‘stimuleren van het bewustwordingsproces over krimp’ en het ‘nadenken over bestuurlijke constellaties’ tot haar specifieke taken.

 

Ook het ‘nadenken over herverdelingsvragen’ op financieel gebied, staat op het lijstje. De staatssecretaris sluit niet uit dat krimpgemeenten tijdelijk extra moeten worden ondersteund vanuit het gemeentefonds - zoals gemeenten ook geld krijgen voor de kosten van een herindeling (frictiekosten). ‘We moeten ons afvragen hoe toekomstbestendig het gemeentefonds is. Misschien is het nodig om krimpgemeenten tijdelijk een hogere bijdrage te verstrekken. Dat kan dan ten koste gaan van de steden. Die discussie moeten we niet uit de weg gaan’, vindt zij.

 

De staatssecretaris drukt gemeenten op het hart de lokale beleidsagenda tijdig aan te passen. ‘Vroeger was groei sexy, maar je moet nu met een heel andere bril en vanuit een ander perspectief naar de ontwikkelingen kijken. Steeds minder gemeenten zullen hun grondexploitatie in de begroting kunnen verwerken. Bestuurders moeten die omslag in denken zo snel mogelijk maken. Want voor je het weet, loop je achter de feiten aan.'

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie