Wabo snel naar gemeenten, ondanks lokale bezwaren

Gemeenten krijgen volgende maand de volledige bevoegdheid voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor alle voormalige provinciale bedrijven. Staatssecretaris Wilma Mansveld (IenM) heeft besloten de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) per 1 januari 2014 te decentraliseren naar gemeenten. Het verzoek van gemeenten en provincies om de decentralisatie tot 1 juli 2014 uit te stellen, is niet ingewilligd.

Provincies houden taken bij gevaarlijke bedrijven

Met de decentralisatie worden provinciale bevoegdheden op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) bij bedrijven overgedragen naar gemeenten. Wel blijven provincies verantwoordelijk voor toezicht en handhaving bij bedrijven die grootschalig met gevaarlijke stoffen werken of met hoge emissies (BRZO- en IPPC-bedrijven).

Geld van provinciefonds naar gemeentefonds

Voor de decentralisatie wordt een bedrag van het provinciefonds overgeheveld naar het gemeentefonds. In de komende decembercirculaire blijkt straks om welke bedragen het per gemeente en provincie gaat en kunnen werkafspraken en jaarprogramma’s voor 2014 worden voorgelegd aan de gemeenteraden en Provinciale Staten. De staatssecretaris adviseert gemeenten in haar brief om de gelden die zij via het gemeentefonds ontvangen voor 2014 wel 1 op 1 over te maken naar de regionale uitvoeringsdiensten, zodat de diensten gewoon kunnen blijven doorwerken.

Verzoek tot uitstel

Het IPO pleitte eerder, mede op verzoek van vele gemeenten, bij de staatssecretaris voor het uitstellen van de decentralisatie van de Wabo tot 1 juli 2014. Lang niet alle gemeenten en regionale uitvoeringsdiensten (RUD’s) hebben namelijk voldoende voorbereidingen kunnen treffen voor de decentralisatie, meldt het IPO. En: ‘Provincies en gemeenten zijn tot nu toe vooral gericht op het zorgen dat de RUD’s goed draaien. In deze maand vinden bij veel RUD’s nog plaatsingsgesprekken plaats, met de bedoeling om per het personeel per 1 januari 2014 in dienst te kunnen nemen.’