Lokaal klimaatneutraal
Een CO2-neutrale straat, supermarkten dwingen hun vrieskist af te dekken en led-lampjes in de gemeentelijke kerstboom. Zet lokaal milieubeleid zoden aan de dijk? Of blijft het rommelen in de marge? Een drieluik over gemeenten en milieu.
Met een energiemonitor meten steeds meer gemeenten hoe hoog hun eigen verbruik is. Het goed volgen van het energieverbruik is van belang, want uit de psychologie is het bekend dat iedereen die minder wil eten, minder wil roken of minder wil drinken, begint met een helder inzicht in de feitelijke consumptie. 'Maar soms zie je dan een gemeente met veel bravoure spaarlampen aanbrengen in een schoolgebouw, terwijl er in hetzelfde pand een oude verwarmingsketel met laag rendement warmte produceert die door kieren en vijfhonderd vierkante meter enkelglas ramen naar buiten verdwijnt', zegt Jan Uitzinger.
De onderzoeker bij milieuadviesbureau IVAM in Amsterdam meent dat te vaak maatregelen die de grootste milieuwinst opleveren, over het hoofd worden gezien. Maar Uitzinger kent ook de reden waarom het vaak slechts bij het aanbrengen van wat spaarlampen en tochtstrips blijft. 'Het schoolbestuur is niet altijd eigenaar van het gebouw. Ze hebben niet de financiële mogelijkheid om de milieumaatregelen te nemen die wel zoden aan de dijk zetten. Dat moet de eigenaar doen. Soms is dat de gemeente, maar soms ook een pensioenfonds.'
Er zijn nog wel meer voorbeelden te vinden van gemeentelijke klimaatpolitiek waarbij het er op lijkt dat de milieumaatregel vooral gerommel in de marge is, of althans op het eerste gezicht marginaal lijkt. Is wel eens uitgerekend wat de milieuwinst is als alle ambtenaren een milieuvriendelijke schrijfblok krijgen? Veel ambtelijke energie vergt ook de beslissing van terrasrijke steden om in de winter de terrasverwarming te verbieden. Wat is het effect van een lastige en vooral ook impopulaire maatregel om supermarkten te dwingen om vrieskisten af te sluiten, zoals de gemeente Amsterdam beoogt?
Bevoegd gezag
'Het tikt wel degelijk aan, al kan ik niet precies zeggen hoeveel', zegt milieuadviseur Cor Leguit van bureau CE in Delft. Leguit is hoofdauteur van een studie voor de Energievisie van de gemeente Amsterdam. 'Kijk, je deelt een enorme klap uit', zegt Leguit, 'als de Hemwegcentrale in Amsterdam op duurzame brandstof overschakelt, maar in deze zaak is de gemeente geen bevoegd gezag. Je moet doen wat in je competentie ligt. Dan kom je uit bij de Wet milieubeheer. Volgens de verruimde reikwijdte van de Wet milieubeheer zijn bedrijven zelfs verplicht alle milieumaatregelen te treffen die zichzelf binnen vijf jaar hebben terugverdiend. En die vrieskisten en gekoelde schappen vallen daaronder. De Wet milieubeheer vormt zo dus een instrument voor gemeenten, en die wet is gewoon te handhaven. De supermarkten betwistten de terugverdientijd, maar recent is de gemeente Amsterdam in het gelijk gesteld.'
Een ander belangrijk terrein waarop de gemeente een effectief klimaatbeleid kan voeren, is het verkeer en vervoer. 'De gemeente kan niet gemakkelijk eisen stellen aan de auto's op haar grondgebied, maar ze kan haar eigen wagenpark vergroenen en mensen stimuleren de fiets te nemen, in combinatie met openbaar vervoer. Dat kan de gemeente stimuleren door goede voorzieningen te treffen. Dat is evenmin gerommel in de marge', stelt Leguit.
Klap
SenterNovem, een organisatie die namens het ministerie van Economische Zaken veel subsidies verdeelt en beleid monitort, heeft vorig jaar al laten uitrekenen dat de gezamenlijke gemeentelijke initiatieven ertoe leiden dat in 2010 bijna een megaton (honderd miljoen kilogram) CO2 minder de lucht in wordt gebracht. Nederland moet ongeveer veertig megaton per jaar verminderen - de helft daarvan door maatregelen in Nederland zelf. 'De bijdrage van gemeenten komt dus overeen met ongeveer vijf procent van wat Nederland in totaal aan emissiereductie vanwege de Kyoto-verplichtingen moet bewerkstelligen', schreef Senter Novem. Het agentschap spreekt van een substantiële bijdrage.
De grootste klap kan worden uitgedeeld in de gebouwde omgeving. 'In samenwerking met corporaties kunnen gemeenten de voorraad huurwoningen aanpakken. Bij die woningen is zonder twijfel de grootste slag te slaan, vindt Puk van Meegeren, medewerker van MilieuCentraal. 'Vooral samen met de corporaties in de grote steden, want die beschikken over relatief veel goedkope huurwoningen.' De Utrechtse organisatie levert onder meer via een website informatie waarmee consumenten de meest milieuvriendelijke keuzen kunnen maken. Onbetwiste nummer één op de lijstjes van wat consumenten zelf kunnen doen aan energiebesparing, is het isoleren van het huis. 'En op nummer twee staat het aanschaffen van een moderne HR-ketel', aldus Van Meegeren.
Toch wil ook MilieuCentraal niet laatdunkend doen over spaarlampen, milieuvriendelijke schrijfblokjes en het tegengaan van terrasverwarming. 'De tijd is voorbij dat er enkele grote vervuilers konden worden aangewezen', aldus Van Meegeren. 'Alle sectoren moeten hun steentje bijdragen om de klimaatdoelstellingen te halen. Het klopt dat spaarlampen niet zo heel veel bijdragen aan de CO2-besparing, maar het is een relatief goedkope en makkelijk uit te voeren maatregel', aldus Van Meegeren.
Als gemeenten zich echter louter beperken tot het uitdelen van energieboxjes met enkele spaarlampen en wat tochtstrips, dan is dat wel te min, vindt Milieu Centraal. 'Gemeenten moeten huishoudens aansporen nog meer maatregelen te treffen dan alleen het gebruik van spaarlampen en ze moeten hun eigen gebouwen aanpakken.' Dat vindt ook Marcel Aanen, beleidsmedewerker duurzame ontwikkeling van de gemeente Borsele. Recent schreef Aanen een scriptie over de milieukansen van zijn gemeente aan de Bestuursacademie van Tilburg. 'We hebben een project uitgevoerd waarbij minima energievoorlichting gaven aan andere minima in de gemeente. Het was een enorm succes. Ze waren niet alleen goed bezig voor het klimaat, maar hielden ook nog eens 180 euro per jaar in hun portemonnee. Kijk, dat tikt aan', zegt Aanen.
Zeeuws stadje
Als gemeente streeft Borsele naar een 'CO2-neutrale straat' met zeventien nieuwbouwhuizen. Die worden onder meer uitgerust met een warmtepomp en zonnepanelen. 'Je kunt zeggen "het is maar een klein straatje in een klein Zeeuws stadje", maar we geven wel het goede voorbeeld aan de burgers. En ook dragen we bij aan het creëren van een markt voor dit soort voorzieningen', aldus Aanen. 'Als meer gemeenten de bouw van dit soort woningen stimuleren, ontstaat er een markt en kan het ineens snel gaan.'
De regeringsdoelen zoals verwoord in het plan Schoon en Zuinig van milieuminister Jacqueline Cramer (PvdA) zijn ambitieus. Twintig - mogelijk zelfs dertig procent - minder broeikasgas CO2 uitstoten in 2020 ten opzichte van 1990, dat is het doel. In datzelfde jaar moet twintig procent van de energievoorziening uit duurzame bronnen als wind en biomassa bestaan. Dat wordt al een hele kluif, maar sommige gemeenten zijn nog ambitieuzer. Een twintigtal gemeenten heeft de ambitie uitgesproken om in 2012 klimaatneutraal te zijn. Wat dat begrip precies betekent, is niet helemaal duidelijk, maar het komt er op neer dat de totale stad zoveel mogelijk energie uit duurzame (vernieuwbare) bronnen betrekt, en per saldo in het gehele grondgebied geen CO2 wordt uitgestoten. Dat kan door elders CO2-compenserende maatregelen te treffen zoals het aanplanten van bomen of het deelnemen in een windmolenpark.
Hoge lat
Waar Nederland zijn handen vol zal hebben om deze CO2-emissiereductie te realiseren, gaat uitgerekend een lastige stad als Amsterdam nog een forse stap verder. Doodgemoedereerd kondigt Amsterdam veertig procent minder CO2 uit te willen stoten in 2025. Rotterdam legt de lat nog hoger en streeft zelfs naar vijftig procent minder CO2. Is dit niet vragen om een mislukking? SenterNovem denkt van niet. Het agentschap heeft recent uitgerekend dat Tilburg, Apeldoorn en Heerhugowaard daadwerkelijk klimaatneutraal kunnen worden rond 2025 (Heerhugowaard) en 2035 (Apeldoorn, Tilburg). Voor meer dan 95 procent is de gemeente weliswaar niet de primaire investeerder, maar kan ze wel alle lokale krachten mobiliseren voor de taakstelling. Als de energieprijs verder stijgt, komen de doelstellingen ongetwijfeld sneller binnen bereik.
'Dat ambities van Amsterdam en Rotterdam torenhoog zijn, is evident, maar ze zijn allerminst een utopie', zegt Rob Boerée, directeur energie en klimaat. Het komt er wel op aan niet alleen fraaie woorden op papier en in de krant te uiten, maar de ambitie te concretiseren in investeringsplannen op de lange termijn, aldus Boerée. 'Als grote steden in de gebouwde omgeving door samenwerking met woningcorporaties en projectontwikkelaars zowel in nieuwbouw, als in renovatiewoningen een isolatieniveau weten te bereiken waarmee de woningen het zuinige energielabel B mogen dragen, dan komen ze al een heel eind', zegt Boerée.
Hij wijst in dit verband ook op de kansen die er liggen in de grootschalige herstructureringsplannen, de veelbesproken veertig 'prachtwijken'. 'Als naast bekende politieke thema's als veiligheid en integratie ook klimaat en milieu een rol spelen en de besparing van al die woningen omhoog gaat, zetten gemeenten een hele grote stap voorwaarts. ' Sommige gemeenten delen met veel bombarie spaarlampen uit of pakken de terrasverwarming aan. Is dat geen opzichtige windowdressing. 'Met alleen terrasverwarming tegengaan, komen de gemeenten er niet', zegt Boerée van SenterNovem. 'Maar als deze zichtbare uitingen gepaard gaan met het onzichtbare werk om milieu-investeringen voor elkaar te krijgen, dan mogen ze van mij.'
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.