Landschap remt de snelheidsduivel
Op plattelandswegen vallen jaarlijks tweehonderd doden, vooral door te te hard rijden. Het buitengebied volleggen met drempels is geen oplossing. Deze week verscheen het Beeldenboek Plattelandswegen met succesvolle groene maatregelen. De weg wordt weer onderdeel van het landschap.
Op het eerste oog zijn het geen maatregelen om van achterover te vallen. Twee hekjes die een brug suggereren. Verderop vormen een paar heggetjes een soort groene sluis, op het kruisingsvlak een eilandje grasbetontegels: tegels waar het gras door heen kan groeien. Toch zijn deze maatregelen in het buitengebied van Schijndel op een bepaalde manier revolutionair. Hier is niet geprobeerd met drempels en strepen de snelheid van het autoverkeer te temperen, maar met andere middelen. De klassieke verkeerskundige instrumenten zijn ingeruild voor het instrumentarium van de landschapsarchitect.
De maatregelen rond Schijndel zijn voorbeelden uit het Beeldenboek Plattelandswegen dat deze week is gepresenteerd door CROW, kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte. In dit boek wordt een heel andere manier van werken voorgesteld. De problemen van plattelandswegen, zoals sluipverkeer en te hard rijden, moeten minder sectoraal vanuit de verkeerskunde worden aangepakt, maar integraal vanuit een gebiedsvisie, heet het in het jargon. In Schijndel leidde vooral de weerzin tegen drempels tot pionierswerk van de gemeente. De boeren wilden niet steeds met hun landbouwvoertuigen over de hobbels. Tegelijkertijd zag iedereen in dat er te hard werd gereden - een probleem voor een gebied dat ook aantrekkelijker wil zijn voor recreatieve fietsers.
Court Smulders, verkeerskundige van de gemeente Schijndel: 'Toen zijn we op zoek gegaan naar maatregelen die het landschap versterken. Met als inspiratiebron de oude karrensporen waar gras langs groeide zijn we zo op het gebruik van grasbetontegels uitgekomen.' De heggetjes maken de weg hier en daar wat smaller, waardoor automobilisten moeten remmen. 'Het functioneert goed', zegt Smulders. 'Het ligt er nu vijf jaar. In 2007 hebben we nog snelheidsmetingen gedaan, men houdt zich aan de snelheidslimiet van 60 kilometer.'
Suggestiestroken
Plattelandswegen zijn de afgelopen honderd jaar flink van uiterlijk veranderd. Lagen er voor de oorlog vooral onverharde wegen en karrensporen, met de schaalvergroting in de landbouw kwamen er meer verharde wegen, werden wegen breder en de wegenstructuur rationeler. De laatste dertig jaar is het drukker geworden, er verschenen recreanten, forenzen die sluipwegen zoeken.
In het kader van Duurzaam Veilig, het landelijk verkeersveiligheidsbeleid, is de maximum snelheid op veel van die wegen van 80 teruggebracht tot 60 kilometer per uur. In de praktijk rijdt men vaak harder, omdat het moeilijk is die 60 kilometer af te dwingen. Het hele buitengebied volleggen met drempels is geen optie. Dus hebben gemeenten vooral borden geplaatst en zogenaamde suggestiestroken gemaakt die de weg smaller laten ogen, een maatregel die in eerdere handboeken van CROW nog wordt voorgesteld.
Dit standaardrepertoire heeft een nadeel en dat was de aanleiding voor het maken van het Beeldenboek Plattelandswegen. 'We krijgen steeds te horen dat het er met al die strepen en drempels uit onze richtlijnen niet mooier op wordt', zegt projectleider Ceciel van Iperen van CROW. Op zoek naar voorbeelden van hoe het dan anders kan, bleken Brabant en Friesland voorop te lopen.
In Friesland werkte de begin dit jaar overleden verkeerskundige Hans Monderman met zijn tegendraadse ideeën over Shared Space waarin hij zocht naar zo min mogelijk verkeersregelingen. In dienst van de provincie adviseerde tal van gemeenten. Hij had grote invloed op de ontwikkeling van 'alternatieve' verkeersmaatregelen in Friesland. In Brabant werkte men onder de vlag Natuurlijk Sturen met het integreren van ruimtelijke ordening en verkeer. Gemeenschappelijk is de visie dat de weg weer 'onderdeel moet worden van het landschap'.
Hazen en herten
Hoe ziet dat er uit? Het Beeldenboek laat 'groene' poorten zien, het gebruik van andere verharding (klinkers, grasbeton) en bijvoorbeeld het benadrukken in plaats van wegwerken van een waterloop. Albert Jan Vester, die namens de provincie Brabant in de begeleidingsgroep zit: 'Dit boek biedt geen arsenaal aan standaardoplossingen. Je moet steeds kijken wat het landschap te bieden heeft. Elke situatie is anders.'
Vester benadrukt dat het niet alleen een kwestie is van drempels inruilen voor groene maatregelen. Het is ook een andere manier van werken: niet zelf met de oplossing komen maar vanaf het begin met de gebruikers van een gebied om de tafel. Hij is nu samen met een groot aantal organisaties (boeren, natuurorganisaties, bewoners) bezig een plan te maken voor het Groene Woud, de driehoek tussen Den Bosch, Tilburg en Eindhoven waarin onder andere het Kampina-natuurgebied ligt.
Een belangrijk doel daar is ontsnippering: zorgen dat voor de natuur de wegen minder een barrière vormen. Daarnaast moet de snelheid van het autoverkeer naar beneden en wil men verkeer dat niet thuishoort in het gebied weren. Vester laat de eerste schetsen zien. Een van de ideeën is alle overgangen voor dassen, herten en hazen zo vorm te geven dat ze ook snelheidsremmend werken.
In Friesland ligt er voor de weg tussen Haule en Veenhuizen een plan om meer met cultuurhistorie te doen. Zo wordt op de kruising met de Elleboogvaart de deels gedempte vaart weer zichtbaar in het landschap en de rolpaal, de paal waar schepen vroeger de hoek om werden getrokken, krijgt een prominente plaats. Dries Doeven verkeerskundige van de gemeente Ooststellingwerf: 'De vraag die je op de eerste plaats moet stellen is: wat wil je met het gebied? Wij zijn om de tafel gaan zitten met bewoners, hebben alle belangen geïnventariseerd en uiteindelijk is er dit uitgekomen. Volgens de richtlijnen van Duurzaam Veilig zouden we hier allemaal strepen moeten gaan trekken. Bij dat rijksbeleid zetten we hier dus grote vraagtekens.'
Wetenschap
Nu is het de vraag of Duurzaam Veilig haaks staat op deze meer op het landschap gerichte aanpak. 'Nogal wat mensen denken dat Duurzaam Veilig synoniem staat voor drempels en strepen, maar dat is niet zo', zegt Letty Aarts. Zij zat namens de stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid in begeleidingsgroep van het Beeldenboek: 'Het gaat er om een veilige weg te creëren, dat kan met drempels maar wellicht ook met het gebruik van landschappelijke elementen.' Aarts houdt een slag om de arm omdat van veel alternatieve maatregelen niet precies de effectiviteit bekend is. Aarts: 'Daar is nog heel weinig onderzoek naar gedaan.'
Van sommige basale principes is echter wel bekend hoe ze werken. Bijvoorbeeld: hoe breder de weg oogt, hoe hoger de snelheid. Nogal wat voorschriften en gewoonten uit het wegbeheer werken een hoge snelheid in de hand. De bermen groener maken of meer bomen planten in de berm waardoor een weg smaller lijkt (zoals in het Beeldenboek wordt gesuggereerd), staat haaks op wat generaties verkeerskundigen en civiel technici hebben geleerd. Immers, iemand kan tegen zo'n obstakel rijden. Er bestaat zelfs een ouder handboek Veilige bermen van hetzelfde CROW dat nu het Beeldenboek uitgeeft. Voor een 60-kilometerweg wordt aanbevolen een 2,5 meter brede obstakelvrije zone te maken.
Minder klakkeloos de handboeken volgen en meer de weg bekijken in relatie tot zijn omgeving, is daarom echt wel een omslag, vindt Kees Slabbekoorn, verkeerskundige van Waterschap de Zeeuwse eilanden en betrokken bij het Beeldenboek. Hij noemt het een 'U-bocht'. 'Technisch zijn wegen alleen maar opgewaardeerd, het wegbeheer is steeds beter geworden, er zijn steeds nauwgezettere richtlijnen gekomen. De hele verkeerstechniek met drempels en strepen hebben we ingezet om het verkeer steeds beter te regelen. Maar daarmee zijn we steeds in het verkeersdomein gebleven. In deze nieuwe aanpak nemen we daar afscheid van.'
Dodelijke plattelandswegen
Er ligt in Nederland zo'n 55.000 kilometer plattelandsweg. Jaarlijks vallen er zo'n tweehonderd verkeersdoden op 'erftoegangswegen buiten de bebouwde kom', zoals plattelandswegen in Duurzaam Veilig-jargon heten. Dat is een kwart van de achthonderd doden die er jaarlijks op het hele Nederlandse wegennet vallen. Dat heeft veel te maken met de sobere uitvoering van de maatregel op plattelandswegen: het terugbrengen van de maximumsnelheid van 80 naar 60 kilometer per uur is veelal alleen aangegeven via een bord en met wat markering op de weg. Als de snelheid ook echt zal worden teruggebracht, leidt dat volgens deskundigen tot een kwart minder slachtoffers.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.