ruimte en milieu / Partnerbijdrage

Nederland Overshoot Day 2021? #Movethedate

Werken aan een circulaire economie. Zo valt Nederland Overshoot Day hopelijk steeds later.

03 mei 2021
Overshoot.png

Op 3 mei 2020 – vandaag precies één jaar geleden – was het ‘Nederland Overshoot Day’. Op die dag hadden we alles dat de aarde ons redelijkerwijs kan bieden in één jaar, al geconsumeerd. En we moesten toen nog acht maanden. Wereldwijd viel Earth Overshoot Day in 2020 op 22 augustus. Veel later, maar nog steeds veel te vroeg. Daar moeten we iets mee. Daarom werkt KplusV met overheden aan circulaire economie. Zo valt Nederland Overshoot Day hopelijk steeds later.

Gelukkig zien we steeds meer beweging op het thema circulaire economie. We maken werk van een 100 procent circulaire samenleving in 2050, waarin geen afval meer bestaat. Gaat het ons lukken om in 2030 (als we halverwege zijn) onze overshoot day op begin september te hebben? Voor gemeenten de uitdaging om niet langer af te wachten, maar nu al te handelen. Wij helpen daarbij.

 

Afbeelding

Earth Overshoot Day – per land in 2020

 

Circulaire economie voor gemeenten

Maar hoe pak je dat nu aan als gemeente? En waar begin je? Graag nemen we je mee in enkele goede voorbeelden die we hebben mogen begeleiden. De gemeente Amersfoort, de provincie Noord-Brabant en de gemeenten Duiven en Westervoort. Bij deze projecten hanteren we drie uitgangspunten:

  1. Het logische verhaal
  2. Aanbrengen van focus
  3. Een meersporenbeleid gericht op praktische uitvoering

Het logische verhaal

Het beleidsplan kan gezien worden als een routekaart naar een duidelijk eindpunt. Daarbij dienen de juiste piketpaaltjes geslagen te worden op de route. Zo dient het eindpunt bekend te zijn waar we willen staan (in 2050 100 procent circulair en in 2030 halverwege) en moeten we onderweg controleren of we op de goede weg zijn (2025). Maar de route begint bij de eerste stap en die dient in het eerste jaar plaats te vinden. 

  • De stip op de horizon dient een duidelijke boodschap te zijn die ambitie en realisme uitstraalt en past bij de regio, waarin verschillende abstractieniveaus goed in elkaar passen en een consistent geheel vormen.
  • Het tussentijdse meetpunt verankeren we door middel van beleidsmatige doel­stellingen die verantwoord worden. Waar staan we,  waar gaan we onze energie op richten, wat is er nodig om bij te sturen en hoe gaan we de langetermijndoelstelling halen?
  • De projecten en activiteiten die de komende tijd (2021-2022) op stapel staan worden gevat in een uitvoeringsprogramma. Wie pakt welke rol op en waar draagt elk project/activiteit aan bij? 

Duidelijke focus aanbrengen

De invloed van een gemeente in de transitie naar de circulaire economie kent zijn grenzen. Zo zijn er zaken waar de gemeente directe controle op uit kan oefenen, zoals bijvoorbeeld het eigen gedrag, het afvalbeleid voor inwoners en het eigen inkoopbeleid.

Daarnaast kan tot op zekere hoogte invloed worden uitgeoefend op inwoners en organisaties door het toepassen van verschillende beleidsinstrumenten. Zo kan bijvoorbeeld door kennisvergroting onder bedrijven een bewustzijn ontstaan en kansen worden geïdentificeerd die de circulaire economie met zich meebrengt. De buitenste cirkel is de cirkel waar de gemeente geen controle en/of invloed op uit kan oefenen. Hier moeten andere activiteiten ontplooid worden om ook de mensen en organisaties in die cirkel de transitie te laten maken naar de circulaire economie.

In onze optiek is een goede balans in de programmering tussen de drie cirkels cruciaal. Activiteiten enkel in de cirkel van controle levert te weinig resultaat op het geheel (in kg.). Echter, activiteiten enkel gericht op de buitenste cirkel geeft de gemeente weinig invloed op het behalen van de doelstellingen en het kan het beeld geven ‘waarom doen ze zelf niks’. Om deze reden is het van essentieel belang een balans te vinden in activiteiten en doelstellingen gericht op alle drie de cirkels. 

Afbeelding

Meersporenbeleid gericht op praktische uitvoering

De circulaire opgave kun je opdelen in diverse sectoren (bouw, maakindustrie, consumptiegoederen, kunststoffen en voedsel/agrofood). In al deze sectoren dienen stappen gezet te worden om de doelstellingen te halen. Echter is het urgentieniveau tussen de sectoren verschillend en daarmee de noodzaak en de intrinsieke motivatie om werk te maken van de circulaire economie. Het is daarom verstandig om enerzijds kansen aan te grijpen die nu al effect sorteren. Zo kan de parallel worden getrokken met de energietransitie waarin je, ongeacht de warmte-oplossing, al kan beginnen met je huis te isoleren. Dit zijn zogenaamde no-regret-maatregelen. Anderzijds zul je als gemeente aan de slag moeten gaan met het in beweging zetten van specifieke thema’s en/of doelgroepen. De opgave zal op diverse terreinen omvangrijk zijn, om te voorkomen dat de gemeente er over enkele jaren achter komt te laat in beweging te zijn gekomen, dien je nu al in te zetten op het creëren van beweging en richting in de diverse sectoren.

Tot slot

Kortom, er is werk aan de winkel. Veel gebeurt er al op circulair terrein maar het is nu zaak om te komen tot integraal beleid op circulaire economie. Zo zorg je ervoor dat in je gemeente de juiste bewegingen in gang wordt gezet en zo de eerste stappen worden genomen naar een 100 procent circulaire economie in 2050. Meer weten of een keer van gedachte wisselen? Neem dan vrijblijvend contact op met Niels AhsmannNicolette Schipper of Joran Straatman.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.