Kleinschalige oplossingen gaan vooraf aan opschaling vanuit de markt
Ontwikkelingen in financieringen transities.
Financiering door de markt is nodig om transities door te maken en waar mogelijk te versnellen. Op dit moment is er nog te weinig passende financiering beschikbaar voor de financiering van transities. In de transitie naar een circulaire economie is de markt zich steeds meer aan het organiseren. Om een project te financieren, moet er genoeg bekend zijn over risico's op korte en lange termijn, rendementen en ervaringen met eerste projecten. Inzichten in deze aspecten kunnen goed verkregen worden met lokale en regionale projecten. Deze moeten dan uiteindelijk wel opgeschaald worden.
Aldus Thomas Ticheloven, Edwin Netjes en Erik Siepelinga, adviseur Financieren bij KplusV. In een blogserie geven zij hun visie op de huidige ontwikkelingen in transitiefinanciering. Ze bieden vijf perspectieven op hoe we het financieren van transities verbeteren. In dit artikel geven zij uitleg aan het tweede perspectief.
Meer kleinschalige projecten
Om ervaringen op te doen en inzicht te krijgen in risico en rendement, pleiten wij ervoor om meer in te zetten op kleinschalige projecten die in de regio worden opgezet. Door met dit soort maatwerkprojecten te experimenteren, kunnen samenwerkingsvormen worden getest, pilots worden uitgevoerd en ervaring worden opgedaan, om die later op te kunnen schalen naar landelijke invulling. Er kan gebruik gemaakt worden van bestaande structuren in de regio's om te starten. Dit gebeurt al op diverse plekken in het land. Cruciaal is wel dat er stelselverantwoordelijkheid genomen wordt door de overheid, om zo de goede initiatieven daadwerkelijk op te schalen.
Mismatch tussen innovaties en financiers
Institutionele financiers hebben het vermogen om een belangrijke bijdrage te leveren aan de financiering van transities. Dat is ook nodig, aangezien we het hebben over complexe en grote veranderingen. Transities hebben dus ook grootschalige oplossingen nodig. Alleen, innovaties worden nooit direct grootschalig gefinancierd. Hier is een aantal redenen voor:
- Risico-rendementsverhouding – De volwassenheid van projecten in veel transities sluit nog niet aan bij de eisen die institutionele financiers stellen. Voor banken en pensioenfondsen is het van belang dat er veel data beschikbaar is voor het maken van risicomodellen. DNB heeft eerder geconstateerd dat er een gebrek is aan consistente en betrouwbare data voor het inschatten van risico's op gebied van duurzaamheid.[1] Dit betekent een hoger risico voor veel institutionele financiers. Hierdoor ontstaat een mismatch tussen de risico-rendementsverwachting van deze financiers en het risico-rendementsprofiel van het project of bedrijf. Door deze mismatch wordt er minder kapitaal uitgezet vanuit de financiers en wordt er vooral gekeken naar financiers die een hoger risico willen nemen.
- Klein aanbod van projecten – Ook vanuit banken wordt gepleit voor meer inzet op de financiering van innovatieve oplossingen[2]. Zo kan ervaring worden opgedaan en groeien meer initiatieven uit tot bancair financierbare cases. Doordat vroege fase investeringen voor innovaties vaak een hoog risicoprofiel hebben, past dit minder goed bij banken en andere traditionele financiers. Er is dus een rol weggelegd voor durfkapitaal of ondersteuning vanuit overheden. Tegelijk zien banken dat er onvoldoende aanbod is van eigen vermogen financiering voor de eerste fases om transities op grote schaal vorm te geven[3]. In Nederland is relatief weinig aanbod van risicokapitaal, vergeleken met bijvoorbeeld de VS[4].
- Beperkte omvang investeringsbedragen – Institutionele financiers zijn op zoek naar een bepaalde schaal, onder andere om de transactiekosten laag te houden. Ze zoeken bovendien veelal liquide en gestandaardiseerde financiële producten. Dit terwijl het type bedrijven en projecten die zich voornamelijk richten op transitievraagstukken, vaak maatwerk vereisen. Dit brengt hogere transactiekosten met zich mee (dus voor de financier is een hoger rendement vereist)[5].
De mismatch tussen innovaties en financiers bestaat vooral in de ontwikkelfase van projecten. Waar de benodigde financiering in de allereerste fasen van een ontwikkeling vaak nog wel overzichtelijk is, worden de benodigde bedragen al snel aanzienlijker. De Technical Readiness Levels vier tot zes staan niet voor niets bekend als de Valley of Death.
Hoe gaan we aan de slag?
Meer risicodragend kapitaal beschikbaar maken
In 2021 werd ongeveer € 9 miljard aan risicodragend vermogen aan bedrijven verstrekt, maar er werd meer dan € 140 miljard aan bankleningen verstrekt.[6] In de beginfase van ontwikkelingen is uiteraard ook minder financiering nodig dan bij de daadwerkelijke uitvoering. De hoeveelheid risicofinanciering is in ieder geval niet voldoende om projecten voldoende van de grond te krijgen op de schaal die nodig is.
In Nederland wordt veel naar banken en andere institutionele financiers gekeken als het gaat om financiering van dergelijke initiatieven. In landen zoals Groot-Brittannië en de Verenigde Staten is het veel gebruikelijker om risicodragende financiering aan te trekken.[7] Laten wij als Nederland dan ook vooral proberen te leren van wijzen waarop andere landen dit aspect beter geregeld hebben. Daarbij ligt in onze optiek een rol voor zowel overheid als markt (banken en andere private financiers).
Ontdek de risico-rendementsverhouding in de regio
Eerder werd al duidelijk dat financiers instappen als er genoeg bewijslast ligt, zodat er zicht is op een goede risico-rendementsverhouding. Om deze bewijslast te organiseren moet het maatwerk volgens ons nog veel meer in de regio plaatsvinden. Voor veel projecten die bijdragen aan transities, zal een combinatie van publieke en private partijen nodig zijn om ze van de grond te krijgen. Partijen in de regio kennen elkaar vaak al goed waardoor samenwerking snel opgestart kan worden. Ze kennen elkaars verwachtingen rondom rendement en risicobereidheid. Tevens is de autonomie en het vertrouwen in de regio groter in vergelijking met de nationale schaal, waardoor besluiten sneller genomen kunnen worden.
Kennisdelen
Het is van groot belang dat er kennis wordt opgedaan over deals in transitiethema's. Daarbij moet de nadruk liggen op het doen van veel financieringen. Deze zullen in de beginfase vooral maatwerkoplossingen zijn waar veel tijd in gaat zitten om te realiseren. Het is belangrijk om de opgedane kennis te delen, zodat de kennis opnieuw ingezet kan worden en kan worden uitgebreid. Die gedeelde informatie leidt tot beter passende financiering en bruikbare data voor financiers die in latere fasen instappen. Door de financiering volgens de 'lean' methode vorm te geven, kan financiering snel ontwikkelen. Met elkaar leren van experimenten vraagt om samenwerking.
Een voorbeeld hiervan is het Platform voor Duurzame Financiering. Zij adviseren het sluiten van landmarkdeals.[8] Een landmarkdeal is het financieren van een bedrijf dat zich nadrukkelijk richt op een transitie en minstens één nieuw element van circulaire financiering toepast. De inzichten die hieruit volgen, hoe risico’s en kansen gewogen moeten worden, hoe financiers op structurele wijze deze informatie kunnen gebruiken en hoe impact gemeten kan worden, worden met de sector gedeeld. Standaarddocumentatie kan worden ontwikkeld en ter beschikking gesteld worden.[9]
Stelselverantwoordelijkheid
Cruciaal hierbij is wel dat er stelselverantwoordelijkheid is, er moet regie plaatsvinden over de verschillende initiatieven in de regio. Bij losse experimenten en maatwerkoplossingen lopen we namelijk het risico dat de lessen onvoldoende tussen partijen gedeeld worden. Dan wordt er niet opgeschaald en blijft het bij kleine pilots.
Regie over de verschillende projecten kan dus niet ontbreken. Voor de grote landelijke transities zou het logisch zijn als er ook nationale regie plaatsvindt. Maar waar moet die regiefunctie en stelselverantwoordelijk dan liggen? In onze optiek ligt die uiteindelijk bij de nationale overheid. Het is de vraag of deze regiefunctie voldoende belegd is in de huidige opzet van de ministeries. We zien dat de verschillende transities bij verschillende inhoudelijke ministeries belegd zijn, terwijl transities meer dan eens met elkaar samenhangen. Dit leidt tot te weinig integrale visie. Zou er om deze reden niet één ministerie regie moeten pakken op de verschillende grote transities?
Gebruik bestaande structuren
En als de landelijke regiefunctie goed is belegd, pak als Rijksoverheid dan de regie door de bestaande structuren in de landsdelen en de regio's op de verschillende thema's te benutten. Door via die lijn regie te pakken krijg je zicht op de initiatieven in de regio en de behoefte van de regio. Ga geen nieuwe structuren opstarten, daar hebben we er inmiddels genoeg van. Als het gaat over de transitie naar een circulaire economie, kunnen de regionale initiatieven op het thema circulair worden ingezet. En als er op inhoudelijke transitiethema's nog geen structuur bestaat? Haak dan via inhoudelijk betrokken provincieambtenaren de regio aan. En zorg er in dat geval voor dat de regie op gemeenten via VNG loopt.
[1] DNB, Op weg naar een duurzame balans, 2021
[2] DNB, De financiering van transitie: kansen grijpen voor groen herstel, 2021
[3] DNB, De financiering van transitie: kansen grijpen voor groen herstel, 2021
[4] KplusV, Risicokapitaal in de vroege fase – onbenut potentieel verzilveren, 2020
[5] Platform duurzame financiering, Duurzame financiering: Zijn er belemmeringen vanuit toezicht, financiële regelgeving en overheidsbeleid?
[6] Financieringsmonitor 2022 CBS
[7] The politics of Capital Markets, New Financial, 2022
[8] https://www.dnb.nl/groene-economie/platform-voor-duurzame-financiering/werkgroep-circulaire-economie/
[9] Platform voor Duurzame Financiering, werkgroep circulariteit
Sparren?
Wil je je eigen ervaringen delen of eens sparren over hoe je optimaal kunt financieren om transities te versnellen? Neem contact op met Thomas Tichelhoven om verder te praten of check onze website.
Lees alvast meer in onze whitepaper of lees ons artikel over financiering van de circulaire economie.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.