Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

‘Je kunt niet doorgaan met Vinex-wijken’

Vorig jaar werd Allard Jolles (49) senior beleidscoördinator bij atelier Rijksbouwmeester, onderdeel van de Rijksgebouwendienst en het ministerie van VROM. Hij is tegen verrommeling en voor compacte nieuwbouw in binnensteden. Daarvoor werkte de architectuurhistoricus bij de Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO) van Amsterdam.

17 oktober 2008

Hoe was de overgang van gemeente naar rijk?
In de gemeente stond ik met mijn voeten in de modder of beter gezegd aan de IJ-oevers. Dat was mijn laatste project. Hardcore planologie. De beleidswereld is abstracter, waardoor het werk in het begin ongrijpbaarder leek. Het was alsof ik boven Nederland zweefde.

 

Bent u al geland?
Na een paar weken had ik het gevoel van hier werk ik. Voor mij was het ook een logische overstap van gemeente naar rijk. Daar kwam bij dat ik me meer op architectuur wilde richten en mijn energie niet alleen in Amsterdam, maar ook in andere steden wilde steken.

 

Waar bestaat uw werk uit?
Ik ben de rechterhand van de rijksbouwmeester. Dat betekent dat ik me voor een deel op inhoud richt. Denk aan de ontwikkeling van de krachtwijken van minister Vogelaar, het selecteren van architecten voor nieuwbouwprojecten van het rijk en het populair maken van het vak stedenbouw bij de nieuwe generatie studenten. Daarnaast richt ik me op het managen van de werkvloer.

 

U bent toch voor de inhoud aangenomen?
Dat klopt. Maar het atelier miste structuur, ontdekte ik al snel. Bij de DRO was alles strak en effi ciënt geregeld. Hier ontbrak het overzicht. Medewerkers waren met honderd klussen tegelijk bezig. Ik heb de rijksbouwmeester toestemming gevraagd het werkproces beter te structuren. Gewoon door bij vergaderingen te gaan zitten, te luisteren, mee te helpen met het inplannen van werk, te praten over prioriteiten. Ik heb het financiële overzicht begrijpelijker gemaakt. Als alles goed geregeld is, hebben mensen meer ruimte om creatief bezig te zijn.

 

Wat voor een soort leidinggevende bent u?
Nog een beginneling. Ik probeer naar iedereen te luisteren, iets wat ik ook echt heb geleerd afgelopen jaar en dan actie erop te zetten. Ik geef geen bevelen, maar hou wel van het doorhakken van knopen.

 

Wat wilt u jonge stedenbouwkundigen meegeven?
Blijf met beide benen op de grond staan. De ruimtelijke inrichting in Nederland wordt complexer. Er komen steeds meer mensen bij en de schaarse ruimte die er is mag niet verknald worden. Verrommeling moet worden tegengegaan.

 

Verrommeling?
Dat is een ingreep waardoor het onderscheid tussen een stedelijk een landelijk gebied niet meer te herkennen is. Rij maar eens met de auto naar Leeuwarden dan kom je de ene bouwmarkt naar de ander tegen middenin de weilanden. Om die versnippering tegen te gaan is het belangrijk om bijvoorbeeld oude bedrijventerreinen te herstructureren en compacter te bouwen. Dat geldt ook voor steden. Een hoge woningdichtheid is praktisch en super goed voor het grondgebruik. Je kunt niet doorgaan met Vinex-wijken zoals nu gebeurt. De nieuwe generatie bouwkundigen zal zich meer op binnensteden moeten richten, op innovatieve gestapelde bouw, zodat de groengebieden voor recreatie blijven.

 

Hoe denkt u over de maakbaarheid van Nederland?
Ik geloof niet dat je met betere architectuur betere mensen kunt maken. Ik geloof in krachtige ontwerpen en mooi, duurzaam bouwen. Die maakbaarheid moeten we uitdagen. En mooi hoeft niet duur te zijn. Kijk maar naar het hergebruik van de NSDM-werf in Amsterdam. Een bestaand gebied waar geen weiland voor is opgeofferd en waar ontzettend strakke nieuwbouw staat. Mijn favoriet is Kraanspoor. Een glazen doos gebouwd op een voormalig kraanspoor. Adembenemend.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie