Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

'Investeer snel in groene economie'

Mirjam de Rijk, directeur van Stichting Natuur en Milieu, meent dat minister Cramer bij haar milieubeleid te veel vertrouwt op de goede wil van mensen en bedrijven. ‘Ze gelooft dat de veranderingen vanzelf komen als er maar goede argumenten voor zijn. Maar de wissels moeten eerst om.’

27 maart 2009

Warme-truiendag is aan Mirjam de Rijk niet besteed. De algemeen directeur van de Stichting Natuur en Milieu draagt op deze koude vrijdagmiddag een jurkje met blote hals. In haar kantoor staat de verwarming volop te loeien om de kou buiten te houden. Dat moet ook wel, met de flinterdunne beglazing van het statige pand dat de milieuorganisatie deelt met het Utrechts Archief. ‘We mogen er vanwege de monumentale waarde van het gebouw geen dubbelglas inzetten’, zegt De Rijk bijna verontschuldigend. ‘We kijken nog naar de mogelijkheid om voorzetramen te plaatsen.’

 

Het is misschien wat flauw om de directeur van een milieuorganisatie bij binnenkomst op deze manier de maat te nemen. Maar dat is toch ook de wijze waarop de milieubeweging de burger graag aanspreekt op zijn vervuilende en onverantwoorde gedrag? Die tijd is allang voorbij, meent De Rijk. ‘Je kunt niet van de burger eisen om heilig te zijn op milieugebied, als alle wissels om je milieuvriendelijk te gedragen verkeerd staan.’

 

Volgens De Rijk heeft vooral de overheid lang vastgehouden aan een paternalistische benadering, met slogans als ‘Een beter milieu begint bij jezelf’ en nu weer met de campagne ‘Nederland gaat voor een beter klimaat’. ‘In de jaren zeventig wees de milieubeweging heel veel met het vingertje, maar wij zijn daarin veranderd. Je miskent op die manier namelijk de complexiteit van het probleem. Neem bijvoorbeeld het prisoner’s dilemma. Waarom zou je je inspannen voor een beter milieu als de buurman vrolijk op de oude voet verder gaat?’

 

Hebben burgers geen eigen verantwoordelijkheid?

 

‘Natuurlijk is het hartstikke goed dat individuen hun steentje bijdragen, maar zolang het makkelijker is om je milieuonvriendelijk te gedragen, valt daar weinig van te verwachten. De enige manier om écht iets te veranderen, is het omzetten van de wissels. Het moet makkelijker worden om je milieuvriendelijk te gedragen. Soms is dat een kwestie van technologische vooruitgang, meestal zal de overheid die technologie uit moeten lokken door normen te stellen en de juiste voorwaarden te scheppen. Te vaak wordt ervan uitgegaan dat technische ontwikkelingen vanzelf tot verbeteringen leiden, maar je zult echt moeten faciliteren. Elektrisch vervoer kan een succes worden, mits er voldoende oplaadpunten komen.

 

‘Als je een showroom binnenloopt, staat er altijd wel één auto die zuinig is, maar je hebt veel meer onzuinige modellen. Dat kun je omdraaien door strengere eisen te stellen aan het brandstofverbruik. Mensen die dan tóch per se die ene slurpbak willen, heb je het dan minder gemakkelijk gemaakt. Consumenten laten zich nu eenmaal leiden door heel veel factoren. Als je tegen de autoindustrie zegt: “U zult alleen zuinige auto’s maken”, dan kómen die auto’s er ook. Maar die Europese normen komen maar niet af. Hetzelfde geldt voor elektrische apparaten. Als je normen oplegt, waren die allang drie keer zuiniger geweest.’

 

Het kabinet stimuleert de keuze voor het milieu met zogenoemde fiscale vergroening.

 

‘Precies, maar wat het kabinet doet, is lang niet voldoende. Wij zetten in op een pakket van tien miljard, het kabinet praat over één miljard. Dat gaat weliswaar allebei door voor vergroening van het belastingstelsel, maar wat wij willen, is natuurlijk van een geheel andere orde. Ook op het gebied van de overheidsinvesteringen is nog een hoop te winnen. Het kabinet heeft de mond vol van duurzaamheid, maar heeft zijn investeringen daar nog niet op aangepast. Het milieubeleid wordt er bovenop geplakt, maar dat is dus dweilen met de kraan open.’

 

Jullie zijn erg gericht op de beleidsmakers. Gaat dat niet ten koste van jullie zichtbaarheid?

 

‘Dat gevaar is zeker aanwezig, en zonder rol in het publiek debat sla je nog geen deuk in een pakje boter. We zetten daarom bewust in op meer zichtbaarheid. Volgens mij slagen we daar ook in, bijvoorbeeld met het groene banenplan dat we samen met de vakbeweging hebben gelanceerd. Als het even kan, betrekken we in onze voorstellen de gevolgen voor burgers. Voor politici is dat belangrijk; die wegen immers ook electorale motieven mee. We zijn nu druk aan het lobbyen voor Zeekracht, een plan voor meer windenergie op de Noordzee. Ook burgers en gemeenten kunnen daar een aandeel in nemen. Daarmee laten we aan Den Haag zien dat niet alleen wij dat belangrijk vinden, maar dat er ook draagvlak is onder de bevolking.’

 

Hoe invloedrijk is Natuur en Milieu?

 

‘Ik kan natuurlijk nog lang niet tevreden zijn als ik zie hoe vaak het milieu nog het onderspit delft in het beleid. Ik denk wel dat we er aardig in slagen om via Tweede Kamer, ministeries of gemeenten dingen bij te stellen. Het klinkt misschien wat vaag, maar we hebben bijvoorbeeld succes gehad in het veranderen van het beeld van de landbouw. Een tijd lang werd gedacht dat er niks mis was met de landbouw in Nederland. Nou heb ik niets tegen een beetje romantisering, maar samen met de auto’s en de energiecentrales is de landbouw een van de grootste veroorzakers van klimaatverandering en heeft behoorlijk negatieve effecten op de natuur en het landschap. Dat het allemaal veel duurzamer kan, begint nu ook tot het ministerie door te dringen.’

 

En concreet?

 

‘Dan noem ik het tegenhouden van de verbinding tussen de A6 en de A9 en de invoering van de kilometerprijs. Ik beschouw het als onze verdienste dat de zuinigheid van auto’s daarin zwaar wordt meegewogen.’

 

Een nodeloos complex en onuitvoerbaar systeem, stelden de voorgangers van verkeersminister Eurlings.

 

‘Eerlijk gezegd vond ik dat een heel flauwe actie. Kijk, het is hen allemaal niet gelukt. Dan denk ik: ze zijn gewoon bang dat Eurlings voor elkaar krijgt wat zij niet voor elkaar kregen. Natuurlijk is het ingewikkeld, maar de technologie om de kilometerprijzen te berekenen is elders al beproefd, dus dat zou het probleem niet moeten zijn. Het is niet te vergelijken met de OV-chipkaart.’

 

Jullie hebben met minister Cramer, oud-voorzitter van Milieudefensie, een mooie ingang in het kabinet.

 

‘Ik vind dat Cramer veel te veel vertrouwt op de goede wil van de mensen en bedrijven. Je merkt dat ze uit de wetenschap komt; ze gelooft er heel erg in dat de veranderingen vanzelf komen als er maar goede argumenten voor zijn. Zij maakt zichzelf te veel verantwoordelijk voor het milieu, en anderen doen dat ook. Duurzame ontwikkeling zou niet alleen van de milieuminister moeten afhangen, maar is veel meer een zaak van de ministers van Landbouw, Verkeer en Waterstaat, Economische Zaken en Financiën. Toen we half februari met onze tussenbalans van het milieubeleid kwamen, hebben we expres niet alleen Cramer, maar het hele kabinet aangesproken.’

 

En als jullie je zin niet krijgen, beginnen jullie een procedure?

 

‘Wij stappen wel eens naar de rechter, ja…’

 

Tot grote irritatie van bestuurders en burgers, die hun projecten geblokkeerd zien worden.

 

‘Dan moet ik toch echt een misverstand uit de wereld helpen. Er wordt niet vaker geprocedeerd dan in andere Europese landen. De commissie-Elverding concludeerde dat de vertraging bij de aanleg van snelwegen en andere projecten niet komt omdat milieugroepen procederen. De oorzaak ligt in slecht vormgegeven procedures en overheden die als kemphanen tegenover elkaar staan.’

 

Is het niet verstandig vaker compromissen te sluiten, zoals Milieudefensie onlangs deed bij de aanleg van de Tweede Maasvlakte?

 

'Dat hangt ervan af wat je doel is. Ik denk dat Milieudefensie er nooit een compromis had uitgesleept als er niet was geprocedeerd. En als je een project écht wilt tegenhouden, en je staat daarmee ook in je recht als het gaat om de milieuregels, dan is het heel verstandig om te procederen. Daar is niets slechts aan, dat hoort bij de rechtsstaat.

 

‘Zelf hebben we geprocedeerd tegen de milieuvergunning die Corus vorig jaar van de provincie kreeg. Die was voor de uitstoot van schadelijke stoffen veel ruimer dan de landelijke norm. We zijn toen eerst met Corus en met de provincie Noord-Holland gaan praten. Ook de Vrom-inspectie is gewaarschuwd. Pas toen dat niets had opgeleverd zijn we naar de rechter gestapt, die ons gelijk gaf. We hadden het liever anders opgelost, maar je ontkomt soms niet aan procederen als je je recht wilt halen.’

 

In de jaren negentig is er vanuit de milieubeweging gepleit voor een ‘groen poldermodel’. Wat is daarvan terechtgekomen?

 

‘Weinig. Het poldermodel functioneert alleen goed als de polder evenwichtig is samengesteld, maar dat valt vaak tegen. Als milieuorganisatie zijn onze machtsmiddelen beperkt; we kunnen niet zoals vakbonden dreigen met een staking. Dus wil je enige inbreng hebben, dan is de samenstelling van de partijen in overlegstructuren extra belangrijk. In het platform Anders Betalen voor Mobiliteit zitten we met tien auto-organisaties om de tafel, dan valt er dus verdomd weinig te polderen. Gelukkig lopen onze belangen deels parallel met die van de transportsector, de vakbeweging en de werkgevers. Zij willen ook dat er minder verkeer op de weg is, voor een betere doorstroming.’

 

Economische belangen gaan hier dus hand in hand met milieubelangen. Is de huidige economische situatie een vloek of een zegen voor de milieubeweging?

 

‘Op korte termijn is het een zegen. Mensen gaan minder vliegen en laten vaker de auto staan, bouwprojecten worden heroverwogen, bedrijven gebruiken minder energie. Maar als daarna alles doorgaat zoals het was, is het wel een heel klein zegentje geweest.

 

‘Het gevaar ligt bovendien op de loer dat dingen die goed zijn voor het milieu in de ijskast worden gezet, zoals de vliegtaks. Kortom, het hangt ervan af hoe de overheid en bedrijven ermee omgaan. Ik heb die crisis niet gewild en gezien alle narigheid die mensen ervan ondervinden, hoor je mij echt niet spreken van een kans. Maar je hebt nu als overheid gewoon de dure plicht om te kijken hoe je de economie op lange termijn duurzaam inricht.’

 

Vandaar jullie pleidooi voor een Green New Deal?

 

‘Het groene banenplan dat we met de vakbeweging hebben ingediend, kan de komende tijd al worden doorgevoerd. Daarnaast moet je voor de langere termijn naar een groen herstelplan toe.’

 

Wie de recessie gebruikt voor duurzaamheid neemt al snel de verkeerde beslissingen, stelde econoom Frank den Butter in een reactie.

 

‘De overheid steekt al heel veel geld in de economie. Ik pleit niet voor het schuiven van nog meer miljarden naar duurzame projecten. Het gaat mij er om dat de besteding van ons belastinggeld gepaard gaat met milieu-eisen aan de ontvangers van de steun. Neem Leaseplan. Het kabinet had best de voorwaarde mogen stellen dat het bedrijf in een zuinig wagenpark investeert. Ook van banken die een enorme zak geld hebben gekregen, zou je kunnen eisen dat ze meer naar duurzaamheid kijken bij hun investeringen. Maar nee, dan heet het ineens ongeoorloofde interventie in de economie, terwijl er wel eisen worden gesteld op het gebied van scholing.

 

‘Je moet geen dingen doen waarvan je op een ander moment denkt dat ze niet verstandig zijn. Zo’n verschrikkelijke Keynesiaan ben ik niet. Investeren in windenergie waren we al van plan, waarom wachten? Dat geldt ook voor het energiezuinig maken van woningen. Het excuus dat er geen bouwers voor zijn, gaat nu niet op.’

 

Die bouwers kun je ook inzetten voor snelwegen.

 

‘Dat lijkt me onzin. Die kilometerbeprijzing komt eraan. Naar verwachting komt er dan echt minder verkeer op de weg. Dus waarom zou je nu nog allemaal wegen aan gaan leggen? Dat helpt sowieso niet. Die nieuwe wegen vullen zich toch weer met verkeer.’

 

Welke rol kunnen gemeenten en provincies spelen in een duurzame energievoorziening?

 

‘Veel gemeenten hebben goede intenties, maar een breed plan ontbreekt te vaak. Dan blijft het bij het isoleren van een schooltje, terwijl ze ook eisen kunnen neerleggen bij aanbestedingen in de bouw of ov-concessies. We praten met gemeenten die partner willen worden in ons Zeekracht- project. Ze kunnen eigen molens adopteren in een windmolenpark. Dat is efficiënter dan overal op eigen houtje molens te laten bouwen.’

 

Hoe ziet Nederland eruit in 2030?

 

‘Ik hoop dat we dan genoeg rekening houden met de draagkracht van de aardkloot, in landbouw, mobiliteit en ruimtegebruik. We moeten een enorme verandering doormaken. Ik ben daar wel nieuwsgierig naar.’

 

Green New Deal voor 100.000 banen

 

De overheid moet de komende twee jaar ruim drie miljard euro investeren in een groen banenplan, stelden de Stichting Natuur en Milieu en de FNV recent in een brief aan de Tweede Kamer. Dit levert volgens Mirjam de Rijk honderdduizend extra banen op.

 

Het plan behelst onder meer een verlaging van het btw-tarief op milieuvriendelijke goederen en diensten. Ook zouden geplande investeringen in openbaar vervoer en windenergie naar voren moeten worden gehaald. Bovendien zouden goedkope leningen kunnen worden verstrekt aan burgers die hun huis willen isoleren. Daarmee kunnen de komende jaren een half miljoen woningen energiezuinig worden gemaakt.

 

Mirjam de Rijk

 

Mirjam de Rijk (1962) is sinds 1 januari 2005 algemeen directeur van Stichting Natuur en Milieu. Ze was van 1999 tot 2003 partijvoorzitter van GroenLinks en zat namens die partij van 2003 tot 2004 in de Eerste Kamer. Voor haar politieke carrière was zij werkzaam als journalist voor onder meer Trouw, Intermediair en De Groene Amsterdammer. Ze woont samen met voormalig GroenLinks-Kamerlid Wijnand Duijvendak, met wie zij twee dochters heeft.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie