Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

'Ik ben vooral cultuurmanager'

Vorig jaar werd Henk Moes (56) de nieuwe directeur van Kunst & Cultuur Overijssel (KCO), een culturele dienstverlener die de provinciale kunst wil ondersteunen en stimuleren. 'Doe het altijd voor de burger', is zijn uitgangspunt. Eerder was Moes directeur van De Kubus, Centrum voor Kunst en Cultuur in Lelystad.

21 maart 2008

Wat maakt u zo geschikt?
Ik weet inmiddels hoe de hazen lopen. Als musicus, bestuurskundige en student filosofie heb ik veel praktische en theoretische ervaring. Daarnaast heb ik me jarenlang ingezet voor de kunst- en cultuursector in Flevoland. Ik ben hier al mijn hele leven mee bezig.

 

Waarom bent u naar de provincie overgestapt?
Omdat ik het een boeiende overstap vind. De maat is volstrekt anders. De provincie Overijssel is tien keer zo groot als de provincie Flevoland. Er zijn hier wel 2000 verenigingen voor amateurkunst, honderden professionele kunstenaars, tientallen festivals, grote en kleine musea. Een ander verschil is dat ik bij de Kubus direct voor het publiek werkte. Nu bevind ik me in een reflectief werkveld.

 

Er zijn veel directiewisselingen geweest bij KCO. Wat trof u aan?
Wel een behoorlijke achterstand. Ik heb plooien glad moeten strijken. Zowel met subsidieverstrekkers, als met medewerkers heb ik afspraken gemaakt om de samenwerking te professionaliseren en zaken effectiever te laten verlopen, vooral op financieel gebied.

 

Was het moeilijk om greep te krijgen op de organisatie?
Ik heb afgelopen jaar honderden mensen ontmoet. Maar het meest interessante vond ik het om de complexe interne bedrijfscultuur te leren kennen. Elke afdeling heeft zijn eigen tradities en achtergronden. Mijn streven is om medewerkers van hun eilanden af te halen en samen te laten werken.

 

Werd dat geaccepteerd?
Ja, de meesten zijn blij met de stabiele leiding en de duidelijke richting die wordt aangegeven. Weinig hakken in het zand. Vooral veel gemotiveerde en deskundige mensen.

 

Leeft kunst in Overijssel?
Absoluut. Er is een open attitude. Wat sterk leeft, is het integreren van beeldende kunst in de openbare ruimte. Dan heb ik het niet over een beeld op een plein. Maar over kunstprojecten in woonwijken, op industrieterreinen, langs vaarwegen. Het KCO mag dat zonder twijfel stimuleren.

 

Heeft het KCO invloed?
Wij ondersteunen het beleid van 25 gemeentes en de provincie en proberen ons altijd dienstbaar op te stellen. Tegelijkertijd zijn we bezig met het leggen van dwarsverbanden tussen de verschillende gemeentes met als doel het kunst-en cultuurbeleid zo te organiseren dat er een goede infrastructuur ontstaat. Bijvoorbeeld bij het organiseren van festivals. We geven ook cursussen aan ambtenaren zodat ze meer kennis en kunde verzamelen op het gebied van cultuureducatie en amateurkunst. Dat komt ten goede aan het beleid.

 

Wat is uw uitgangspunt?
Doe het altijd voor de burger en let daarbij goed op wat je organiseert voor welke doelgroep. Ik vind dat alle lagen van de bevolking de kans moeten krijgen om mee te doen. Maar dan staat kwaliteit voorop en niet laagdrempeligheid. Ook vind ik dat je dit beleidsterrein zoveel mogelijk moet integreren. Vanuit de breedte beginnen aan een goed museumplan of podiumplan. Daar heeft iedereen baat bij.

 

Hoe zit het met uw eigen kunstzinnige bezigheden?
Als aankomend filosoof kan ik me redelijk uitleven tijdens debatten of bij het openen van een festival. Ik geniet ook enorm als toehoorder van voorstellingen. Maar verder is mijn vrije tijd weinig artistiek. Op dit moment ben ik vooral cultuurmanager.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie