Iedereen van het gas. Nu ja, bijna dan
Met gemeentelijke subsidie kunnen bewoners van de Purmerendse wijk Overwhere van het gas af. Hoe zorg je er voor dat iedereen meedoet?
Pilot in Purmerendse wijk Overwhere
Hij zit er behaaglijk bij met de kachel op twintig graden. Jan Kas uit de Van Goor Hinloopenstraat, een van de eerste zeventien huiseigenaren in Nederland die dankzij gemeentelijk stimuleringsbeleid zijn gasgestookte cv-ketel onlangs verruilde voor een ‘warmte-afleverset’. ‘Het is er hier in huis veel comfortabeler op geworden’, zegt hij. ‘Ik had een oude ketel met laag rendement die ’s ochtends altijd enorm stond te loeien. Nu warmt het binnen gelijkmatiger op. Al moeten we natuurlijk nog de eerste vorst afwachten.’
Het is ze dus toch gelukt, de gemeentelijke pioniers van Purmerend die Binnenlands Bestuur in deze serie al twee jaar volgt. Vijfennegentig woningen uit de jaren-zestigwijk Overwhere wilde de gemeente loskoppelen van het gas en aansluiten op het warmtenet van de stad. De hoogst noodzakelijke rioolvervanging leek daarvoor de ideale gelegenheid: de straat moest toch al open. Bij wijze van pilot betaalden gemeente, rijk, stadsverwarming Purmerend en provincie mee aan het aardgasvrij maken van de woning. Van het aanpassen van de meterkast tot en met de inductiekookplaat, in totaal een kleine 8.000 euro per huis.
Begin oktober was het na een klein half jaar van vooral buitenwerkzaamheden dan eindelijk zo ver. Namens zijn zieke minister kwam directeur-generaal bestuur, ruimte en wonen, Chris Kuijpers van Binnenlandse Zaken naar Purmerend afgereisd om het eerste tastbare resultaat van het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW) te vieren met gemeente en wijkbewoners. Wie kon dat na de vorige aflevering in de serie, in maart, nog denken? Gemeentelijk programmamanager Jaspert Verplanke had maanden eerder de wijk moeten meedelen dat de aanpak toch weer anders werd. De aansluiting op het warmtenet zou niet ondergronds en via de meterkast maar bovenlangs via de zolder de woning binnenkomen.
Daar, net onder het dak, moest de set worden geplaatst. Eenvoudiger aan te leggen, immers, en voor de bewoners geen kostbaar verlies van ruimte op de begane grond. Wel kregen die een ijzeren pijp in de vorm van een stijgleiding met koof langs de voorgevel en moest de gemeente de eerder met de wijk gemaakte afspraken herroepen.
Boots on the ground
‘Ja, we gingen het anders doen’, reageert Verplanke. En je moest maar afwachten hoe de nieuwe gemeentelijke aanpak viel. ‘Maar zien is geloven, blijkt dan maar weer. Veel bewoners zijn hier in de gemeentelijke modelwoning naar de stijgleiding en afleverset op zolder komen kijken. En dan ervaar je dat we als gemeente in de loop van dit project veel vertrouwen hebben opgebouwd.’ Overwhere zei uiteindelijk met 95 procent instemmers massaal ja tegen ‘warmte door de lucht’.
Verplanke noemt drie factoren die daarbij cruciaal waren en ‘waar ik heilig in geloof’. De gemeente was overdag permanent aanwezig in de modelwoning. Daarnaast had de gemeente een klein, vast team (‘boots on the ground’) dat op den duur iedereen in de buurt bij naam kende. En ze veroverden als luisterend oor ‘minds en hearts’ van de buurtbewoners, ook als het eens niet over de energietransitie maar over sociale problematiek ging.
Hij geeft een voorbeeld van het door zijn team opgebouwde vertrouwen. ‘Als het warmtenet daadwerkelijk in de woning wordt aangelegd, komt er een medewerker van stadsverwarming bij je langs en lopen er drie, vier installateurs rond in jouw huis. Sommige wijkbewoners hebben ons die dag gewoon de sleutel overhandigd. Zo van: ik ga werken, ik zie het resultaat wel als ik thuiskom. En terecht, want toen ze weer thuiskwamen hadden ze een werkend warmtesysteem en was de zooi nog opgeruimd ook.’ Een bewoonster zag op tegen het lawaai van de rioolvervanging. Verplanke: ‘Ze is twee maanden naar een andere woning gegaan en heeft ons haar sleutel gegeven. Als we binnen moesten zijn, konden we gewoon naar binnen.’
Overlast
Leermomenten waren er ondertussen voor de pioniers genoeg. ‘Ik zal nooit meer in het openbaar zeggen dat de straat maar één keer opengaat’, lacht Verplanke. ‘Mensen hebben behoorlijk last van het aanleggen van het diep-riool, tot wel vijf meter diep. Dat gaat met zware machines. Vervolgens moest Liander het gasnet vervangen en was er een zwaarder elektriciteitsnet nodig. Ook legde PWN een nieuw waterleidingnet aan. Voor al dat werk moesten vooral de stoepen meerdere keren open.’ Kon de onderlinge afstemming tussen die verschillende partijen dan niet beter? ‘Je kunt er eindeloos aan tafel over praten, maar het draait uiteindelijk om het werk op straat. Het vervangen van het riool heeft een andere snelheid dan het aanleggen van een warmtenet, dat betekent automatisch dat je drukte in de straat krijgt. De verschillende partijen liepen elkaar in de weg. Daar hebben we van geleerd. Want de problemen die dan ontstaan, moet je niet op straat, maar hier aan tafel met elkaar bespreken.’
En eigenlijk moet dat al een stap eerder in het proces. Natuurlijk, zegt Verplanke, ‘hebben alle partijen vooraf hier met onze operationele projectleider om de tafel gezeten. We hebben het hele proces stap voor stap doorgenomen en daarin een modus operandi gevonden en die toegepast. Maar eigenlijk begint het met sámen engineren. Nu werkten alle partijen nog met hun eigen bodemkaarten. Dat moet voortaan naar één gezamenlijke kaart toe, waardoor je eventuele problemen al kunt tackelen in de ontwerpfase. Daar moeten we als gemeente korter op zitten.’
Ook al omdat uitloop van de graafwerkzaamheden nog langer herrie voor de bewoners betekent. ‘Gesleep met stenen, elke laag grond egaliseren met trilplaten. Dat is niet prettig als je gepensioneerd bent en het geluid van de arbeid elke dag om half acht begint. In totaal kan het werk wel een half jaar duren. Dat leidde weleens tot kritische vragen.’
Minder kritiek – eigenlijk geen – was er op de aanleg van het warmtenet ín de woning, juist waar de gemeente vooraf misschien wel het meest voor had gevreesd. ’We hebben er bewust voor gekozen het werk zoveel mogelijk te laten doen door lokale aannemers. Zij kennen deze wijk.’ Het voordeel bleek die ene keer dat het warme water ‘s avonds bij een van de bewoners uitviel. ‘Bij veel bedrijven krijg je dan een antwoordapparaat en moet je de volgende ochtend terugbellen. Nu kwam er diezelfde avond nog een mannetje langs. Zo’n verhaal verspreidt zich meteen door de wijk. Mensen ervaren dat we ons woord nakomen.’
Buurtbewoner Kas is content met de gemeentelijke aanpak, al heeft hij op grond van de ervaringen in Overwhere een belangrijke suggestie. ‘Benoem een onafhankelijk persoon bij wie je als bewoners altijd terechtkunt. Deze transitie bleek voor sommigen in de wijk een zeer ingrijpend proces, een bewoner is er zelfs overspannen van geraakt. Dat had je zo wellicht kunnen voorkomen.’ Verplanke heeft de suggestie al ter harte genomen.
Domper
Bij alle terechte jubel is er een kleine domper in het project. Van de 95 pilotwoningen gaan er 89 van het gas af, maar zes dus vooralsnog niet. Zelfs het feit dat de overheid de aanpassingen in hun woning volledig vergoedt, trekt de eigenaren niet over de streep. ‘Ze hebben een hekel aan de overheid. Ze geloven niet in de klimaatverandering. Of ze denken: aan mijn lijf geen polonaise’, somt Verplanke de gehoorde argumenten op.
Voor deze zes bewoners moet Liander nu een speciaal gasnet-light in de wijk Overwhere aanleggen. Kosten: een kleine drie ton. Zonde van het geld, vindt Verplanke. ‘We hebben hun buren voor bemiddeling aangesproken, het via familie en kennissen geprobeerd, maar het houdt een keertje op. We hopen dat twee of drie bewoners alsnog tot inkeer komen als de straat straks bij hen voor de deur opengaat. Maar we weten nu ook al dat enkele bewoners voet bij stuk zullen houden. En dankzij de Gaswet kun je je recht op gas nu nog laten gelden.’ Het is een kwestie die in Purmerend zal blijven spelen als de pilot van 95 woningen straks tot wijkniveau wordt opgeschaald.
‘Wat doe je met deze dwarsliggers, terwijl iedereen kan zien dat het warmtenet voor hen zelf de voordeligste financiële oplossing is. Dan betreed je als gemeente een nieuwe arena. Ik weet van collega-gemeenten dat ze met hun netbeheerder dezelfde discussie voeren. De kosten van een nieuw gasnet zijn immens. Je duwt voor miljoenen de grond in terwijl je weet dat het nooit exploitabel zal worden. Dat is een levensgroot vraagstuk. Daar zijn we nog niet uit.’ Purmerend onderzoekt of het inzetten van de Crisis- en Herstelwet een lokale oplossing biedt. Verplanke: ‘Als je een alternatief, zoals een warmtenet, aanbiedt, zou je mensen wellicht kunnen verplichten om van het gas af te gaan. Maar daar moeten college en raad eerst mee instemmen, want het is een politiek vraagstuk. Bovendien staat het haaks op hetgeen we hier in de wijk altijd aan de bewoners hebben verteld: dat het vrijwillig is en we niemand zullen dwingen.’
Het mooiste compliment kreeg Verplanke van de directeur van de midden in de wijk gevestigde basisschool. ‘Dat door deze transitie de sociale cohesie in de hele wijk structureel is verbeterd. Mensen praten erover rond het schoolplein en zijn meer tot elkaar gekomen.’ In zijn warmgestookte woning kijkt Jan Kas er niet van op, ‘al praat ik zelf nog met dezelfde mensen als voor die tijd.’ Was hij eigenlijk ook op het warmtenet overgestapt als de gemeente zijn bijbehorende kosten níet had vergoed? ‘Ik denk het wel. Ik had een potje gereserveerd om ketel en geiser te kunnen vervangen. Maar voor veel andere bewoners zal dat geld toch belangrijk zijn geweest.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.