Houd die troep toch bij je
Ik zit tot over mijn oren in de shit. Letterlijk. Op een recyclinghub in midden Nederland ervaar ik wat plastic restafval precies betekent. Menselijke handen pakken stukken afvalplastic van een lopende band en werpen het in een van de ronde gaten in de vloer
Is het gemakzucht of een economische wetmatigheid? Afgedankt plastic slepen we graag naar andere plekken. Om het te verbranden, te storten of te laten verdwijnen. Opgeruimd staat netjes. Want kleinschalige regionale verwerking van plastic restafval loont immers niet. Toch?
Ik zit tot over mijn oren in de shit. Letterlijk. Op een recyclinghub in midden Nederland ervaar ik wat plastic restafval precies betekent. Menselijke handen pakken stukken afvalplastic van een lopende band en werpen het in een van de ronde gaten in de vloer. Afval in de linker gaten heeft nog een positieve waarde, want het is aardig recyclebaar. Maar gat vier is het probleem. Dat is pure smurrie: een bonte mix van plastic brokstukken. Niemand wil het hebben en dus betaal je een flinke prijs om er vanaf te komen.
In mijn nieuwe werkzame leven ervaar ik hoe je van die smurrie nuttige producten maakt, zoals palen en planken, bruggen en bloembakken. Alles voor de openbare ruimte, zeg maar. En dat is bepaald geen rocket science: versnipper het afval tot granulaat, verwarm het granulaat in een extruder en pers het in een mal tot bijvoorbeeld een plank. En juist dat proces zou alleen op grote schaal economisch levensvatbaar zijn. Dus een mooi excuus om onze plastic meuk in vrachtwagens af te voeren. Maar hoe langer die afvoerketen, hoe groter de kans dat ‘er iets van de vrachtwagen valt’. Om uiteindelijk elders weer aan te spoelen…
Ons handelen lijkt verdacht veel op de bovenbuurman die zijn afval gewoon over het balkon kiepert: hij is er mooi vanaf. Hier de lusten, elders de lasten. De circulaire economie wordt in mijn ogen nog mooier als we de actieradius van ons afval beter in toom houden. Oftewel: houd je troep bij je. Als we oplossingen ontwikkelen om het afval kosteneffectief in onze eigen omgeving verwerken. Samen met ‘Captain Plastic’ Bram mag ik bewijzen dat we plastic restafval economisch rendabel regionaal kunnen verwerken. We schuiven het afval van gat vier letterlijk onze pilotfabriek in en smelten het om tot producten. Een mooi avontuur, zeker nu steeds meer omliggende gemeenten hun plastic restafval laten omsmelten tot producten voor eigen gebruik.
Totdat er een betere oplossing komt willen we controle houden over het plastic restafval. Daarom introduceren we statiegeld op onze producten en gaan ze verhuren. Want als we zelf eigenaar blijven van het product, houden we er meer grip op. Wil je er als gebruiker vanaf? Lever het dan weer in, want het is tenslotte een grondstof. Zo kunnen we het afvalproduct maar liefst negen keer hergebruiken.
Natuurlijk moeten we als mensheid voorkomen dat we nog moeilijk recyclebare producten produceren. En dat geldt zeker voor plastic. Maar onze wereld is niet ideaal: momenteel gaat veel plastic in rook op of verdwijnt in de natuur. Dus houd je troep liever bij je en maak een verdienmodel van je eigen afval. Circulair én regionaal, een mooie oplossing voor gat vier.
René Notenbomer
Lees hier meer columns van René Notenbomer
Toch is het dweilen met de kraan open. We zullen aan de bron moeten sleutelen en onze behoefte bijstellen. Verkopers en makers van verpakkingen en dergelijk kunnen dat ook anders doen. Waarom stokbrood in papier met plastic verpakken. Waarom douche shampoo in een niet herbruikbare plastic fles? ja je spoelt 30% ongebruikte zeep weg! Een stukje zeep kan ook, milieuvriendelijker verpakt, goedkoper en je verspilt minder. Ook beter voor je afval water.
Dus óók terug naar de bron en de producenten dik laten betalen voor wat ze de aarde aandoen!