Hofauto’s voor bestuurders
Veel bestuurders laten zich rijden in een dienstauto, het liefst een BMW of Volvo S80. De verschillen zijn relatief groot, ontdekte Binnenlands Bestuur. Amsterdam heeft het grootste wagenpark. Bestuurders in Friesland en Almelo rijden in de dure Audi A8.
Conventioneel en vaak vies: dat zijn de auto’s van de bestuurders van provincies en gemeenten. Burgemeesters, commissarissen, wethouders en gedeputeerden verplaatsen zich het liefst in grote auto’s van merken waarin ook consultants graag worden gezien.
Groen zijn ze niet erg: ruim eenderde van de dienstauto’s heeft een groen label. Binnenlands Bestuur vroeg de dertig grootste plus twintig andere gemeenten (alle steden uit het grotestedenbeleid en een paar willekeurig door het land heen) hoeveel en wat voor dienstauto’s ze hebben, en met welk milieulabel. De twaalf provincies kregen dezelfde vraag.
Dertig van de vijftig gemeenten hebben één of meer dienstauto’s voor het college. Op zes na hebben de grootste gemeenten allemaal eigen vervoer voor het college van burgemeester en wethouders. Amsterdam is de enige stad waar de bestuurders allemaal het privilege van een eigen auto hebben. De stad heeft zeven BMW’s voor evenveel collegeleden. Daarna komt Rotterdam met vijf auto’s, die moeten worden gedeeld door acht bestuurders.
Van de dertig grootste gemeenten hebben er zes geen dienstauto’s voor het college. Maar daar hoeft de burger niets van te merken: als de burgemeester of wethouder ergens met de auto naartoe moet, wordt het taxibordje van de auto gehaald. Zo gaat het in ieder geval in Alkmaar en Deventer. ‘Met ons vaste taxibedrijf hebben we afgesproken dat het taxibordje er discreet wordt afgehaald als ze voor ons werken’, vertelt de woordvoerder van Deventer. ‘We hebben geen eigen auto, maar wel behoefte aan efficiënt vervoer. De stad wordt groter en dan moet er ook meer genetwerkt worden. Daarbij werken we ook veel samen met gemeenten in de buurt, dus de bestuurders zijn best vaak op pad. Dan is het wel handig als je onderweg wel kunt werken.’
Het hebben van een dienstauto lijkt vooral een luxe van een grotere gemeente. Bij de ondervraagde twintig kleinere gemeenten, waaronder Den Helder, Noordoostpolder, Schiedam en Middelburg, moeten de bestuurders bijna allemaal voor ander vervoer (laten) zorgen. De telefoniste van Schiermonnikoog, de kleinste gemeente van het land, valt even stil bij de vraag naar dienstauto’s. Dan antwoordt ze lachend: ‘Nee hoor, hier gaat het prima allemaal op de fiets. De eigen auto van de burgemeester staat aan wal, voor het geval hij daar afspraken heeft.’
Spaarzaam
Kleinere gemeenten die wél een dienstauto hebben zijn Leeuwarden (twee auto’s) en Almelo, Heerlen, Venlo, Hengelo en Alphen aan den Rijn (allemaal één auto). De woordvoerder van die laatste gemeente benadrukt dat de bestuurders heel spaarzaam met de Volvo S80 omgaan: ‘Ze gebruiken ’m alleen bij openbare optredens en als ze buiten de stad moeten. In de eigen gemeente gaat het allemaal op de fiets of met de eigen auto. We zijn geen uitgestrekte gemeente als Noordoostpolder of zo.’
Overigens heeft Noordoostpolder geen eigen auto. De provincies zitten een stuk dikker in het wagenpark. Evenveel auto’s als bestuurders heeft alleen Limburg (vijf), maar bij de meeste andere provincies hoeven de gedeputeerden ook niet echt te vrezen dat een collega er met de auto vandoor is. Zo heeft Noord-Holland zes auto’s op acht bestuurders en telt Overijssel zes auto’s voor zeven mensen. Zo zijn de verhoudingen bij de meeste anderen ook.
Opvallende uitzondering is Zuid-Holland. De provincie met de meeste bestuurders en de meeste gemeenten heeft het minst aantal auto’s: twee. Commissaris van de koningin Jan Franssen rijdt in een Jaguar S-type en voor de rest is er één Volvo S80 beschikbaar. Of de taxi, want de provincie heeft een contract met een vaste vervoerder, voor als de auto’s in gebruik zijn en de zes andere bestuurders de auto willen pakken.
BMW’s en Volvo’s
Dan het soort auto’s. Als de auto waarin je rijdt iets zegt over je karakter dan lijken alle provincies en overheden in ieder geval op elkaar. Audi, BMW, Volvo en een enkele Mercedes: er zit weinig verrassends in het wagenpark van de bestuurders. Logisch ook dat ze massaal voor deze auto’s kiezen, vindt Carlo Brantsen, hoofdredacteur van automagazine Carros en commentator bij BNR.
‘Het is het bekende lijstje zakenauto’s. Ze stralen degelijkheid en betrouwbaarheid uit’, zegt Brantsen. ‘Je stoot er je klanten en in dit geval de burger niet mee voor het hoofd. Je hebt een goede auto zonder dat die zal denken: “mot dat nou van mijn centen?!” Ik gun iedere burgemeester de auto van zijn dromen, maar als iemand komt voorrijden in een Maserati denk je toch: die houdt van gokken.’
En heel veel alternatief is er in de klasse van de zakenauto’s ook niet, houdt hij voor. ‘De Peugeot 607 kan heel goed. En er zijn wel goedkopere alternatieven die helemaal niet slecht hoeven zijn, zoals Hyundai of Nissan, maar die auto’s hebben geen status. Als je er weer vanaf wilt is er nauwelijks markt voor.’ De Nederlandse bestuursauto’s zijn behoorlijk, maar relatief bescheiden, vindt hij. ‘Het zijn goede auto’s maar in België rijden de politici in een BMW 7-serie, hier met moeite een 5. Heel calvinistisch.’
De meest voorkomende dienstauto voor bestuurders is de BMW (35 stuks). Dat komt vooral doordat de auto erg populair is bij provincies: acht van de twaalf rijden ermee. De gemeente Amsterdam heeft er ook zeven. Bij de meeste gemeenten valt de keuze op de Volvo S80 (in totaal 28 auto’s). Brantsen: ‘Dat die Volvo zo populair is heeft misschien ook te maken met het feit dat het de hofauto is. Het is een beregoede auto, al is ie behoorlijk belegen. Maar dat zal bij deze doelgroep misschien juist z’n kracht zijn.’
Oud gebakje
Dan de paar ‘spannende’ auto’s. De Jaguar S-type van de Zuid-Hollandse commissaris van de koningin spreekt tot de verbeelding, maar is volgens Brantsen ‘een oud gebakje’. ‘Deze is er al een tijdje uit en alleen nog tweedehands te koop. Dan kost het je misschien 15.000 euro. En wat uitstraling betreft had het net zo goed een grote Ford kunnen zijn.’
De ‘dikste’ auto’s hebben ze bij de provincie Friesland en de gemeente Almelo. Alleen daar gaan ze boven de ruimere middenklasser uit en rijden ze in auto’s uit de zogenaamde premiumklasse. Friesland heeft twee BMW’s uit de 7-serie en drie Audi’s A8. Ook Almelo heeft een A8. Het type is een stuk duurder dan Audi A6, waar veel andere bestuurders in rijden (we telden er 22). In Friesland vinden ze het zelf tegenwoordig een beetje te veel van het goede. De huidige auto’s zijn afgeschreven en de volgende ronde gaat de provincie een klasse lager. ‘We streven naar een soberder bestuursstijl’, aldus een woordvoerder.
In Almelo zijn ze gewoon tevreden met hun dikke bak. Volgens afdelingshoofd interne dienstverlenning Dick Bosveld gaf de ruimte de doorslag. ‘Hiervoor hadden we een Mercedes en daar was de klacht dat er te weinig ruimte was als er meerdere mensen in reisden. Omdat de collegeleden nogal eens samen in de auto zitten, moest de nieuwe vooral veel ruimte hebben. Naast minimaal een milieulabel C was dat de belangrijkste eis. De Audi was niet helemaal nieuw toen we ’m leasden, dus paste de auto qua prijs ook in ons plaatje.’
Ministers in dure auto’s
Gemeenten en provincies bepalen allemaal zelf hoe ze het vervoer van bestuurders regelen. Ministers zijn aan een klasse gebonden: ze hebben recht op een Audi A6 of een auto uit een vergelijkbare prijsklasse (rond de 50 mille). Maar weekblad Elsevier berichtte in april dat zeker vijf ministers tegenwoordig rijden in de bijna twee keer zo dure Audi A8. Minister van Defensie Eimert van Middelkoop mag dat omdat hij in een gepantserde auto moet rijden, de andere ministers (Ter Horst, Verburg, Van der Hoeven en Eurlings) kregen volgens het weekblad de grotere auto omdat ze lichamelijke klachten hadden in de A6.
Vooral vieze auto’s
Erg groen is het wagenpark van gemeenten en provincies niet te noemen. Leeuwarden, Nijmegen en Hengelo hebben auto’s met een A-label. Vier gemeenten hebben een B-label, net als drie provincies. Interpreteren we ‘groen’ ruim, dan tellen we ook het Clabel als relatief milieuvriendelijk en dan komen er nog zes gemeenten en de provincie Zeeland bij. Vier groene provincies dus, en van de ondervraagde gemeenten met een dienstauto hebben er twaalf een groen label.
Toch wil dat niet zeggen dat er geen milieubewustzijn is bij de bestuurders. Vaak geven de gemeenten en provincies uit zichzelf aan dat bij vervanging een groen label is vereist. En de meeste recent aangekochte auto’s zijn ook vooral groen. De splinternieuwe BMW’s van Amsterdam hebben een B-label, net als die van Arnhem. Almelo kocht een Audi A8 met C-label uit 2008 en Hengelo heeft sinds kort een Volvo S80 met A-label.
Toegegeven: je moet nu bijna je best doen om geen groene auto meer te kopen in de ruimere middenklasse, maar toch: het is er een paar gelukt. Groningen (de stad) kocht twee jaar geleden een Audi A6 en een Volkswagen Passat. ‘De wagens werden uitgezocht door de milieudienst en passen in milieuklasse G’, schrijft woordvoerder Henk Bouwkamp. ‘We moeten eerlijk zijn dat het qua label niet geweldig is’, voegt hij daar telefonisch aan toe.
Een andere vervuilende nieuwe eigenaar is Ede dat een Peugeot uit 2008 kocht met een F-label. Zaanstad heeft dezelfde auto, twee jaar oud, en ook een F-label. Het slechtste label bij de provincies heeft de commissaris van de koningin in Noord-Brabant met de Saab (F), maar die rijdt wel op bio-ethanol, wat weer positief is voor de uitstoot. De Jaguar van de Zuid-Hollandse commissaris Jan Franssen heeft een E-label, net als de BMW van Overijssel. Die laatste provincie heeft daarnaast vijf splinternieuwe én vieze Audi’s: ze hebben een D-label.
Auto’s op aardgas
Of het echt duurzaam is, is een ander verhaal, maar schoon is aardgas als brandstof in ieder geval. Drie gemeenten (Leeuwarden, Nijmegen, Arnhem) hebben auto’s op aardgas, plus Noord- Holland. Friesland gaat erop over als de huidige auto’s worden vervangen, net als de provincie Utrecht. We hebben enkele hybride auto’s gevonden: de Maastrichtse burgemeester Gerd Leers rijdt in een Lexus, net als zijn collega van Haarlemmermeer Theo Weterings, en de provincie Groningen heeft er één (naast vier BMW’s).
De dienstauto’s van de Rotterdamse bestuurders en de auto van de Brabantse commissaris van de koningin rijden deels op bio-ethanol: brandstof gewonnen uit biomassa. Hun belabberde milieulabels (respectievelijk D en F) worden zo gecompenseerd. De Leeuwardense wethouder van Verkeer en Vervoer Gerrit Krol vindt dat de gemeente op dit gebied een belangrijke voorbeeldfunctie heeft. Zijn gemeente draagt het rijden op aardgas zoveel mogelijk uit, zegt hij, en zodra het kan gaan ze er over op biogas.
‘Nu is er nog maar één pomp in de stad, en dat moeten er meer worden. Alleen, dan moet er wel vraag naar zijn. Wij doen ons best om die vraag te creëren. Bij de volgende aanbesteding voor het taxivervoer van de gemeente zal het bijvoorbeeld een voorwaarde zijn.’ Om het gemeentelijk wagenpark nog milieuvriendelijker te maken experimenteert de gemeente nu met elektrische auto’s voor het leerlingenvervoer. Voor de collegeauto’s is dat nog niet haalbaar, want er zijn niet genoeg oplaadpunten. Krol: ‘Maar voor aardgas is dat geen probleem.’
Het meest milieuvriendelijke alternatief, het openbaar vervoer, is volgens de wethouder geen optie. Niet als enige vervoersmiddel althans. ‘Dat kost te veel tijd en met de auto ben je toch flexibeler. Ik ben vaak op pad, zit in een commissie van de VNG waarvoor ik veel moet reizen, dan is het gewoon niet handig.’
Dienstauto’s versus taxi’s
‘Dienstauto’s? Nee joh, die hebben we al in 1978 de deur uit gedaan. Veel te duur. Nu gaat alles met de taxi en dat bevalt prima’, aldus een stellige woordvoerder in Leiden. Apeldoorn deed twee jaar geleden uit kostenoverwegingen de tweede auto de deur uit. Even stellig is echter Almere, waar volgend jaar juist een extra auto wordt aangeschaft, ‘want altijd de taxi telt ook op. Uiteindelijk zijn we met een eigen auto goedkoper uit.’ En Deventer heeft nu nog geen auto, maar ook daar sluiten ze een aankoop niet uit.
Wel of geen eigen auto: wat is nu goedkoper? Binnenlands Bestuur heeft de kosten opgevraagd bij twee qua inwonerstal vergelijkbare steden: Leiden en Emmen. Emmen heeft twee leaseauto’s: een BMW 525 en een Audi A6. In Leiden gaan alle bestuurders met fiets, taxi of trein. Het kostenplaatje verschilt flink: Emmen was in 2008 zo’n 37 duizend euro kwijt aan vervoerskosten (leasecontracten plus brandstofkosten en overige declaraties), Leiden 23 duizend euro.
Woordvoerder van Emmen Diane Bergman wijst er bovendien op dat in de kosten de personeelskosten van de bodes die chaufferen, niet zijn meegerekend. Omdat ze naast het rijden ook andere werkzaamheden doen, vallen hun kosten niet onder de vervoerspost. Om de vergelijking compleet te maken pakken we de kosten van Leeuwarden erbij. Deze gemeente, die net als Emmen over twee auto’s beschikt, heeft de personeelskosten wel opgenomen op de vervoersrekening: 108 duizend euro in 2008.
Groen niet goed genoeg
Het college stelt status boven bestuur, oordeelde de Utrechtse oppositie, inclusief collegepartij GroenLinks, eind vorig jaar toen het ging over de aanschaf van nieuwe dienstauto’s. Het college had voorgesteld de afgeschreven Audi’s A6 waar men nu in rijdt te vervangen door nieuwe auto’s van het zelfde merk, maar wel met een beter milieulabel. De oude auto’s hebben een D-label, de nieuwe zouden een B hebben. Best groen dus, maar niet groen genoeg volgens de raad. Die gaf het college de opdracht verder onderzoek te doen naar schonere én goedkopere alternatieven. Dat onderzoek is nu gaande, waarbij ook aardgas als optie wordt meegenomen.
Het artikel gaat over de vraag of het een BMW, een Volvo of een Audi is. En hoeveel er staan te blinken in het wagenpark. Saillant detail: op de bladzijde erna staat een paginagrote advertentie van de BMW 5-serie. Toevallig de meest gebruikte dienstauto, zo blijkt uit het artikel. De accountmanagers van Kluwer zijn met het artikel in de binnenzak gaan acquireren bij BMW, wedden? Binnenlands Bestuur, jullie stellen me echt teleur.