Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

De strijd om het statiegeld

Geen milieuonderwerp waarover voor- en tegenstanders elkaar zo hartstochtelijk in de gordijnen jagen als statiegeld.

19 juni 2015

Geen milieuonderwerp waarover voor- en tegenstanders elkaar zo hartstochtelijk in de gordijnen jagen als statiegeld. Nu staat de heffing op grote plastic frisdrankflessen ter discussie. De spanning loopt op.

Wie een zak huisvuil openmaakt of in een container restafval neust, ziet veel papier, groente- en fruitschillen, blik, textiel. Bierflesjes of van die grote lichtgewicht frisdrankflessen zie je nooit in de zak of container. De Nederlander is zuinig en bovendien gek op bonnetjes, zegeltjes en andere kleine beloningen. We brengen verpakkingen waarop zelfs maar een dubbeltje statiegeld zit voor 95 procent terug naar de supermarkt of slijter. Het bezorgt de consument ook nog eens het gevoel goed bezig te zijn voor het milieu. Toch is de kans aanwezig dat deze uiterst effectieve prikkel op hergebruik eerdaags sneuvelt. Volgens de zogenaamde Raamovereenkomst 2013-2022 uit 2012 tussen rijk, gemeenten en het bedrijfsleven dat verpakkingen maakt, gaat het statiegeld op de grote plastic petflessen eraf, of zoals de officiële formulering luidt: ‘Het verplicht stellen van statiegeld op grote petflessen vervalt.’

Mede door de Raamovereenkomst – een juridisch bindende afspraak – verschenen de laatste jaren steeds meer oranje bollen en bakken bij winkelcentra waar het publiek zich gemakkelijk kan ontdoen van de kunststof omhulsels. Veel gemeen ten zijn er toe overgegaan zakken met thuis apart gehouden plastic flesjes, shampooflacons, tasjes en vleesschaaltjes op te halen. Tilburg reikt zelfs speciale duobakken uit waar het plastic door een tussenschot gescheiden van papier huis aan huis wordt opgehaald. Venlo doet hetzelfde met restafval en plastic afval.

Weer andere gemeenten menen daarentegen dat je de moderne consument vandaag de dag niet moet overvragen. Ze laten daarom het kunststofafval achteraf uit het restafval vissen voordat het de verbrandingsoven ingaat. Conform het adagium van het hedendaagse afvalbeleid zijn alle middelen geoorloofd. Alleen het doel telt. En dat doel is om zo’n beetje de helft van het kunststofverpakkingsafval te hergebruiken. Vaak door het spul te vermalen tot opnieuw te gebruiken granulaat korreltjes. Dat scheelt energie en de uitstoot van CO2. Want die berg plastic wordt gemaakt uit een flinke plas olie.

Optimisme
Het lijkt te lukken. Zelfs in grote steden met een traditioneel slechte trackrecord als het gaat om gescheiden inzameling is de plasticrecycling schoorvoetend op gang gekomen. In 2014 werd 124 duizend ton kunststof verpakkingsafval gerecycled in Nederland. Samen met de 110 duizend ton bedrijfskunststofafval is dat al 46 procent van de totale hoeveelheid kunststofverpakkingen die vorig jaar op de Nederlandse markt werd gebracht. Die 46 procent ligt boven het in de Raamovereenkomst vastgelegde doel van 43 procent voor 2014.

Er heerst nog meer optimisme. In het afvalblad GRAM voorspelt directeur Cees de Mol van Otterloo van de Stichting Afvalfonds Verpakkingen dat de inza melscore in 2017 tussen de 55 en 60 procent ligt, terwijl het doel op 52 procent is vastgesteld. Het Afvalfonds int jaarlijks een slordige 170 miljoen euro van het bedrijfsleven en sluist dit bedrag vooral door naar gemeenten om ze tegemoet te komen in de kosten voor inzameling.

Een groot deel van dat afval geldt als nieuwe grondstof die vermalen tot korreltjes en vlokken zijn weg weer vindt naar nieuw verpakkingsmateriaal. Be drijven als SITA claimen de door de burgers netjes apart gehouden kunststoffen met een rendement van 90 procent te scheiden in de belangrijkste deelstromen van kunststoffen waar weer nieuwe frisdrankflessen (PET), shampoo flacons (PE), boterkuipjes (PP) van worden gemaakt.

Dus, zegt het bedrijfsleven, weg met dat vermaledijde, dure statiegeldsysteem op de grote petflessen. Het kost de supermarkt veel opslagruimte en de vrachtwagens vervoeren vooral lucht. Bovendien, waar hebben we het eigenlijk het over, zegt Philip den Ouden, directeur van de Federatie Nederlandse Levensmiddelen industrie (FNLI). ‘De grote petflessen met statiegeld wegen ongeveer 26 duizend ton, amper 6 procent van de totale kunststof verpakkingen. Met het inza melsysteem met zakken en oranje bollen naderen we snel 130 duizend ton huishou delijk kunststofafval. Consumenten doen die grote flessen daar heus wel bij. Zo kunnen we de keten verder sluiten en zorgen voor een systeem dat niet alleen het milieu dient, maar ook geld oplevert.’

Enquête

Volgens een recente enquête onder duizend huishoudens die in opdracht van het bedrijfsleven is uitgevoerd door TNO-NIPO vinden de meeste burgers het geen probleem om alle plastic verpak kingen, dus ook grote petflessen, in één zak of kliko te stoppen. Recycling van plastic staat voor hen voorop. De enquête kende een tendentieuze vraagstelling, oordeelt milieuorganisatie Recycling Netwerk bij monde van Robbert van Duin. Hij is op alle fronten een andere mening toegedaan dan de verpakkende industrie. Van Duin is ook voorstander van één systeem. ‘Maar dan een systeem dat op elke verpakking, ook de populaire kleine petflesjes, statiegeld heft.’ Bezwaren als opslagruimte, duur transport van lege flesjes die veel volume innemen, wuift hij weg. ‘Uit onafhankelijk onderzoek blijkt dat statiegeld uit milieuoogpunt beter is.’

Toch gingen Tweede Kamer, VNG en rijk in 2012 akkoord met het verlaten van het statiegeldsysteem, zij het onder een zevental voorwaarden. Zo moest er meer kunststofafval van huishoudens worden ingezameld, moesten er meer bakken worden geplaatst en moest het verpakkende bedrijfsleven aan de slag met zogeheten verduurzamingsagenda’s, onder meer om verpakkingen dunner en slimmer te maken of waar mogelijk zelfs af te schaffen.

Volgens Recycling Netwerk is aan die voorwaarden niet of niet volledig voldaan. ‘Er zijn bij lange niet in alle branches verduurzamingsagenda’s opgesteld en op veel plaatsen ontbreken oranje bollen of containers’, aldus Van Duin. Het statiegelddossier zou het statiegelddossier niet zijn als de tegenstanders elkaar op al deze punten niet te vuur en te zwaard bestrijden. De Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT) werkt momenteel aan een rapportage waarmee staatssecretaris Mansvelt de Tweede Kamer gaat informeren. Voorlopig lijkt het nog steeds aanwezig zijn van pvc-verpakkingen in supermarkten de hardste prestatie-eis waaraan het bedrijfsleven niet heeft voldaan. Maar of dat voldoende voor Mansvelt is om het statie geld op de grote petflessen te handhaven, is de vraag. Stel dat de staatssecretaris voorstelt om het statiegeld toch níet af te schaffen en dat de niet naar de supermarkt teruggebrachte petflessen bij het restafval komen en worden verbrand. Is die 5 procent verlies het dan waard dat het verpakkende bedrijfsleven de hakken opnieuw in het zand zet? Dat ze gaan procederen waarmee de dynamiek van de laatste jaren tussen overheid en bedrijfsleven verdwijnt?

Het lijkt een cruciale vraag. Maar nie mand wil erop ingaan. De staatssecretaris is aan zet, wij lopen niet op de zaak vooruit, meldt de VNG. ‘Wij hebben een juridische overeenkomst met gemeenten en rijk’, klinkt het wat dreigend bij Phi lip den Ouden. ‘We gaan niet speculeren over wat er gebeurt als de Tweede Kamer niet instemt met afschaffing.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie