Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Het rood rond Reeth

De nieuwe bodemdalingskaart die vorige maand werd gepresenteerd, leidt ook buiten de Randstad tot verrassingen. In de buurtschap Reeth bijvoorbeeld. Naar de oorzaak van de dalingen blijft het voorlopig gissen. ‘Je weet het gewoon niet.’

21 december 2018

Bodemdalingskaart vol verrassingen

Volgens de kaart daalt de bodem in de Randstad, meer dan tot nog toe werd gedacht, mogelijk door veenoxidatie. Hetzelfde geldt voor de andere grote veengebieden in de noordwestelijke helft van Nederland. Gevraagd naar opvallende locaties in de andere helft van het land, noemt Gilles Erkens de Betuwe als eerste; in het bijzonder de plek daar die op de bodemdalings kaart rood oplicht. Rood staat voor minstens een halve centimeter daling per jaar – minstens een halve meter per eeuw mocht het zo doorgaan – vergelijkbaar met dalingen in de Randstad. De plek ligt tussen Nijmegen en Elst, in en nabij buurtschap Reeth: een straat met aan weerszijden een dertigtal huizen en boerderijen. Erkens, onderzoeker bij Deltares en Universiteit Utrecht, is zijdelings betrokken bij de bodemdalingskaart. Hij moest bij het zien van het rood onwillekeurig denken aan de Betuwelijn. De goederenlijn ligt tegen Reeth aan. ‘Mogelijk zorgen zware treinen voor de gemeten daling.’

Je kunt ook denken aan de aanleg van de lijn, die in 2007 gereedkwam; een bodem zakt vaak nog wat na nadat er iets zwaars op is gebouwd. Zou niet ook de bypass van de Betuwelijn, ter hoogte van Reeth, de oorzaak van de daling kunnen zijn? Kan ook nog, reageert Erkens. Nóg een mogelijkheid. Het rood rond Reeth ligt op een lijn dwars door vrijwel de hele Betuwe, waar het óók verzakt is, zij het vaak minder. Is dat de Betuwelijn, die de denkbeeldige lijn keurig volgt, of is het de rivierklei van de komgronden? Die raakt, zo legt hij uit, compacter bij ontwatering voor de landbouw, en de drinkwaterwinning in de zandlagen eronder.

Erkens, samenvattend: ‘Je weet het gewoon niet. Je zou gedetailleerd bodemonderzoek moeten doen. De bodemdalingskaart geeft slechts een eerste indruk.’ Dat laatste komt ook doordat Nederland op de kaart is gerasterd in ‘hokken’ van twee bij twee kilometer, en er per vak slechts één waarde voor de jaarlijkse daling gegeven is. Je moet binnen een vierkant gaan kijken wat er daalt.

Tientallen meldingen
Volgens Eric Gloudemans van de gemeente Overbetuwe, waar Reeth onder valt, zijn uit de buurtschap geen geluiden over bodemdaling bekend. Er is de laatste tijd wel een ‘handjevol’ meldingen van verzakkingen van woningen geweest, maar die kwamen van elders, in reactie ook, zegt de ambtenaar bodem, op de oostelijke buurgemeente (Lingewaard) waar enkele ‘tientallen meldingen’ waren. Nog weer wat oostelijker ligt Zevenaar, nog steeds rivierengebied: daar nog méér schademeldingen van huiseigenaren sinds de zomer. ‘Het heeft er alle schijn van dat de droge zomer heeft gezorgd voor het inklinken van klei. Met mijn collega water besprak ik al: als het waar is dat we zulke zomers vaker krijgen, zouden we met alle gemeenten in het rivierengebied en het waterschap om tafel moeten. Kijken wat eraan te doen is, preventief.’

Gloudemans heeft het idee dat de nieuwe kaart bij zo’n ‘beleidsvraag’ van pas kan komen. Met de verklaringen voor het dalen om en nabij Reeth kan hij weinig: ‘Speculatief allemaal nog. Ik kan er al helemaal niets zinnigs aan toevoegen. Of ik moest een blauwe jurk aantrekken en gaan waarzeggen.’

Dia Vennis, woonachtig in Reeth, is niet bekend met bodemdaling of het verzakken van huizen. Ook andere bewoners hoorde ze er nooit over. Wel is de gemeenschap bekend met trillingen door de Betuweroute, zeker de mensen die er vlakbij wonen. Vennis kan zich tegelijkertijd wel iets voorstellen bij bodemdaling door de spoorlijn. De bypass ter hoogte van Reeth is een ‘containeruitwisselpunt’: treinen laten er wagons achter die andere treinen weer meenemen. Ze denkt dat het gewicht ter plaatse vooral toeneemt wanneer het spoor wordt vernieuwd; het uitwisselpunt doet dan dienst als opslagplaats voor materieel, inclusief de nieuwe keien.

Dagblad De Gelderlander komt met nog weer een andere mogelijke verklaring voor de verzakkingen bij Zevenaar: de recente ontwatering, nodig om de A15 te kunnen doortrekken. Ramon Hanssen van de TU Delft, drijvende kracht achter de bodemdalingskaart, is ‘99 procent zeker’ dat de Betuwelijn het vierkant van Reeth rood kleurt, puur op basis van de ‘luchtfoto en ervaring’.

Vierkante wielen
In zijn uitleg over de nieuwe kaart wijst de professor geodesie op vijf detailkaartjes die zijn toegevoegd, van vijf plekken in de Randstad. Van elk gebied in Nederland is zo’n kaartje te maken, maar omzetten van de satellietmetingen naar een kaart en kaartinterpretatie zijn ‘zeer gecompliceerd’. Hanssen: ‘Daarom laten overheden het vaak gespecialiseerde bedrijfjes doen. Duur is dat niet; een schijntje vergeleken met het op pad sturen van landmeters.’

Een van de vijf kaartjes betreft Diemen-Noord, ingeklemd tussen Amsterdam-Rijnkanaal, A1 en A10. Door de talloze metingpunten zie je verschil: de huizen zijn groen gekleurd geraakt – geen daling – de straten rood – een daling van 5 millimeter of meer. Als zo’n wijk nieuw is, hoeft dat geen probleem te zijn. ‘De huizen zijn gefundeerd, maar de straten liggen op zand en dat zakt de eerste jaren in. Is een wijk ouder, dan kun je bij zo’n daling maar beter een reservering treffen als gemeente; voor schadeherstel aan de openbare ruimte.’

Een ander detailkaartje betreft veenweidegebied tussen Bodegraven en Woerden. Daarop is enkel een dunne sliert meetpunten op en aan het spoor Den Haag-Utrecht geprojecteerd. Wat Hanssen betreft een kaartje voor ProRail: het rood laat zien waar het spoor het meest in de verdrukking zit. ‘Dáár moet je onderhoud plegen om vierkante wielen te voorkomen. Dure meettreinen zijn wellicht minder nodig.’ Een overheid zal juist de meetpunten op en bij de provinciale weg willen zien. ‘Welke kaart je maakt, hangt af van de vraag.’

Amsterdam kampte tien jaar geleden met lekkages in gietijzeren gasbuizen, vertelt Hanssen. Was toen de bodemdalingskaart er al maar geweest. ‘Dan hadden ze aan het rood meteen gezien waar de spanning op de buizen het grootst is en ze het meest te lijden hebben.’

Drinkwaterwinning
De bodemdalingskaart bracht ook in Brabant ‘verrassende’ dalingsvlekken aan het licht: rondom Eindhoven. Deltares-onderzoeker Erkens: ‘Dat kan te maken met de Roerdalslenk. Daarin is klei afgezet, waarmee ook daar grond- en drinkwaterwinning effect kan hebben. Maar ook dit is speculeren, puur op basis van de kaart. Je moet ter plaatse onderzoek doen om het zeker te weten.’

De daling rond Eindhoven ‘intrigeert’ Jelle van Sijl van drinkwaterbedrijf BrabantWater, temeer hij haar niet verklaren kan. De geohydroloog denkt dat de slenk waarin Oost- Brabant ligt nog altijd daalt en door de klei inklinkt (‘compactie’), zoals Deltares vermoedt. Maar hij denkt niet dat daarmee millimeters per jaar zijn gemoeid. Bovendien: dan zou je in het hele gebied daling verwachten. Van Sijl wil geenszins uitsluiten dat waterwinning effect heeft op bodembeweging, maar dan zou dat altijd zo moeten zijn geweest, niet alleen de (laatste drie) jaren waarop de bodemdalingskaart is gebaseerd.

‘De laatste twintig jaar hebben we ongeveer dezelfde hoeveelheid gewonnen.’ Van Sijl wijst er ook op dat waterwingebieden van BrabantWater nauwelijks samenvallen met de dalingsgebieden: een enkele keer wel, maar meestal niet. De daling rond Eindhoven is ‘geen issue’ bij waterschap De Dommel, dat tegelijkertijd niet wil uitsluiten dat het waterpeil van invloed is. ‘Maar: dat weten we niet’, aldus woordvoerder Ines van Hees. Los van de daling, stelt zij, zijn wij één van de waterschappen waar de droogte het meeste last geeft: door de ligging op zand en omdat hier amper water van elders is aan te voeren.

De Dommel nam al maatregelen om droogte te voorkomen: ook in kleine wateren de stuwen hoger zetten; minder maaien; infiltratie in steden stimuleren. Moet je niet méér water vasthouden? ‘Waar mogelijk gebeurt dat. Maar het is maatwerk. Boeren moeten wel kunnen boeren, en Eindhoven moet wel droge voeten houden in tijden dat er juist te veel water is.’


31 miljoen meetpunten
De in november gepresenteerde bodemdalingskaart (zie bodemdalingskaart.nl) brengt bodembeweging adequater in beeld dan de metingen tot dusver, die van Rijkswaterstaat. Niet dat die fout waren, legt Deltares-onderzoeker Gilles Erkens uit, maar ze beperken zich veelal tot grote werken als bruggen en sluizen, die zijn met hun diepe fundament ongevoelig voor daling van de ondiepe ondergrond, de eerste 10-25 meter. De bodemdalingskaart is gebaseerd op satellietmetingen van alle stilstaande objecten, óók die met minder diepe fundering, zoals huizen en fietspaden. Zodoende wordt ook de beweging van de ondiepe bodem vastgesteld, want juist daarin bewegen ze mee. Tegelijkertijd geeft de bodemkaart, de 31 miljoen meetpunten en de wekelijkse updates ten spijt, geen volledig beeld. Gras – en daarmee al het grasland – is niet te meten. Erkens: ‘Het beweegt, waarmee het meetresultaat te weinig congruent raakt.’


Gas en zout
Gekeken naar de oostelijke helft van Nederland vallen op de nieuwe Bodemdalingskaart ook Drenthe en Twente in het oog: de bodem daalt er volgens de nieuwe kaart juist minder dan eerder verwacht, vermoedelijk door het stoppen van respectievelijk de olie- en zoutwinning. De daling in Groningen (aardgas) is duidelijk te zien. Ook grote delen van de Randstad kampen met ernstige bodemdaling.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie