Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Omgevingsdienst krijgt meer body

Staatssecretaris Heijnen schetst een opmerkelijk positief beeld van het VTH-stelsel. Terwijl dat kort geleden nog zwaar onder vuur lag.

27 januari 2023
Sterke man
Shutterstock

Het interbestuurlijk programma versterking VTH-stelsel werpt wat betreft de positie van omgevingsdiensten al zijn vruchten af. Aldus directeur Magdeleen Sturm. Ze reageert op kritiek van Jozias van Aartsen en een streng rekenkamerrapport.

Hoofd GHOR-bureau

Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland
Hoofd GHOR-bureau

Projectleider verplicht actieve openbaarmaking S12

JS Consultancy
Projectleider verplicht actieve openbaarmaking S12

Opmerkelijk

Knelpunten komen niet voor in de brief die staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat, CDA) vorige week naar de Tweede Kamer stuurde over  versterking van het VTH-stelsel. Alle zestig voorgenomen acties liggen op schema, zijn gepland of kennen (slechts) enige vertraging. En dat is opmerkelijk.

Harde keuzes

Eerdere signalen wezen erop dat het alarmerende rapport van de commissie-Van Aartsen over het VTH-stelsel minder voortvarend werd opgepakt. In december toonde de Zuidelijke Rekenkamer zich kritisch over de ­robuustheid van de Omgevingsdienst Zuid-Limburg. En Van Aartsen zelf sloeg bij de gekozen aanpak van stuurgroep, programmabureau en programmamanager afgelopen zomer ‘de schrik om het hart’. Hij wilde geen gepolder meer, maar leiderschap en harde keuzes.

Meer body

Van Aartsen kwam in maart 2021 met tien aanbevelingen om de omgevingsdiensten robuuster te maken en een onafhankelijker positie in te laten nemen ten opzichte van hun opdrachtgever, de ­gemeente. Volgens Magdeleen Sturm, oud-secretaris van de commissie-Van Aartsen en sinds 1 augustus directeur van het Interbestuurlijk Programma Versterking VTH-stelsel, is er wel degelijk wat veranderd. ‘In het hele land is een beweging op gang gekomen om de omgevingsdiensten meer body te geven en te professionaliseren. Veel van hun besturen hebben er inmiddels geld bij gedaan.’

Alleen de inrichting van een rijkstoezicht op de omgevingsdiensten komt er niet.

Rijkstoezicht

Sturm geeft aan dat alle aanbevelingen in samenhang zijn opgepakt. Alleen de inrichting van een rijkstoezicht op de diensten komt er niet. ‘Dat viel niet te verenigen met de wens om de verbeteringen door te voeren binnen het bestaande stelsel’, aldus Sturm. Als alternatief wordt onder meer ingezet op versterken van het interbestuurlijk toezicht op de omgevingsdiensten. 

Betekenisvol 

Om de ambities gestand te doen, ruimt het rijk jaarlijks 18 miljoen euro extra in voor het VTH-stelsel. Dat lijkt op een gezamenlijke begroting van de omgevingsdiensten van ruim een half miljard niet veel, beaamt Sturm. ‘Maar het bestuur en dus ook de financiering van de diensten is een regionale verantwoordelijkheid. Als impuls om te investeren in verbeteringen en daar de juiste mensen bij aan te trekken vind ik het een betekenisvol bedrag. Het interbestuurlijk programma kan zo een hefboom vormen om ontwikkelingen te versterken.’

Meer eisen

Een van de ontwikkelingen die Sturm signaleert, is dat vanuit bedrijven steeds meer eisen aan de omgevingsdiensten worden gesteld. Zoals ten aanzien van ­circulaire economie of de energietransitie. ‘Bedrijven verlangen vergunningen die daarbij passen. Dat vraagt kennis. Waar de omgevingsdiensten in hun toezicht en handhaving eisen stellen aan bedrijven, zie je nu ook de omgekeerde beweging. Daar hebben de diensten een ander type mensen voor nodig, een ander functie- en loongebouw. Ze krijgen een steeds belangrijker adviesrol. Ook inwoners worden, terecht, veeleisender. Zoals bij het voorkomen van milieuvervuiling.’

Gemeenten zagen hun opdrachtgeverschap worden beperkt

Lauwe ontvangst 

Van Aartsens wensen om het toezicht op de omgevingsdiensten te centraliseren en hun onafhankelijkheid te versterken, kregen een lauwe ontvangst bij de VNG. Gemeenten zagen hun opdrachtgeverschap worden beperkt. Volgens Sturm heeft het onder andere daardoor ‘wel langer geduurd om met alle partijen tot een gezamenlijk programma te komen, maar inmiddels doet de VNG ruimhartig en intensief mee’. Wel merkt ze dat lokaal nog missiewerk is te verrichten. ‘Het betekent dat ik veel door het land reis. Het gesprek naar meer robuuste omgevingsdiensten willen we het komende half jaar voeren én afronden. Dat is spannend.’ 

Breekijzer

Een van haar bestemmingen is Limburg, mede naar aanleiding van het rapport van de Zuidelijke Rekenkamer. ‘Limburg springt er niet positief uit, maar er zijn meer diensten die een stevig been bij moeten trekken. Het gaat vooral om de mate waarin omgevingsdiensten in staat worden gesteld om hun taken goed uit te voeren. Dit interbestuurlijk programma is een hefboom, maar op sommige plekken zal het ook een breekijzer zijn.’ Wat vond ze van Aartsens uitlatingen, afgelopen zomer? Sturm: ‘Zijn kritiek was  functioneel om vaart in de aanpak te houden. Maar hij heeft dit programma inmiddels volledig omarmd.’ 

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Toine Goossens
Uiteindelijk dient centralisatie het doel te zijn. Als dat via deze tussenstap sneller te verwezenlijken is, dan is het een goed besluit.
Dan dient wel duidelijk te zijn dat de landelijke aansturing middels Het interbestuurlijk programma de regionale aanpak kan overrulen. Het hele back office gedeelte en het stellen van landelijke normen dient onder de landelijke verantwoordelijkheid te vallen.

Het moet afgelopen zijn met lokaal amateurisme.

P.s. Nu de GGD's nog
Advertentie