'Haal ambtenaren van dossier Hedwigepolder'
Op het dossier van de Hedwigepolder moeten nieuwe ambtenaren worden gezet. Dat vindt Johan Robesin van de Partij voor Zeeland. Sinds staatssecretaris Bleker de deur afgelopen maandag open zette naar een alternatief voor de ontpoldering, hebben tegenstanders weer hoop.
Gekleurde ambtenaren zijn groen
De ontpoldering van de Hedwigepolder geldt als compensatie voor het natuurverlies als gevolg van de verdieping van de Westerschelde. Die verdieping is nodig om de haven van Antwerpen bereikbaar te houden. Maar volgens Robesin hebben verdieping en ontpoldering niets met elkaar te maken. Gekleurde ambtenaren – ‘en die zijn natuurlijk niet bruin, maar groen’ – zouden de twee zaken aan elkaar hebben gemanipuleerd. ‘Niet alleen in Den Haag maar ook in Brussel.’
Overweldigende invloed
Natuurlijk, de minister is eindverantwoordelijk, en ook andere factoren spelen een rol: toen Balkenende president van Europa wilde worden, was hem er veel aan gelegen om geen ruzie met de zuiderburen te hebben. Maar de invloed van ambtenaren op het dossier is ‘overweldigend’, zegt Robesin.
Standvastigheid CDA
Hij vreest dat zij een manier zullen vinden om het onderzoek naar alternatieven te dwarsbomen. ‘Hun macht is zo groot, dat ze elke staatssecretaris die niet stevig in z’n schoenen staat, eronder kunnen lullen.’ Robesin twijfelt vooral over de standvastigheid van het CDA, ook de partij van voormalig minister Gerda Verburg. Zij liet alternatieven onderzoeken, maar besloot uiteindelijk ook dat ontpoldering het beste idee was.
Valse hoop
De plannen van staatssecretairs Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) om een half jaar de tijd te nemen voor extra onderzoek, zijn in Den Haag wisselend ontvangen. GroenLinks, PvdA en de Partij voor de Dieren noemden het signaal ‘valse hoop aan de tegenstanders’. Volgens hen is ontpoldering uit diverse onderzoeken als beste oplossing uit de bus gekomen. De hoop van de Partij voor Zeeland is gevestigd op VVD en PVV. En op minister Bleker. ‘Ik weet zeker dat hij naar ons luistert’, aldus Robesin.
Bovendien geldt er ook nog zoiets als behoorlijk bestuur, ofwel het nakomen van de afspraken, zowel tussen Nederland en België, alsook tussen de nederlandse overheid en de partijen die op basis van toezeggingen hun bezwaren tegen de Westerscheldeverdieping introkken bij de Raad van State.