Overijssel: 'Gemeenten betalen grondverlies terug in fonds'
Waarom beloont de provincie gemeenten die risico’s hebben genomen? En wat gaat de provincie met die grond doen? Gedeputeerde Bert Boerman geeft een toelichting op het voorstel voor het Grondfonds Overijssel.
Het voorstel van de provincie Overijssel om gronden van gemeenten op te kopen waarop niet meer kan worden gebouwd, roept veel vragen en kritiek op. Waarom beloont de provincie gemeenten die risico’s hebben genomen? En wat gaat de provincie met die grond doen? Gedeputeerde Bert Boerman geeft een toelichting op het voorstel voor het Grondfonds Overijssel.
Waarom wil Overijssel bouwgrond van gemeenten kopen?
‘We zien dat gemeenten steeds meer worstelen met hun grondbedrijven. We weten, onder andere uit het recente rapport van Deloitte, dat gemeenten nog fors moeten afboeken op grond waar ze ooit bouwplannen voor hadden, die nu niet kunnen worden uitgevoerd. Het eerste deel van ons plan heeft als doel om het gemeentelijk grondbeleid te herformuleren. Om samen met gemeenten, ontwikkelaars en corporaties te bespreken wat de opgaven in het gebied zijn. Maar zelfs als je hebt geherformuleerd, resteren er gronden die je echt niet meer nodig hebt. Dan zul je moeten afboeken. Maar we weten dat de meeste van onze gemeenten niet de middelen hebben om dat in één keer te doen.'
En dus neemt de provincie dat verlies, door de grond te kopen?
'Ja, de provincie koopt de grond tegen de boekwaarde en is vanaf dat moment 100 procent eigenaar en gerechtigd om ermee te doen wat zij wil. Een voorwaarde is wel dat de gemeente meewerkt aan het wijzigen van het bestemmingsplan.'
Wat wil de provincie met de grond?
'Soms zal het geschikt zijn voor landbouw - daar is nog steeds behoefte aan in Overijssel -, soms voor natuur. De provincie heeft een enorme natuuropgave; al deze gemeentegronden waarover we nu spreken, vormen daarvan nog geen tien procent. Ook als ruilgrond rondom natuur kunnen we sommige kavels wellicht goed gebruiken. Wij blijven er in elk geval niet mee zitten.'
U zit wel met een verlies.
'Een behoorlijk verlies, 100 tot 200 miljoen euro. Op de dag dat we de grond kopen voor veel te veel geld, moeten we gelijk afboeken. Die verliespost betekent dat we minder kunnen investeren in Overijssel, maar daar hebben we een oplossing voor bedacht: we vragen van gemeenten om het waardeverlies te compenseren in een evengrote bijdrage aan een investeringsfonds van de provincie. Daar kunnen ze acht of tien jaar over doen. De provincie neemt het probleem dus niet over van gemeenten, zoals critici stellen. We helpen ze om het probleem over een gespreide periode op te lossen. Dat helpt ze uit de brand, maar het is zeker geen cadeautje. Het betekent dat zij een langdurige verplichting moeten aangaan voor het investeringsfonds, die ze zullen moeten opnemen in de meerjarenbegroting. Gemeenten die wel in een keer uit de reserves kunnen afboeken, zullen dat waarschijnlijk liever doen.'
Critici zeggen ook dat u het Grondfonds zou moeten gebruiken voor cofinanciering, waarom doet u dat niet?
'We hebben over allerlei vormen nagedacht, maar gemeenten hebben niet de ruimte om welke cofinancieringsafspraak dan ook te maken. Er wordt nog steeds met een te rooskleurig perspectief gekeken. Gemeenten zitten met dure grond, waar naar niet alleen rente over wordt betaald, maar waar vaak ook plankosten aan worden gemaakt. Want ze moeten bij de accountant aantonen dat ze vast en stellig van plan zijn om de grond tot ontwikkeling te brengen. Een gemeente diende om die reden bij ons een bestemmingsplan in, terwijl er nog volop andere bouwmogelijkheden waren, enkel om te voorkomen dat ze van de accountant moeten afboeken.'
Wat verwacht u dat Provinciale Staten vinden van het Grondfonds, zij moeten een flink bedrag vrijmaken?
'Als Overijssel daadwerkelijk de nu besproken gronden aankoopt en afboekt, moeten we tot 200 miljoen beschikbaar stellen. Een flink bedrag, maar daarmee halen we wel overprogrammering uit de markt en zorgen we voor vitale, gezonde gemeenten die financieringskracht hebben. Dat vinden de Staten belangrijk, ze hebben zelf om deze ondersteuning gevraagd. Voor de provincie gaat het uiteindelijk alleen om voorfinanciering van dat bedrag, liquide middelen vrijmaken dus. Dat kunnen we doen door te lenen uit onze pot met reserveringen voor toekomstige investeringen, bijvoorbeeld in de natuuropgave. Dat geld moet uiteindelijk weer terug in die pot en daar hebben gemeenten tien jaar de tijd voor. Volgens ons is dit een uitstekende methode om de grondproblemen van gemeenten op te lossen.'
Reacties: 6
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Als ik het goed begrijp moeten gemeenten het bedrag (de boekwaarde, die ze van de provincie krijgen) toch weer helemaal terugbetalen, in 8 a 10 jaar. Dat verzacht dan wel de financiële krapte op korte termijn, waardoor men nu minder snel bezuinigingen hoeft door te voren, maar over 2 a 3 raadstermijnen worden de dan zittende raadsleden geconfronteerd met een fors terugbetaalbedrag. Doorschuiven van de ellende dus. En van wie is de grond over 10 jaar als gemeente terugbetaald hebben? En wat gebeurt er als de grond over 4 jaar toch weer nodig is voor bouwplannen, en de provincie ze inmiddels tot natuur heeft bestemd?
Waarom verdoezelt deze regeling de financiële positie van gemeenten op langere termijn, terwijl het de taak van de provincie juist is om erop toe te zien dat gemeenten financieel stabiel zijn en blijven?
Ligt er misschien een masterplan onder: de provincie Overijssel heeft nog een groot deel van de ESSENT middelen (1,75 miljard) op de plank, en wil de Gedeputeerde/ Grootgrondbezitter wellicht voorkomen dat het Rijk straks al deze rijke provincie af gaat romen?
Alleen de toekomst kan vertellen of het allemaal ook verstandig is geweest.