Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Gezond tussen de stenen

Het fysieke en het sociale domein vormen in veel gemeenten gescheiden werelden. De coronacrisis leert eens te meer dat intensieve samenwerking op het gebied van de leefomgeving is vereist. De Brabantse omgevingsscan (BrOS) slaat een welkome brug.

12 maart 2021
tuinen-met-tegels.jpg

Brabantse omgevingsscan overbrugt fysiek en sociaal domein

‘Ik zeg het op persoonlijke titel’, begint Robert Kint, ‘maar bij het ontwerp van de stad redeneren we doorgaans vooral vanuit de stenen. Of het er wel chic genoeg uitziet en hoe het bijdraagt aan een goede ruimtelijke ordening. We kijken veel minder naar hoe het voelt wanneer je daar als mens in rondloopt: het samen praten, het elkaar ontmoeten.’ Natuurlijk, vervolgt de beleidsadviseur duurzaamheid van de gemeente Tilburg, een thema als klimaatadaptatie laat zijn sporen al in de ontwerpen na, ‘maar gezondheid, sociale gezondheid, stond hier bij wijze van spreken op plek 88. De beleving van de leefomgeving door de burger moest echt een slag krijgen.’

Tilburg is, zo leert de ervaring in gemeenteland, eerder regel dan uitzondering. In de nota ‘Gezondheid breed op de agenda’ van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) wordt dat probleem in februari 2020 breed herkend. ‘Tot op heden is er weinig aandacht geweest voor de positieve invloed van de leefomgeving op gezondheidsbevordering en preventie’, valt daar te lezen. En al werken rijk, provincie en gemeenten rond een thema als luchtkwaliteit tegenwoordig steeds meer samen, ‘er is nog veel winst te behalen op andere gebieden, zoals geluidsbelasting, hittestress, allergieën en infectieziekten.’

In Brabant zag men dat eerder in. De provincie die in 2007 bovengemiddeld werd geraakt door de verspreiding van de Q-koorts als gevolg van intensieve veehouderij. In 2016 ondertekenden wethouders van de vijf grote Brabantse steden de Health Deal ‘Publieke gezondheid en ruimtelijke omgeving’. Nog tien organisaties deden mee, waaronder de GGD-en, de waterschappen, de provincie, het RIVM en universitair kenniscentrum Telos.

Het was de kans waarop de Brabantse GGD’en al een tijdje hadden gewacht, aldus kwartiermaker Omgevingswet Monique de Kok. Haar organisatie bezit tal van statistieken over hoe burgers denken over hun leefomgeving. Daar werd door gemeenten – als ze er al van wisten – nooit veel mee gedaan. Ten onrechte, vindt De Kok: ‘Je kunt als gemeente prachtige kaarten maken van de precieze maximumtemperatuur op elke straathoek. En dat is ook zoals er in het ruimtelijk domein doorgaans wordt gewerkt. Maar wij als GGD bezitten de informatie over hoe burgers die hitte in de praktijk ervaren.’

Eyeopener
De Brabantse Health Deal van 2016 viel zo’n beetje samen met een tweede kans die De Kok dankbaar greep: de Omgevingswet. ‘Daarin is participatie van burgers heel belangrijk. Het wonderlijke is dat de GGD op basis van haar wettelijke opdracht altijd al de taak had om gemeenten te adviseren bij de inrichting van de fysieke leefomgeving. Alleen, wij wisten als GGD vaak niet wanneer er bij een gemeente een nieuwbouwtraject van start ging. Toen de Omgevingswet naderde, dachten wij: dit is onze kans. Wij wilden gemeenten laten zien hoe burgers zaken als geur, geluidshinder, luchtkwaliteit, hitte en groen beleven. Zo hoopten we gemeenten te verleiden om gezondheid serieuzer te nemen in het ontwerp van de fysieke leefomgeving. We wilden het als thema letterlijk en figuurlijk op de kaart zetten.’

Maar hoe doe je dat, gegeven de scheiding in veel gemeentehuizen tussen het fysieke en sociale domein? Doorslaggevend voor het ontstaan van de Brabantse Omgevingsscan was de hackaton die in 2016 kort na de ondertekening van de Health Deal door de GGD’en werd georganiseerd. ‘Dat was voor mij een eye-opener’, zegt de ervoor uitgenodigde Wim Tijssen, adviseur bij het team implementatie Omgevingswet van de gemeente Tilburg. ‘Subjectieve data van de gebruikers van onze fysieke leefomgeving hadden we hooguit op incidenteel niveau. De Tilburgse leefbaarheidsmonitor was generiek van aard. We besteedden aandacht aan gezondheid via milieuvariabelen als geluid, lucht, hinder, enzovoort. Maar die zeggen niks over de belevingswaarde door de inwoner. Bij de GGD-en troffen we een schat aan informatie die we als gemeente ontbeerden. De verbinding leggen tussen de belevingscijfers en de feitelijke data – dat was voor ons een geweldige kans.’

Zo werd het plan voor de Brabantse Omgevingsscan geboren, kortweg BrOS. ‘Het moment viel voor ons samen met de wens op een andere manier aan projectontwikkeling te gaan doen’, zegt Wieteke de Vries, projectleider BrOS bij de drie Brabantse GGD’en. ‘Normaal maak je eerst een plan en werk je dat tot in de puntjes uit. Bij de BrOS werkten we met de scrum-methodiek. Elke drie weken hadden we een bijeenkomst met stakeholders van de decentrale overheden en de universiteit en lieten we een nieuw halffabrikaat zien.’ Hij kon bij die bijeenkomsten met twee vragen soms een week GGD-werk afschieten, blikt duurzaamheidsambtenaar Kint erop terug. ‘Maar zo kwamen we wel tot de essentie.’

Dashboard
Die essentie is sinds begin 2019 terug te zien op www.brabantscan.nl/bros. De beleving van burgers wordt in het dashboard gedetailleerd in kaart gebracht en gerelateerd aan de ervaringen in vergelijkbare Brabantse gemeenten. Bij een thema als ‘groen’ blijkt dat de Oisterwijker daar duidelijk tevredener over is dan de inwoner van Hart van Brabant: hij fietst liever, ervaart meer rustige plekken en is ook beter te spreken over het aanbod van speelplaatsen. Ook afzonderlijke cijfers in de BrOS bieden nieuwe inzichten. Zo brengt een hittekaart in Eindhoven op buurtniveau in beeld hoeveel kwetsbare ouderen er wonen en welk percentage 65-plussers er voldoende plekken voor verkoeling ervaart. Cijfers die meer aanknopingspunten voor gemeentelijk beleid bieden dan hittecijfers op basis van gemeten temperatuur.

Zo opent zich een schatkist aan vergelijkingsmateriaal en kan elke gemeente bepalen waar die zich, volgens de eigen bewoners, positief in onderscheidt of waar reparatiewerk nodig is. De Tilburgse adviseurs Kint en Tijssen waren als nauw betrokkenen snel van de meerwaarde van de BrOS overtuigd. Hoe werd er in andere Brabantse gemeenten tegenaan gekeken? ‘Ik herinner me de eerste bijeenkomst in de regio Zuidoost-Brabant waar vooral ambtenaren uit het ruimtelijk domein zaten’, vertelt Monique de Kok. ‘Nou, die hadden zoiets nog nóóit gezien. Het sprak heel erg aan. Het nut van gezondheidsbescherming, dat is wat iedereen binnen een gemeente nog wel bedenkt: de burgers behoeden voor de negatieve effecten van de plaatselijke industrie. Maar de kansen die een groene omgeving biedt, of het stimuleren van gezonde mobiliteit – dat besef mag bij gemeenten nog verder groeien.’

De Brabantse omgevingsscan won in november 2019 de jaarlijkse trofee van het programma Aan de slag met de Omgevingswet. ‘Ons primaire doel was de gezondheid in Brabant op de kaart te krijgen’, reageert Wieteke de Vries. ‘Door het winnen van die prijs kreeg de BrOS landelijke aandacht.’ Er kwamen ‘best veel vragen’ over van gemeenten en GGD-en van boven de rivieren, die ook wel zoiets wilden. ‘Maar wij hebben als Brabantse GGD-en een redelijk unieke positie. Hier is jaren terug besloten dat wij in onze gezondheidsmonitor ook vragen over de leefomgeving meenemen: over de beleving van groen, het binnenmilieu van woningen, noem maar op. Veel andere GGD-en moeten daar nog een keuze in maken. De BrOS wordt veel minder interessant als je die belevingskant niet hebt.’

Vervloeien
In Brabant begint de scheiding tussen het fysieke en sociale domein dankzij de nieuwe omgevingsscan voorzichtig te vervloeien. De Vries: ‘We krijgen van gemeenten nu steeds meer vragen die bij ons team onderzoek terechtkomen. Vaak gaat het dan ook over gezondheidsbevordering. In Goirle zijn we als GGD concreet aan de slag bij het ontwikkelen van de omgevingsvisie. Daarvoor hebben we een soort praatplaat gemaakt die kan worden gebruikt voor interne bijeenkomsten van de gezamenlijke afdelingen ruimte en sociaal. Om samen alle thema’s eens door te akkeren en je af te vragen: wat betekent dat nou voor onze omgevingsvisie in relatie tot gezondheid? Dat soort voorbeelden hebben we inmiddels ook van andere Brabantse gemeenten. Al mag het altijd meer, natuurlijk.’

En in Tilburg? ‘Ook bij ons worden data over de fysieke leefomgeving steeds belangrijker’, reageert Robert Kint. ‘Om thema’s zoals gezondheid in relatie tot de openbare ruimte beter zichtbaar en bespreekbaar te maken, zijn we gestart met het maken van een story map. Ik moet wel toegeven: dat zijn nu nog vooral vanuit de fysieke pijler ingestoken gegevens. We zijn nu bezig om de belevingscijfers van de BrOS daar aan toe te voegen.’

‘We hebben een beetje last gehad van de wet van de remmende voorsprong’, vult collega Wim Tijssen aan. ‘Onze Omgevingsvisie was er landelijk als een van de eerste al in 2015. Nu is het zaak om bij de eerstvolgende herziening van de omgevingsvisie de BrOS wel in te zetten. Mijn hoofd eronder verwedden durf ik niet, maar ik kan me niet voorstellen dat er nog een project in Tilburg van de grond komt zonder dat het aspect gezondheid daarbij expliciet wordt meegewogen.’

Daarbij speelt de huidige coronacrisis een negatieve en positieve rol. Negatief omdat het met alle thuiswerkers lastiger is om medewerkers uit verschillende domeinen op ongedwongen wijze samen te brengen. Dat gaat fysiek een stuk sneller. Anderzijds heeft corona het belang van een goede gezondheid in het relatief zwaar getroffen Brabant weer extra benadrukt. De Vries: ‘Er is niemand die nog durft te zeggen dat preventie niet belangrijk is. Een gezonde leefstijl kan voor burgers en daardoor ook voor gemeenten een heleboel betekenen.’ Kint: ‘En nu we allemaal vanuit ons huis zitten te werken, komen we erachter hoe slecht soms de thuisomgeving is. Het directe gebied rondom je huis moet veel aantrekkelijker worden. Dat is precies waar het bij de BrOS om gaat.’ 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie