Advertentie
ruimte en milieu / Column

Gemeenteraad misschien toch geen tandeloze waakhond

Herinnert u zich mijn column Gemeenteraad: tandeloze waakhond nog? Die ging over de consultatiereactie die ik samen met zeven griffiers uit Noord Limburg had ingestuurd op de Omgevingswet. Dit om de toekomstige rol van de raad te versterken bij omgevingsvergunningen waarmee afgeweken wordt van het omgevingsplan en bij programma’s.

22 februari 2019

Herinnert u zich mijn column Gemeenteraad: tandeloze waakhond nog? Die ging over de consultatiereactie die ik samen met zeven griffiers uit Noord Limburg had ingestuurd op de Omgevingswet. Dit om de toekomstige rol van de raad te versterken bij omgevingsvergunningen waarmee afgeweken wordt van het omgevingsplan en bij programma’s. 

Het was een pleidooi voor voortzetting van het huidige Wabo-systeem met de verklaring van geen bedenkingen bij buitenplanse omgevingsvergunningen respectievelijk van het opnemen van operationeel beleid in de uitvoeringsparagraaf van de structuurvisie.  

 

Weet u ook nog dat ik in een vervolgcolumn toch wel een beetje teleurgesteld schreef dat de minister dit terzijde had gelegd met een beroep op het dualisme? De raad had intussen een adviesrol gekregen en de griffier moest maar creatief worden om dit binnen de vereiste zes tot achttien weken proceduretijd geregeld te krijgen. Op het voorstel voor het programma heb ik geen reactie meer teruggevonden.  

 

Maar … ik heb weer hoop. Inmiddels is ook een aantal Tweede Kamerleden van CDA, CU en GroenLinks van mening dat de raad een betere positie moet krijgen. De leden Ronnes, Dik-Faber en Smeulders hebben namelijk op 19 februari amendement nr. 18 ingestuurd. Daarbij wordt voorgesteld om artikel 16.16 Ow als volgt te wijzigen: 

 

'1. Het eerste lid komt te luiden: 

1. Als een aanvraag om een besluit op grond van deze wet betrekking heeft op een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen geval, behoeft de voorgenomen beslissing op de aanvraag instemming van het bestuursorgaan dat op grond van artikel 16.15 in de gelegenheid is gesteld advies uit te brengen. Bij de aanwijzing kan worden bepaald dat alleen een voorgenomen beslissing tot het toewijzen van de aanvraag instemming behoeft. 

2. Onder vernummering van het derde tot  vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende: 

3. Als een geval als bedoeld in het eerste lid, eerste zin, wordt in ieder geval aangewezen, een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit waarvoor de gemeenteraad op grond van artikel 16.15a, onder b, is aangewezen als adviseur.'

 

Zij lichten dit als volgt toe:  

‘Indieners zijn van mening dat de gemeenteraad (raad) bij een buitenplanse omgevingsplanactiviteit niet gepasseerd mag worden door het college van burgemeester en wethouders, bij het verlenen van omgevingsvergunningen. De raad zou een instemmingsrecht moeten hebben voor bepaalde gevallen, door de raad zelf te bepalen. 
In de Omgevingswet is reeds een grondslag opgenomen om bij AMvB gevallen aan te wijzen waarbij het recht van instemming van bestuursorganen is opgenomen bij een voorgenomen beslissing op een aanvraag. Via het amendement wordt de instemming van de raad op de voorgenomen beslissing op de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsactiviteit toegevoegd. Deze aanpak is volledig in lijn met de gedachte van ‘decentraal wat kan, centraal wat moet’. Immers per gemeente is het verschillend welke onderwerpen wel of niet in aanmerking komen voor een advies of advies én instemming van de raad als het gaat om een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit. Voor de ene gemeente is een afwijking van het omgevingsplan (bijvoorbeeld voor een x-aantal woningen) een reden om instemming van de raad te vragen en voor een andere (bijv. grote) gemeente voor datzelfde x-aantal niet. Met het nieuwe derde lid wordt bereikt dat het recht van instemming geldt in door de raad aangewezen gevallen als het adviesrecht geldt als bedoeld in artikel 16.15a, onder b, van het wetsvoorstel. Daarnaast kan de raad via de grondslagen uit artikel 16.16, derde en vierde lid, van de Omgevingswet vervolgens afzien van het recht van instemming.'  

 

Dit is helemaal volgens het idee dat wij destijds hebben ingestuurd: laat de gemeenteraad zelf bepalen waarover hij beslist of adviseert. Dat is een kwestie van lokaal maatwerk en lokale politiek. Daar gaat de minister niet over.  

 

Dus, raadsleden en griffiers van Nederland: allemaal duimen als er gestemd wordt over dit amendement!  

 

Ook amendement nr. 12 van de kamerleden Eijs (D’66) en Smeulders (Groen Links) is interessant. Hierbij krijgt de gemeenteraad de mogelijkheid om burgerparticipatie bij omgevingsvergunningen aangevraagd door derden verplicht te stellen. De rol van de raad als waakhond van de burgerparticipatie stadium wordt daarmee in een vroeg stadium versterkt.  

 

Trees van der Schoot

Meer columns van Trees van der Schoot leest u hier

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie