Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Hoge kosten belemmeren groei standplaatsen woonwagens

De kosten voor het ontwikkelen van standplaatsen zijn voor gemeenten nauwelijks op de brengen.

18 mei 2023
woonwagenbewoners demonstratie
Landelijke demonstratie van woonwagenbewoners in Nijmegen, 2019 Marcel Krijgsman/ANP

Gemeenten slagen er niet in het aantal woonwagenstandplaatsen uit te breiden. De grond- en bouwkosten zijn de afgelopen jaren sterk gestegen en nieuwe normen vertragen de uitvoering.

Teamleider Ruimtelijke Ontwikkeling | Publieke sector | Medior | Senior | Landelijk

BMC
Teamleider Ruimtelijke Ontwikkeling | Publieke sector | Medior | Senior | Landelijk

Financieel Consultant

JS Consultancy
Financieel Consultant

Geen uitsterfbeleid

Na een uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens mogen gemeenten niet langer een ‘uitsterfbeleid’ voeren, gericht op het verminderen van het aantal woonwagenstandplaatsen. Volgens het hof vormen woonwagenbewoners een minderheidsgroep, met een culturele identiteit die overheidsbescherming behoeft. Maar hun identiteit staat onder druk nu huisvesting een groot probleem is. Vaak moeten kandidaat- en voormalige woonwagenbewoners langer wachten op een standplaats dan andere gegadigden voor een sociale huurwoning.

Niet verder dan papier

Na de reprimande van het Europees Hof heeft het rijk heeft bij gemeenten aangedrongen op vergroting van het aantal woonwagenstandplaatsen. Maar veel verder dan papier is de uitvoering in de meeste gemeenten niet gekomen. Onder andere de hoge grond- en ontwikkelingskosten voor gemeenten, woningcorporaties en bewoners belemmeren dat er nauwelijks plekken bij komen. Landelijk zijn er om en nabij 8800 standplaatsen.

Zeist en Harderwijk witte raven

Als witte raaf in gemeenteland geldt Zeist. Op eigen initiatief sloeg deze gemeente al voor de publicatie van het nieuwe landelijke beleidskader een andere weg in. De gemeente herbergt Beukbergen, sinds de herinrichting het grootste woonwagencentrum van West-Europa, met rond 220 standplaatsen.

Een andere koplopergemeente is Harderwijk. Die wil een nieuw groot woonwagencentrum vormen. Opmerkelijk, omdat de meeste gemeenten meestal niet meer dan enkele plekken willen toevoegen aan bestaande centra. Waar voorheen alle woningzoekenden voor sociale huur in de regio Noord-Veluwe in aanmerking kwamen voor vrijkomende standplaatsen, regelt Harderwijk per verordening geregeld dat toewijzing exclusief wordt voor de doelgroep. Op het nieuwe centrum moet er een mix zijn van huur, koop en erfpacht. Alleen zo worden starters en bewoners met een uiteenlopende inkomens- en vermogenspositie in staat gesteld in familieverband te leven.  

Ruimtebeslag groot

Volgens een rapport van onderzoeksbureau Companen in opdracht van Binnenlandse Zaken kost het grofweg tussen de € 210.000 en € 230.000 om een standplaats te ontwikkelen. In vergelijking met andere woonvormen is het ruimtebeslag voor woonwagens relatief fors; twee tot drie keer zo groot vergeleken met een reguliere sociale huurwoning. Daarnaast moet er voldoende ruimte zijn om te voldoen aan brandveiligheidseisen. Duurzaamheidseisen en nieuwe energienormen drijven de prijzen verder op.

Niet op te brengen door alleen gemeenten, vindt de VNG, die bij de minister aan de poort rammelt om gemeenten en woningcorporaties tegemoet te komen in de nu ‘onrendabele exploitatie’. Het rijk heeft voor gemeenten een ‘Regeling Huisvesting Aandachtsgroepen’ (RHA) in het leven geroepen, die moet helpen om passende woonruimte beschikbaar te maken voor speciale doelgroepen. Daar vallen ook woonwagenbewoners onder. De regeling loopt nog tot begin juli 2023.

Aparte doelgroep in Den Haag

Den Haag is een van de grotere ‘woonwagengemeenten’, met volgens de meest recente telling 233 standplaatsen op elf locaties. Daarvan zijn er 107 in bezit zijn van de gemeente. De overige standplaatsen worden door corporaties verhuurd. Door de woonwagencultuur van bewoners en nazaten apart te benoemen geeft Den Haag geeft gehoor aan de oproep om de rechten van woonwagenbewoners te erkennen, laat een woordvoerster van verantwoordelijk wethouder Martijn Balster (Wonen, Wijken, Welzijn, PvdA) desgevraagd weten. Aan goede wil ontbreekt het niet, maar onder meer de algehele woningnood belemmert de uitvoering. ‘Het vinden van locaties is een lastige opgave. Ruimte is schaars en er liggen vaak meerdere ruimteclaims op dezelfde locaties’, zegt ze. Doorgaans zijn het intensieve en tijdrovende trajecten, waarbij niet alleen toekomstige bewoners betrokken zijn, maar ook omwonenden. Mede daardoor is uitbreiding van het aantal standplaatsen niet gelukt, al staat die wel ‘op de rol.’

Veel animo

Voor nieuwe standplaatsen is in Den Haag veel animo; er zijn lokaal bijna 200 belangstellenden. Daaronder familieleden van woonwagenbewoners die – vaak gedwongen door spreidingsbeleid en tekort aan plaatsen – in een stenen huis wonen en zich willen herenigen. Verder willen gezinsleden uitvliegen, maar dan wel naar een woonwagencentrum. Een complicatie is dat in Den Haag bewoners van één van de woonwagencentra bij herinrichting uitsluitend als collectief wil verhuizen.

Twee standplaatsen erbij

Nieuwe standplaatsen moeten worden uitgegeven in erfpacht en daarbij moet het ‘afstammingsprincipe’ gelden, waarbij kinderen van woonwagenbewoners en ‘spijtoptanten’ voorrang krijgen. Net als de gemeenten uit het Companen-onderzoek hikt Den Haag aan tegen de hoge ontwikkelingskosten en krijgt zij de exploitatie vooralsnog moeilijk rond. Tot nu toe zijn netto hooguit twee standplaatsen toegevoegd aan het bestaande aantal.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Nico Bos
Er is geen gemeente die erover prakkiseert om de RHA subsidie voor deze groep aan te vragen, immers in de footprint van die immens grote "mobiele" woningen passen er wel 3 tot 4 "Tiny houses", die per stuk veel meer rijkssubsidie opleveren. De jonge wilde er wel 60.000 laten bouwen, alleen - inderdaad- nu de ruimte nog vinden; weer een illusie dus.
Advertentie