Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

‘En nu een keiharde datum’

De Omgevingswet werd deze zomer voor de tweede keer opgeschort. Een nieuwe invoeringsdatum dient zich nog niet aan. Hoe houden gemeenten intussen druk op de ketel om de resterende knelpunten te lijf te gaan? ‘Nóg eens uitstel, dat zou dodelijk zijn.’

29 september 2017

Gemeenten over nieuwe uitstel van Omgevingswet

Ruim drie miljoen euro reserveerde Zoetermeer voor de invoering van de Omgevingswet. Een miljoen in het lopende jaar, anderhalf in 2018 en een kleine zeven ton voor 2019, het jaar dat de wet van start moest gaan. Nog los van de extra personele kosten die het aanloopproces naar de invoering van de wet geheid met zich zou meebrengen.

Veel geld, aldus de lokale coalitiepartij Lijst Hilbrand Nawijn (LHN). Té veel geld, nu verantwoordelijk minister Schultz (Infrastructuur & Milieu, VVD) deze zomer aan Binnenlands Bestuur meedeelde dat de geplande invoeringsdatum van de Omgevingswet per 1 juli 2019 onhaalbaar is van wege ‘de complexiteit van de ministeriële regelingen en de vier Aanvullingswetten.’ En dat de Omgevingswet derhalve voor de tweede keer moet worden uitgesteld.

Kon die door Zoetermeer gebudgetteerde drie miljoen niet beter worden besteed?, vroeg de LHN zich af. Zoetermeer heeft namelijk meer problemen dan de nu ‘op de lange baan geschoven’ wet. Problemen met minstens zo veel urgentie. Het nieuwe Stadsmuseum heeft geld nodig. De technocampus aan de rand van de stad, de regionale zorg…

De Lijst Hilbrand Nawijn vindt ‘dat raad en college uiterst zorgvuldig moeten zijn in het besteden van onze financiële middelen’, schrijft de partij. De partij roept het Zoetermeerse college op om het geld dat voor de Omgevingswet was gereserveerd in het najaar geheel te schrappen of ‘anders in de tijd te faseren’. En: ‘De LHN vindt dat de ambitie en het projectteam van Zoetermeer, ten minste tijdelijk, kan worden teruggebracht.’ De kritische vragen in Zoetermeer vormen geen uitzondering in gemeenteland.

VNG-programmamanager Omgevingswet Kristel Lammers ziet veel gemeenten ‘energiek doorgaan’ maar ook bij ‘sommige’ de neiging tot ‘terugkrabbelen’ nu de invoering van de wet tot nader order is uitgesteld. ‘Het geeft ons meer lucht’, zegt Jop Fackeldey, PvdA-wethouder wonen en volkshuisvesting te Lelystad en voorzitter van de ‘fysieke pijler’ van de G32, ‘maar dat uitstel kan er ook toe leiden dat de urgentie in het veld wat verdwijnt.’

Geen effect
Meer lucht, minder urgentie. Is dat het bredere beeld in gemeenteland sinds Schultz het uitstel van de Omgevingswet afkondigde? Niet helemaal, vindt Co Verdaas, voormalig ‘bestuurlijk verkenner’ van de implementatie van de Omgevingswet en – nog steeds – adviseur bij bureau Over Morgen. ‘Ik heb geen volledig overzicht want vooral contact met overheden die iets van ons willen, maar daar is tot dusverre niemand van afgehaakt’, stelt hij. ‘In die zin heeft het uitstel geen effect. De noodzaak om op een andere manier te gaan werken lijkt bij gemeenten inmiddels al veel meer intern gemotiveerd dan ik twee, drie jaar terug voor mogelijk had gehouden.’

Collega-adviseur Robert Forkink (Antea Group) zag onlangs op een congres over digitale applicaties voor bestemmingsplannen alleen maar blije gezichten toen het uitstel ter sprake kwam. ‘Maar dat was niet om achterover te kunnen leunen. Het was omdat gemeenten nu meer tijd krijgen om het echt goed te doen.’

Ook in Zoetermeer gaf wethouder Marc Rosier (stedelijke ontwikkeling, VVD) geen gehoor aan de kritische vragen van de Lijst Hilbrand Nawijn. Geld en menskracht voor de invoering van de Omgevingswet bleven overeind, alsof er van uitstel geen sprake was. En dat ís feitelijk ook zo, vindt Rosier: ‘De opgave wordt niet minder, want de einddatum van de invoering is hetzelfde gebleven. En er is voor ons tot 2029 genoeg werk te doen. We moeten als gemeente toe naar een fundamenteel andere manier van werken. Dat gaat veel verder dan even een formuliertje aanpassen. De Omgevingswet is net zo ingrijpend als de decentralisaties in het sociaal domein.’

Flauwekul
Was het inschuiven van de vier aanvullingswetten de enige reden voor het uitstel van de Omgevingswet? Of speelde de achterlopende ontwikkeling van het digitale stelsel ook een rol? En lagen de gemeenten zelf eigenlijk wel op koers voor de wet? ‘Je las deze zomer overal dat gemeenten niet klaar zouden zijn voor de invoering’, zegt Fackeldey. ‘Flauwekul. Wij hebben met de G32 een routekaart opgesteld en we liepen prima op schema.’

Maar gold dat ook voor kleinere gemeenten? ‘Ik ken kleine die al meteen stonden te trappelen om te beginnen’, zegt Verdaas. ‘Omdat de Omgevingswet helemaal paste in hun filosofie van werken. Maar stel dat je alle gemeenten zou turven, dan zul je zien dat grote gemeenten over het algemeen meer capaciteit, kennis en kunde hebben om zo’n stelselherziening vroegtijdig op te pakken.’ Forkink (Antea Group) ziet het verschil anders: ‘In mijn ogen heeft het niets te maken met of je als gemeente klein bent of groot. Een ontwikkelgerichte gemeente met veel nieuwbouwplannen zal van nature veel verder met de toepassing van de Omgevingswet zijn dan een gemeente waar dat minder aan de hand is.’

Neem Súdwest-Fryslân waar net een nieuw bestemmingsplan werd afgerond voor het buitengebied. ‘Qua oppervlak het grootste van heel Nederland’, zegt wethouder Gea Akkerman. ‘Elke tien jaar zullen we een nieuw plan moeten afronden, dus we weten dat het volgende volgens de nieuwe wet zal worden. Daar anticiperen we nu al op.’

De grootste opgave, zo ervaart ze, is niet het digitaal stelsel (‘Al hebben we daar gister in het college nog extra geld voor gereserveerd’), maar de mentaliteitsverandering die nodig is bij ambtenaren, raad, college én bij burgers en ondernemers. ‘Dat is de vinger op de zere plek. Ons voordeel is dat we een jonge fusiegemeente zijn met in totaal 74 kernen.

Bij de start in 2011 hebben we al meteen een slag gemaakt naar de burger, met de oprichting van een groot aantal gebiedsteams vanuit de Friese gedachte van mienskip [gemeenschap]. Dat heeft direct voor een cultuuromslag in de gemeentelijk organisatie gezorgd. Onze nieuwe gemeentesecretaris is daar sindsdien vol op blijven inzetten. Met trainingen, workshops, uitwisselingen enzovoort. Ik denk dat we er als gemeente in 2019 al klaar voor zouden zijn geweest. ’

Doorgaan
Klaar of niet – hoe kunnen gemeenten de extra tijd die ze nu in de schoot geworpen hebben gekregen het beste benutten? ‘Blijf doorgaan’, zegt programmamanager Kristel Lammers. ‘De Crisis- en Herstelwet biedt genoeg mogelijkheden om met de nieuwe horizontale werkwijze te experimenteren. Niet alleen ten opzichte van burgers en bedrijven, maar ook intern. Laat juristen, planologen en ict’ers samen bij vergaderingen aanschuiven. Zoek op waar het schuurt.’

‘Ga je hele stelsel van vergunningen en verordeningen langs en bedenk welke je zou kunnen onderbrengen in algemene regels en welke niet’, zegt Fackeldey. ‘Dat is een ingewikkeld proces, soms ook politiek gevoelig. Betrek daar dus ook meteen de nieuwe gemeenteraadsleden bij, die volgend voorjaar zullen aantreden.’

Verdaas wil nog een stap verder gaan. ‘Bijna iedereen benadert de transformatie vanuit de gedachte: wat heb ik nu en wat moet er dus anders’, zegt hij. ‘Ik zou liever vanuit het nieuwe stelsel proberen te doordenken hoe je als decentrale overheid idealiter zou kunnen gaan werken. Dan krijg je scherper zicht op wat je voortaan niet meer hoeft te doen. Anders blijft de Omgevingswet voor de gemeentelijke organisatie alleen maar iets wat erbij komt. En wat ook nog eens heel ingewikkeld is en aan alles raakt. Dan raken mensen snel het overzicht kwijt.’

Het valt Verdaas op dat veel gemeenten het cyclische werken dat de Omgevingswet met zich meebrengt nog onvoldoende hebben doordacht. ‘We komen van het tijdperk van de sectorale scheidslijnen en de dichtgetimmerde ruimtelijke plannen. Zo gedetailleerd vastgelegd dat er nooit iets onverwachts kan gebeuren. Maar de energietransitie dwing je als overheid niet af.

Die zal moeten komen van burgers die zich verenigen, corporaties, bedrijven. Je komt als ambtenaar of bestuurder veel meer in een partnerschap waar het draait om de vraag: wat hebt u van ons nodig? Er komen innovaties en initiatieven die je als overheid niet kunt voorzien. Hoe ga je die faciliteren en reguleren? Dat is een continue cyclus. Dat proces goed doordenken, dat krijgt nog te weinig aandacht.’

Prepareren
Ook Forkink (Antea Group) merkt dat veel gemeenten de impact van de wet op hun organisatie nog moeilijk kunnen overzien en worstelen met de vraag hoe ze hun beleid ten aanzien van de fysieke leefomgeving ‘Omgevingswetproof’ maken. ‘Zelfs een kleine gemeente heeft zomaar honderd nota’s, verordeningen en bestemmingsplannen.’ Hoeveel tijd heeft een dergelijke gemeente nog om zich tijdig te prepareren? Schultz’ belofte om ’later deze zomer’ met een nieuwe invoeringsdatum te komen heeft ze niet kunnen nakomen. Dat wordt vermoedelijk iets voor haar opvolger.

Voor Fackeldey is de nieuwe invoeringsdatum naar eigen zeggen ‘geen hogere wiskunde’. ‘De oude datum zat midden in een begrotingsjaar. Omdat de Omgevingswet een andere financiële methodiek met zich meebrengt, was dat al nooit handig. Een halfjaartje uitstel lijkt me te weinig. Dan moet je die datum later wellicht wéér gaan verschuiven. Dus ik zet mijn geld op 1 januari 2021.’

Voor Zoetermeers wethouder Rosier maakt de nieuwe invoeringsdatum weinig uit, als die deze keer maar definitief is. Anders wordt het steeds lastiger om kritische raadsvragen zoals van de Lijst Hilbrand Nawijn te pareren. Rosier: ‘De invoering is nu al twee keer uitgesteld. Nóg een keer uitstel, dat zou dodelijk zijn. Laat het nieuwe kabinet samen met het ministerie van Infrastructuur & Milieu nog eens de volgtijdelijkheid van alle voorbereidingen onder de loep nemen en dan echt met een keiharde nieuwe datum komen.’


Provincie: ‘Regel het niet dicht’
‘We lagen aardig op schema met de Omgevingswet’, zegt Drents gedeputeerde Tjisse Stelpstra (ruimtelijke ordening, ChristenUnie). ‘Maar met de ontwikkeling van de AMvB’s zat het uitstel eraan te komen, dus heeft het me niet echt verrast. Ik hoop dat door de uitwerking van de AmvB’s de ruimte die de Omgevingswet biedt weer niet helemaal wordt dichtgeregeld.’ Drenthe gaat volgens Stelpstra gewoon door met experimenteren. Al kijkt hij op sommige ervaringen met de Crisis- en- Herstelwet met gemengde gevoelens terug. ‘Zoals een windmolenpark dat tegen de zin van ons, de gemeente en de burgers door het rijk werd doorgedrukt. Mijn belangrijkste advies aan Den Haag is: geef meer vertrouwen aan gemeente en provincie.’


Waterschap: ‘Voeg dragend thema toe’ Geïnspireerd door de naderende Omgevingswet trekt waterschap Brabantse Delta al op met onder meer de gemeenten Tilburg, Breda, de universiteit, de GGD en de Veiligheidsregio, stelt de kersverse dijkgraaf Kees Jan de Vet. ‘We gaan onverminderd door.’ Dat de invoering toch werd uitgesteld heeft volgens hem drie redenen: juridische (‘Onduidelijkheid over de ministeriële regelingen), digitale (‘De harde ict moet werken’) en financiën (‘Meer duidelijkheid over de kosten’). Zijn verzoek aan de minister: ‘Zorg voor een onomkeerbare invoeringsdatum en voeg een dragend inhoudelijk thema toe aan de wet waarop je als decentrale overheden scherper kunt sturen. En wat zou een logischer thema zijn dan het klimaat?’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie