Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Doel zonne- en windenergie 2030 blijft haalbaar

Planbureau voor de Leefomgeving monitort de Regionale Energiestrategieën.

08 december 2022
De aanleg van een zonnepark bij Zeewolde in november 2022.
De aanleg van een zonnepark bij Zeewolde in november 2022.ANP

Het doel om in 2030 op land 35 Terawattuur (TWh) aan zonne- en windenergie op te wekken, ligt nog steeds binnen handbereik. Dat concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving na het tegen het licht houden van de laatste cijfers en plannen. Dat staat in het rapport Monitor RES 2022. Wel bestaat het gevaar dat vanaf nu het tempo eruit ligt, benadrukt onderzoeksleider Jan Matthijsen.

Groei

De dertig energieregio's hebben in 2021 hun Regionale Energiestrategieën (RES) op tafel gelegd, op basis van het Klimaatakkoord van 2019. De opgetelde ambitie was om verder te gaan dan het rijksdoel van 35 TWh en zelfs te mikken op 55 TWh. Die ambitie past onverwacht goed bij de recent gegroeide vraag naar elektriciteit. Die groei is door de Oekraïne-oorlog harder gegaan dan verwacht. 

De op het land gerealiseerde productie van hernieuwbare elektriciteit zit nu op 22,8 TWh. Maar het aantal nog niet verwerkelijkte projecten dat wel een vergunning heeft, zakte van 12,6 naar 8,5 TWh. De toestroom van nieuwe projecten droogt op. Mogelijk speelt mee dat de belangrijke SDE-subsidieregeling stopt na 2025.

Volgens het Klimaatakkoord moeten de laatste projecten vóór 1 januari 2025 een vergunning hebben. Er resteert dus nog twee jaar om de laatste paar TWh binnen te halen. 'Daar is best veel snelheid voor nodig', zegt Jan Matthijsen. 'De afgelopen tien jaar lag het tempo van realisatie op twee TWh per jaar. Daar zaten veel projecten tussen die geen vergunning nodig hadden, zoals zon op dak. Met dat tempo kom je in twee jaar precies uit op 35 TWh.'

Netcongestie

Vanaf dan wordt het lastiger. Misschien wel het grootse probleem is de netcongestie, die overigens ook in andere landen opspeelt. Met name in de minder verstedelijkte gebieden van Nederland, waar Enexis de netbeheerder is, zit het elektriciteitsnet nijpend vol. Voor de bouw van windparken is dat nog te overzien, omdat die zo lang duurt dat netbeheerders de tijd hebben zich voor te bereiden. Wel een probleem is het voor de snellere bouw van zonneparken.

De urgentie wordt gevoeld. Deze zomer is een nationale taskforce netcongestie opgericht. Eind dit jaar komt minister Jetten van Klimaat en Energie met een Landelijk Actieprogramma Netcongestie. Maar structurele oplossingen hebben veel tijd nodig, beklemtoont Jan Matthijsen. 'Het kost veel tijd om een onderstation te bouwen, waar de netwerken van TenneT en regionale beheerders bij elkaar komen.' Het gebrek aan hoogspanningstechnici is volgens hem een belangrijk obstakel. 'Dus ik zou zeggen: als je kinderen hebt, stuur ze naar het mbo.'

Korte termijn

Op korte termijn zijn meerdere oplossingen denkbaar. Volgens Matthijsen wordt nagedacht over het principe 'use it or lose it', voor spelers die een claim hebben op toegang tot het elektriciteitsnet maar daar geen gebruik van maken. Daarnaast komt ruimte vrij door zonneparken op vijftig procent van hun piekvermogen aan te sluiten, omdat de opbrengst van zonne-energie sterk verschilt per dagdeel en jaargetijde. Weer een andere tijdelijke uitkomst is om vraag en aanbod dicht bij elkaar te brengen, zodat niet onnodig veel kabelruimte ingenomen wordt.

Samenspel

Om de doelen te halen, is volgens Matthijsen meer 'samenspel' nodig tussen de overheden. Al merkt hij op dat de decentrale overheden overladen dreigen te raken. Het is belangrijk dat de overheden niet met elkaar uit de pas gaan lopen. De gemeenten moeten onder andere bezig gaan met burgerparticipatie, het rijk met de financiering en de provincies met de ruimtelijke planning voor de elektriciteitsinfrastructuur. Elke provincie levert vanaf voorjaar 2023 namelijk een eigen Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEP), waarin ook de investeringen van netbeheerders worden opgenomen.

Na 2030

'Het bereiken van het doel van 35 TWh lijkt geen probleem', zegt Matthijsen. 'Daar is vier à vijf TWh voor nodig, en we hebben nog zeven jaar voor de boeg; dat zal wel lukken. Maar nu zijn we op het moment gekomen dat we moeten denken; jongens, in 2030 is het de hernieuwbare elektriciteit die de klok slaat. Het idee is dat dan alle elektriciteitsproductie hernieuwbaar is. Dat is de trekker van de duurzame energievoorziening. Daarom moet nu haast gemaakt worden.'

Coördinator Projectenbureau Civiel

Publiek Netwerk
Coördinator Projectenbureau Civiel

Teammanager Fysieke Leefomgeving en Economie

Gemeente Oirschot via Geerts & Partners
Teammanager Fysieke Leefomgeving en Economie

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

P. Smit
Allemaal leuk en aardig maar zon- en windenergie blijft wiebelstroom en dus niet betrouwbaar tenzij we overtollige energie hiervan gaan opslaan. Als achtervang blijven gas- en biocentrales (en voorlopig nog gewoon kolencentrales) nodig.

Bovendien gaat ons hele landschap naar de hemel met al die lelijke windturbines en kosten de zonneparken enorm veel landbouwgrond.

Laten we alsjeblieft beginnen met de bouw van voldoende kerncentrales zodat we van al die lelijke en onbetrouwbare wiebelstroom afscheid kunnen nemen.
Advertentie