Bestuurlijke daadkracht, plaag of zegen?
De gemeente Deventer en de provincie Overijssel botsen over de plaatsing van de windmolens. Hoe voorkom je een bestuurlijk moeras?
De regionale energiestrategie (RES) heb ik vanaf het begin een moeilijke figuur gevonden. Dat betrof vooral de problematische verhouding tussen de gepropageerde regionale aanpak en het politieke primaat van de gemeenteraad. Het gevolg daarvan was dat onze RES1.0 (West-Overijssel) nauwelijks meer was dan een optelsom van elf gemeentelijke bijdragen aan het gezamenlijke RES-doel. Het idee dat het ene gebied binnen de RES-regio zich beter leent voor windmolens dan het andere speelde daarbij dus geen rol.
Ondertussen circuleerden er ook provinciale plaatjes waar wel een bovengemeentelijke analyse aan ten grondslag lag. Maar niemand leek zich geroepen te voelen om daar iets mee te doen. Elke gemeente worstelde lekker zelf met het concretiseren van de eigen bijdrage aan de RES. Een onderliggende lokale politieke vraag was steeds: hebben we als college en gemeenteraad nog de regie over ons eigen grondgebied? Daaronder lagen vragen als: Hoe gaat de provincie haar taak als bevoegd gezag invullen? Waar toetsen ze aan? Is het zinvol om als gemeente een eigen toetsingskader vast te stellen?
En toen kwamen de provinciale verkiezingen die, zoals verwacht, een eclatante BBB-overwinning opleverde in de moederprovincie Overijssel. Alle gemeenten vroegen zich af wat dat zou betekenen voor het provinciale beleid ten aanzien van opwek op land. Lang hoefde niet gewacht te worden op een antwoord. Gevreesde ontwijkende, vage compromisteksten bleven uit. In tegendeel, ineens was er een heel duidelijk provinciaal beleid: minder grootschalige zonneparken en clustering van windmolens in vier gebieden. De doelstellingen uit het Klimaatakkoord stonden niet ter discussie.
Eén van die vier clusters is een langgerekt gebied aan weerszijden van de A1. Het gebied ligt voor een aanzienlijk deel binnen de Deventer gemeentegrenzen. Paniek! Vluchten kan niet meer. Er moeten windmolens komen en geen vier, maar het liefst acht. De gedeputeerde liet geen ruimte voor twijfel. Vanaf 1 januari 2024 zou de provincie alle initiatieven binnen de aangewezen clustergebieden in behandeling nemen. Lokaal was de verontwaardiging groot. Hoe durfde de provincie zo voorbij te gaan aan de lokale autonomie? Er werd een interpellatiedebat aangevraagd. Daarin draaide het om de vraag of het college genoeg had gedaan om de regie over de windmolens in eigen hand te houden. Voor liefhebbers: Vergadering Raadsvergadering 29-11-2023 Gemeente Deventer (raadsinformatie.nl)
Laat ik mij als ambtenaar in deze column verre houden van een mening over de betreffende windmolens an sich. Hoe dan ook heb ik begrip voor zowel voor- als tegenstanders. Wat ik wel kan zeggen is dat ik bewondering heb voor de duidelijkheid van de provincie. Een dergelijke daadkracht, democratisch bekrachtigd door Provinciale Staten, lijkt mij in deze ingewikkelde kwestie een adequate manier om niet weg te zakken in een lokaal moeras van besluiteloosheid. Beter een stevige ruzie tussen overheden dan onduidelijkheid waar iedereen ongelukkig van wordt.
Ik ben heel benieuwd naar het vervolg van dit proces. Dat zal blijken als de eerste initiatiefnemers zich op 2 januari 2024 melden bij de provincie.
En je daarna dus afvragen waar die maatschappelijke onvrede vandaan komt. Tsja. Echt een raadsel.