Investeren in scholen
Steeds luider klinkt de roep om nieuwe scholen. De behoefte daartoe bleek al eerder uit de opkomst van particuliere scholen en studiebegeleiding, maar de signalen worden steeds luider en komen uit alle hoeken en gaten. Ook uit die van economen.
Steeds luider klinkt de roep om nieuwe scholen. De behoefte daartoe bleek al eerder uit de opkomst van particuliere scholen en studiebegeleiding, maar de signalen worden steeds luider en komen uit alle hoeken en gaten. Ook uit die van economen.
In zijn nieuwjaarsbrief besteedde Maarten Camps, secretaris-generaal van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, uitgebreid aandacht aan de benodigde vernieuwing in het onderwijs. Voor meer economische welvaart moet de arbeidsproductiviteit omhoog, schrijft hij. De gemiddelde resultaten van het basis- en voorgezet onderwijs nemen af terwijl de gemiddelde uitgaven per leerling toenemen. We leiden kinderen op voor beroepen die nog niet bestaan en waar de nadruk meer ligt op zelfstandig nadenken en creativiteit dan het reproduceren van bestaande kennis en routine handelingen. Het onderwijs is hierop nog niet ingericht.
Camps pleit voor groot onderhoud van het onderwijs, zoals dat ook in andere sectoren is gedaan, bijvoorbeeld door een betere aansluiting van het studieaanbod op de arbeidsmarkt. De bekostiging van het onderwijs en de communicatie over studierichtingen is afhankelijk van de populariteit onder studenten en niet gestuurd door een maatschappelijke behoefte. Vooral het basis- en voortgezet onderwijs is naar zijn visie toe aan groot onderhoud. Daar wordt onvoldoende gebruik gemaakt van de kwaliteiten en capaciteiten die buiten het onderwijs te vinden zijn. En de doelen zijn ook niet ambitieus genoeg.
Frank Kalshoven van de Argumentenfabriek stelt in aansluiting op Camps in zijn column van 19 januari 2019 de vraag: ‘Hoe krijgen we dit thema op de agenda?’ Er is volgens hem geen maatschappelijke of politieke druk om actie te ondernemen en zonder maatschappelijke druk gaat dat grote onderhoud er niet komen, schrijft hij. Maar klopt dat wel? Is er geen maatschappelijke behoefte? Hebben we de maatschappij ooit gevraagd waar de pijn zit? Duiden we de signalen rond onderwijs wel goed? Wie om zich heen kijkt, leest en luistert ziet de druk aan alle kanten toenemen.
Waarom haken kinderen af? Waarom gaan kinderen naar een school drie dorpen verder? Wat voor leerlingen leveren we af? Zit de pijn van de toegenomen werkdruk van de leraarschap wel in het salaris, zijn de klachten over kwaliteit wel op te lossen met een nieuw curriculum? Het systeem piept en kraakt en we zien niet zo snel een oplossing. In zijn column van 21 januari 2019 in de Volkskrant stelt Nico Keuning voor het onderwijs zonder kwaliteitsverlies en zonder extra geld te reorganiseren door de hbo-studie met een jaar te bekorten en het geld dat daardoor vrij komt naar het basisonderwijs over te hevelen. Het is maar een gedachte. Maar daar begint het wel.
Net als de zoektocht van de gemeente Rotterdam. Die ging samen met schoolbesturen, mee- en dwarsdenkers in gesprek met leerlingen, docenten en bestuurders uit het basis en voortgezet onderwijs over hoe het onderwijs er in de toekomst uit zou kunnen zien. Ze bezocht daarvoor ook vernieuwende scholen buiten Rotterdam. Want als je als gemeente miljoenen gaat investeren in schoolgebouwen, dan liever in scholen van de toekomst. Geef ze eens ongelijk.
Ingrid de Moel
Lees hier meer columns van Ingrid de Moel
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.